Rolls-Royce Corniche (1981) - Blits Bezit

Op handen gedragen

50 reacties

Video
AutoWeek 32 2020
AutoWeek 32 2020

Je leest het in AutoWeek 32 2020

Geen enkele andere auto straalt het gevoel van pure rijkdom uit zoals de Rolls-Royce Corniche dat doet. Van dichtbij, van veraf, vanbuiten en vanbinnen: de Rolls ademt zelfvertrouwen, succes en luxe. Met de Spirit of Ecstasy op de neus laat deze auto de zilveren schaduw van de anonimiteit voor altijd achter zich.

Wie een kenner is van de grote werken van Marten Toonder en die van Rolls-Royce vindt het wellicht volstrekt onbegrijpelijk dat een heer als Olivier B. Bommel altijd in zijn wrakkige Oude Schicht is blijven rijden. In een Rolls-Royce Corniche was hij vele malen beter op zijn plaats geweest. Een heer van stand rijdt in een Rolls, zo je wilt. ‘Rijden’ kun je hier misschien zelfs beter omschrijven als ‘zweven’. Mensen hebben geen vleugels, maar iedereen heeft zich weleens afgevraagd hoe dat zou zijn, zweven. Welnu, een rit in een Rolls-Royce Corniche is waarschijnlijk de beste manier om dat onbereikbare gevoel te benaderen. Hoewel een Corniche gewoon met vier wielen op de grond staat, voel je je namelijk toch ver verheven boven het volk om je heen. Dat komt niet alleen door de wereld van luxe waar je in zit, maar ook door het feit dat je nauwelijks kunt voelen dat er zich zoiets banaals als asfalt onder je wielen bevindt en amper kunt horen dat er in het vooronder zoiets banaals als een verbrandingsmotor ligt.

GEEN PATSERIJ

In het straatbeeld van 2020 is een Rolls-Royce Corniche een opvallende verschijning, maar niet op de verkeerde manier. Deze auto roept geen associaties op met protserige patserij, maar wekt slechts bescheiden bewondering. Iedereen kijkt er wel naar, bewonderend, op respectvolle afstand en soms bijna ademloos. Het koetswerk van de Corniche is haast tijdloos en is nog net zo indruk wekkend als het was toen het onder supervisie van Rolls-ontwerper John Polwhele Blatchley werd ontwikkeld.

Over een heer-waardige naam gesproken. De Corniche is gebaseerd op de Rolls-Royce Silver Shadow, die bij zijn introductie werd beschouwd als bijna obsceen modern, na de statige, bonkige Silver Cloud. Naar verluidt snoefde Blatchley dat hij die auto in een minuutje of tien op papier zette. Dit deed hij nadat de bazen van Rolls zijn toorn over zich hadden afgeroepen door een ontwerp waaraan hij jaren werkte ‘te modern’ te verklaren en hem op te dragen met een meer klassiek en statig ontwerp te komen. Moe van alle regels waaraan zijn ontwerpen moesten voldoen en alle vergaderingen die moesten beslissen over de levensvatbaarheid van zijn kunstwerken, ging Polwhele Blatchley in 1969 met vervroegd pensioen. Twee jaar later werd de Corniche voorgesteld, zijn laatste wapenfeit.

‘MORE MONEY THAN GOD’

Het was McLaren-baas Ron Dennis die de doelgroep van zijn sportwagens ooit met een weergaloze stiff upper lip omschreef als “They have more money than God”. Vermoedelijk kon Rolls-Royce zich wel vinden in die omschrijving, want begin jaren 80 moest je voor een Corniche het astronomische bedrag van bijna 300.000 gulden neertellen. Het klantprofiel was duidelijk: wie een Corniche koopt, is ongehoord rijk. Wie zoveel geld neertelt, verwacht het allerbeste. Dat is dus de Rolls-Royce Corniche. Is het de allerbeste auto van zijn tijd? Nee. Dat wil zeggen: objectief gezien zijn er betere auto’s. Hoewel de V8 naar schatting 250 pk produceert, weegt de Rolls namelijk – schrik niet – meer dan twee ton.

Je hoeft dus geen wiskundige te zijn om te weten dat hij zeker niet snel is. De drietraps automaat schakelt zijdezacht, maar ook hier hoef je weer geen raketgeleerde te zijn om te weten dat drie luttele verzetjes geen vuist zullen maken tegen de enorme dorst van het Rolls-blok. Gevoelige hydrauliek, dito elek tronica, roestgevoeligheid, een zwaarbelaste ophanging, een motor die punctueel onderhoud blieft: samen maakt het dat je met een Corniche best weleens tegen problemen kunt oplopen. En als je thuiskomt met een factuur, reken dan maar op meer nullen dan je lief is.

NIETS INDUSTRIEELS

Is het dus, vraag je je af, niet veel verstandiger om een mooie S-klasse, een goede BMW of zelfs een Jaguar aan te schaffen? Rationeel gezien wel, want al die auto’s zijn waarschijnlijk sneller en zuiniger dan de Rolls en ook betrouwbaarder; qua comfort komen ze redelijk in de buurt. Bij een Corniche gaat het echter niet om ratio. Het gaat niet om de vraag of het de allerbeste auto is.

Een Rolls-Royce Corniche draait om niets dan gevoel, namelijk het gevoel dat er niets industrieels of machinaals aan deze auto is. Het gevoel dat deze auto is gebouwd door mensen die er alles aan was gelegen om de allerbeste auto te bouwen. Maar, zul je je afvragen, hebben de constructeurs daarin niet gefaald? Misschien, maar tegelijk zijn ze meesterlijk geslaagd in iets nóg mooiers. Hun vurige wens hebben ze onmiskenbaar in het DNA van deze auto weten te verwerken. Alleen die naam al, ‘Corniche’ , een verwijzing naar de mooiste wegen ter wereld. En de koets draagt fier zijn schildje met daarop de meer dan koninklijke naam Mulliner Park Ward, de meestercoachbuilders. Het interieur wemelt van hout en leer dat met het grootste vakman schap en zeeën van geduld tot volle wasdom is gebracht.

Het gevoel van de portieren en schakelaars, die overduidelijk niet alleen zijn ontwikkeld met een gevoel van kwaliteit, maar ook in de hoop dat de tand des tijds er nooit vat op krijgt. De hydraulische vering van de Corniche is afkomstig van Citroën. Dat lijkt een zwaktebod, maar het zegt juist alles over het menselijke perfectionisme van Rolls-Royce: het was groot genoeg om te erkennen dat het zelf in Crewe geen beter systeem kon ontwikkelen en dus de handen ineensloeg met de Fransen. Via het grote stuurwiel, het zijdezachte gaspedaal en de fantastische fauteuils praten de Rolls Royce-medewerkers van weleer tegen jou; ze vragen of alles naar je zin is.

DRAGEN

Als er één auto is die je kunt bestempelen als ambachtelijk product of zelfs als kunstwerk, dan is het deze. De perfectie van deze Rolls zit hem in het feit dat hij allerminst perfect is, maar dat wel graag had willen zijn. Rijden in deze auto betekent genieten. Niet van perfecte techniek, maar wel van het feit dat je in ongeëvenaarde luxe van de ene naar de andere plek wordt gedragen. Dat dragen doet de Corniche, maar eigenlijk zijn het dus de mensen van Rolls-Royce. Die dragen jou bijna letterlijk op handen.

BLITSE BEZITTER

Zijn Rolls-Royce-chauffeurspet is meer dan een lolletje. Die vertelt hoezeer eigenaar Pierre Dietvorst (62) zijn Rolls-Royce Corniche in zijn hart heeft gesloten. Dat is niet zo vanzelfsprekend als je zou denken. “Eigenlijk wilde ik ooit eens een Porsche 911 bezitten, maar ik ben bourgondisch ingesteld en naarmate ik ouder werd, werd ik ook wat groter. Daarmee werd een Porsche dus wat problematischer.

Ik handel in oude modeltreintjes en ben daarvoor vaak op veilingen. Ineens zat ik op een veiling waar ook deze auto stond. Ik werd aanvankelijk vooral verliefd op de kleur, dat prachtige Primrose Yellow, en op die indrukwekkende grille met de vergulde Spirit of Ecstasy. Dus ben ik quasiserieus gaan bieden. Van auto’s heb ik niet veel verstand, maar de handel ken ik wél. Toen ik het winnende bod deed, was er meteen een andere bieder die de auto van me wilde overnemen. Toen wist ik dat ik een goede deal had.

Na de aankoop heb ik de auto helemaal laten opknappen door een lokale specialist, dus het duurde nog ruim een jaar voor ik mijn eerste rit maakte. In dat jaar heb ik veel geleerd over het levensverhaal van deze auto. Na de veiling moest ik hem ophalen in een gebouw waar ook een Ferrari F1-wagen stond. Ik greep mijn kans om de beheerder van dat gebouw uit te horen en hoorde dat de Corniche onderdeel was van een vervelende nalatenschapskwestie. De eigenaar was plotseling overleden in Zuid-Frankrijk en zijn weduwe had besloten de auto te verkopen, zeer tegen de zin van zijn zoon. Als ik de puzzelstukjes in elkaar pas, is er geen andere conclusie mogelijk dan dat deze auto van miljonair en Ferrari-verzamelaar Jan Bosch is geweest. Een vriend van me is vermogens beheerder. Hij kende mijn auto en bevestigde het verhaal.

In 1981 is deze Rolls nieuw aangeschaft in Milaan en hij heeft zijn leven lang dienstgedaan met een chauffeur achter het stuur. De teller staat nu pas op 37.000 kilometer! Het was in zijn tijd een enorm dure auto, de prijs moet rond de 600.000 gulden hebben gelegen. Dat was dus in 1981, het jaar waarin ik voor 100.000 gulden mijn eerste huis kocht! Het aantal toeters en bellen op deze auto is enorm en alles werkt. Hij is werkelijk fantastisch.

Zo af en toe verhuur ik hem voor bruiloften, maar ik heb er vooral plezier mee, vandaar de chauffeurspet. Op de meeste ritten zit mijn vrouw naast me, met een mooie hoed op. Driving my lady, dat is een fantastisch gevoel. Ik zou heel graag in contact komen met de zoons van de vorige eigenaar van mijn Rolls. Ik zou alles willen weten van het verhaal van deze auto en ik wil vooral dat ze weten dat de auto van hun vader goed wordt verzorgd, hoe pijnlijk de situatie verder ook is.”

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Lezersreacties (50) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.