Renault Mégane (2015) - Test
De nieuwe uitdager
238 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
De vierde generatie Mégane staat in de startblokken. Aan de eveneens nieuwe Opel Astra heeft hij meteen een serieuze concurrent. Wat heeft de Mégane in huis om daar tegen ten strijde te trekken?
De oplettende lezer zal in onze multitest van deze week een grote afwezige hebben ontdekt. Als er, naast de Golf, één auto is die geroepen is om de nieuwe Astra te pareren, dan is het de Renault Mégane. Die staat echter op het punt te worden vervangen en de opvolger komt pas aan het einde van de winter naar ons land. Toch konden we afgelopen week in Portugal vast even proeven van de vierde generatie Mégane.
Het bleek een aangename, verrassende kennismaking. Van opzij bezien is de nieuwe Mégane eigenlijk een vrij anonieme verschijning. Het profiel doet op sommige punten denken aan dat van de Toyota Auris en dat is niet alleen onze indruk; veel reageerders op onze site merkten dat ook op. Ontwerper Laurens van den Acker, die na de proefrit bij ons aan tafel schuift, erkent dat en legt uit dat je in dit segment, anders dan bij bijvoorbeeld de Espace, streng gebonden bent aan allerlei conventies. Om de nieuwe Mégane toch boven de massa te verheffen, is Van den Acker aan de slag gegaan met licht. De C-vormige dagrijverlichting (niet op de instapper) geven het front een heel eigen gezicht, de golvende, rode ledstreep die de achterlichten vormt, maken van de achterkant een waar kunstwerk. Ook met de proporties heeft Van den Acker veel winst weten te behalen, legt hij uit: "Een langere wielbasis en grotere spoorbreedte maken dat de Mégane er wulps uitziet. Dat is in dit segment zeldzaam. Alfa Romeo is de enige die dat verder heeft. Seat had het, maar is inmiddels te veel verduitst."
De Mégane deelt veel van zijn techniek met de eerder dit jaar geïntroduceerde Espace en Talisman en dat zie je aan de binnenkant vooral aan dat grote, staande touchscreen. Dat betekent wel dat hij ook de nadelen daarvan meekrijgt. De virtuele knoppen aan de zijkant reageren vaak niet meteen en het feit dat je niet voelt wat je doet, maakt dat er niet gemakkelijker op. Bovendien zijn ze van een soort kunststof die gevoelig is voor vette vingers. De kunststof aan de onderste helft van het dashboard voelt en oogt nogal goedkoop, maar voor de rest ziet het er allemaal keurig uit, al missen we het extravagante van de Espace. Maar goed, dat is dan ook een niche-model, terwijl de Mégane een groot en breed publiek moet aanspreken. Als de avond valt, wordt het onverwacht nog wat feestelijker dankzij de strips sfeerverlichting in de portieren en middentunnel.
Dynamisch onderstel
De ruimte op de achterbank valt ons nogal tegen. Zowel been- als hoofdruimte is onder de maat in dit segment. Daar staat een bovengemiddeld grote kofferruimte (343 liter, met rugleuning plat 1.247 liter) tegenover; een combinatie die de Mégane deelt met landgenoot 308. Voorin zit je echter erg goed. De zitpositie is lekker laag en je kunt het stuur ver naar je toe trekken. Dat voelt sportief aan en dat blijkt te passen bij het karakter van de auto, zo ervaren we algauw. Het onderstel zit aan de dynamische kant van het spectrum. Vooral de demping is vrij hard, terwijl de vering net iets meer slag heeft. Het geeft de Mégane een sportief, maar toch nog enigszins comfortabel karakter. Zelfs bij stevig sturen blijft hij mooi neutraal; je moet het bont maken voordat de neus naar buiten begint te schuiven. Ook erg enthousiast zijn we over de besturing. Die is wat licht, maar in het midden mooi rustig, terwijl je bij meer stuuruitslag behoorlijk wat weerstand en feedback krijgt. De nieuwe Mégane is ook leverbaar met 4Control-vierwielbesturing, maar die is voorbehouden aan de GT.
Wij rijden de 130 pk dCi en dat is een verrassend kwieke motor. Helemaal onder in het toerengebied heeft hij een dipje waar je even doorheen moet – iets wat door de ietwat bruusk aangrijpende koppeling enige behendigheid vergt – maar eenmaal op toeren is hij krachtig en soepel. De zes verzetten zijn vrij kort, waardoor de motor bij 130 km/h 2.600 toeren draait. De zes had best wat langer mogen zijn; de motor kan dat gemakkelijk aan. Niettemin is hij ook dan keurig stil. De transmissie voelt verder goed aan, maar de slagen van de pook zijn wel wat aan de lange kant.
Dieselhybride
De vierde generatie Mégane staat begin maart 2016 bij de Nederlandse dealers, in eerste instantie alleen als vijfdeurs hatchback. De Estate volgt eind van het jaar; een coupé of cabriolet zullen we niet meer zien. Keuze is er wel uit motoren. Behalve de diesel die wij reden, is er ook één met 110 pk, die ook leverbaar is met EDC, de automaat met dubbele koppeling. Verder zijn er drie benzinemotoren: 100, 130 en 205 pk, waarbij laatstgenoemde standaard de EDC heeft, terwijl de andere twee er uitsluitend in handgeschakelde uitvoering zijn. Ook staat er een dieselhybride op de planning, maar die laat nog tot 2017 op zich wachten.
Lezersreacties (238) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.