Test: Lexus GS (2005)

Strak in 't pak

Lexus GS
Lexus GSLexus GSLexus GSLexus GSLexus GSLexus GS
AutoWeek 15 2005
AutoWeek 15 2005

Je leest het in AutoWeek 15 2005

De nieuwe Lexus GS is gegroeid, alleen merk je daar als grote Europeaan nog niet zo veel van. Verder is de auto volgestopt een keur aan nieuwe functies. Kunnen we ooit nog zonder? Je gelooft het bijna niet.

Een vertrouwde verschijning is de oude Lexus GS nooit geweest en de nieuwe versie zal dat ook niet worden. Met voor dit jaar nog een verwacht verkoopaantal van 175 stuks in Nederland zal een hoge mate van exclusiviteit gewaarborgd blijven. Voor een deel is dit toe te schrijven aan een kleine verkooporganisatie. Aan de andere kant is het moeilijk om je als nieuwkomer te nestelen in het premiumsegment. Dat vergt decennia en die tijd lijkt Lexus te nemen, ze houden vol. Met hooggespannen verwachtingen hebben de Japanners een auto ontwikkeld die het vorige model moet doen vergeten. Of het ze zal lukken? De auto heeft een aantal sterke punten om zich met de Europese gevestigde orde te kunnen meten, het blijft echter een vreemde eend in de bijt.

De GS is gegroeid, de wielbasis zelfs met vijf centimeter. Dit zijn centimeters die voor een belangrijk deel direct ten goede komen aan de inzittenden. En net als bij het vorige model is de auto weer verkrijgbaar met een zes- en achtcilindermotor. Op een diesel hoeven we voorlopig niet te rekenen, maar toch komt er meer: in de loop van volgend jaar kunnen we een hybridevariant verwachten. De gecombineerde benzine- en elektromotoren zijn niet de enige innovaties. Al direct is de GS (afhankelijk van de uitvoering) verkrijgbaar met een achteruitrijcamera, elektronisch gestuurde remmen, variabele schokdemping, intelligente veiligheidssystemen en een variabele stuurinrichting.

Krap in 't pak
Voorheen werd er over Lexussen nog wel eens geschamperd dat het klonen waren van wat er bij onze oosterburen wordt gebouwd, maar dat lijkt verleden tijd. De nieuwe GS heeft een eigen gezicht en nog een strak gezicht ook. Natuurlijk loopt hij keurig in de pas met wat tegenwoordig de mode is. Zo is de daklijn laag, elegant en gestrekt - iets wat we bijvoorbeeld ook zien bij de CLS, Mercedes' vierdeurscoupé. Het lijkt er overigens wel op dat de originele vormgeving boven de functionaliteit is gegaan. Het lage dak heeft namelijk tot gevolg dat zowel voor- als achterin de hoofdruimte beperkt is, wat een onprettige zitpositie als resultaat heeft. Zeker wanneer je wat langer bent, is het lastig om een plekje achter het stuur te vinden. Niet alleen kom je met je hoofd tegen de hemelbekleding, ook met je benen kom je in de knel te zitten. Verder kun je het stuur net niet ver genoeg naar je toehalen en komt de A-stijl dreigend op je af met een grote dode hoek tot gevolg. Jammer, je hebt nu al snel het gevoel in een te strak pak te zitten.
Hadden ze op dit punt toch nog maar wat beter naar de Duitse tegenstrevers gekeken, in een A6, 5-serie of E-klasse zit je niet snel klem. Dit maken de Japanners niet goed met hun hoge afwerkingsniveau. Ook voor de indeling van het interieur lijkt Lexus z'n eigen weg gevonden te hebben. Over de materiaalkeuze en de plaatsing van de verschillende knoppen, toetsen en schakelaars valt te twisten (ze lijken een beetje willekeurig door het interieur gestrooid), het zit wel allemaal strak en stevig in elkaar. In grote lijnen hebben we nog twee punten van kritiek: ten eerste hebben we liever een stuurwiel dat uit één materiaalsoort is opgetrokken, nu zitten we met de overgang van stroef leer naar glad hout. Het andere minpuntje betreft de airconditioning. In de stand "AUTO" lijkt 'ie maar wat aan te wapperen. Dit valt op te lossen door je zelf met de dosering van lucht en warmte (of koude zo u wilt) te bemoeien, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Indrukwekkende motoren

De motoren vormen een sterk punt. Een oude bekende is de 4,3-liter V8-motor. Deze is goed voor 283 pk en 417 Nm en doet z'n werk zonder wanklanken en nagenoeg trillingsvrij. We hebben een euro op z'n kant op het kleppendeksel gezet en moesten enig geduld uitoefenen voordat de munt omviel. Alleen zijn we net iets minder enthousiast over de zestrapsautomaat die aan deze motor gekoppeld is, of liever gezegd: over de elektronica die deze bak bestuurt. Hij reageert een beetje traag en blijft vrij lang in een te hoge versnelling hangen. Zeker in de sportstand verwacht je wat meer activiteit. Nu is het een kwestie van tijdig de pook een tikje naar 'plus' of 'min' geven.
Een bijzonder goede indruk laat de nieuwe V6 achter. We hebben hier te maken met een directe inspuiter van drieliter. Deze moet met z'n 249 pk slechts 34 pk toegeven op z'n grote broer. In de praktijk zijn z'n prestaties meer dan toereikend. Hij doet nagenoeg net zo stil z'n werk en is nog altijd in staat om de 1595 kg wegende sedan in 7,2 seconden vanuit stilstand op 100 km/h te brengen. Niks mis met deze zespitter, eigenlijk is het gewoon genoeg.
De wielophanging bestaat voor uit dubbele driehoekige draagarmen en achter uit een meervoudig stangenstelsel. Wie voor de GS430 gaat kan de auto bestellen met AVS (adaptieve variabele schokdemping); echt nodig is het niet. En het verschil tussen sportief en comfortabel lijkt ook minder groot dan bij bijvoorbeeld Audi of BMW. Zonder dit actieve systeem is het in de auto net zo goed prima uit te houden. Overigens komt de auto zowel met als zonder AVS bij lagere snelheden een beetje stoterig over en komt het onderstel pas 'op snelheid' tot z'n recht. Als het gaat om strak op de weg liggen, komt het net iets goedmoediger over dan bij de A6 en de 5-serie. Het neigt meer naar wat we gewend zijn bij de E-klasse.

Zelfstandig tegensturen
Lexus is flink in de weer geweest met veiligheidsvoorzieningen. Van knieairbags tot veiligheidsgordels die alvast beginnen aan te spannen wanneer de sensor van de adaptieve cruise control obstakels detecteert en van een elektronisch geregeld remsysteem tot een wel erg bijzonder stabiliteitssyteem, alles is mogelijk. Vooral het stabiliteitssyteem maakt indruk (of eigenlijk nauwelijks omdat het nagenoeg ongemerkt z'n werk doet). Tot voorkort werkten ESP en de daarmee overeenkomende systemen met het bijregelen van de gasklepstand en het afremmen van afzonderlijke wielen om de auto de ingestuurde baan te laten volgen. VDIM (Vehicle Dynamics Integrated Managent), zoals Lexus het noemt, gaat verder en werkt samen met de stuurinrichting die net als bij BMW's AFS verkrijgbaar is met een snelheidsafhankelijke variabele overbrenging (VGRS). Omdat deze variabele overbrengingsverhouding wordt verkregen met behulp van een elektromotor, is het ook mogelijk om de elektronica zonder medeweten van de bestuurder de wielen te laten sturen. Bij matig overstuur werkt VDIM net als de conventionele ESP door de wielen bij te remmen, het grote verschil is echter dat VDIM bij overmatig overstuur ook zelfstandig gaat tegensturen door gebruik te maken van de mogelijkheden die VGRS biedt. Lexus claimt hierdoor een nog grotere veiligheid.

De basisprijs is met E 57.250 voor de GS300 Business scherp te noemen. Vergelijkbaar gemotoriseerde versies van de Audi A6, Jaguar S-Type of de Chrysler 300C liggen ook op dat niveau en bij BMW en Mercedes ben je voor een 5-serie of E-klasse meer kwijt. Maar die merken hebben zonder uitzondering ook goedkopere instapmotoren in de prijslijst staan en dat is bij Lexus niet het geval. Wat de Japanners wel bieden, is een kwaliteitsbeleving waar de rest maar met moeite aan kan tippen en dat is dan ook een, zo niet hét, argument dat voor deze auto pleit.