Honda E vs. Mini Cooper SE - Vergelijkende Test
Tegen de stroom in
57 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
EV’s komen steeds verder op een volle accu. Althans, dat dachten we. Er zijn namelijk altijd uitzonderingen die de regel bevestigen: ziehier de Honda E en de Mini Electric. Het maakt ze overigens geenszins minder interessant. Deze twee elektro-gadgets hebben andere kwaliteiten, elk op hun eigen vlak overigens. Welke is de leukste?
De elektrische auto wordt met zijn alsmaar toenemende actieradius steeds volwassener en daardoor – weliswaar vaak ondersteund door een financiële prikkel – ook steeds meer een serieus alternatief voor de auto met benzineof dieselmotor. Uiteraard zijn er altijd uitzonderingen die de regel bevestigen en lekker tegen de stroom in zwemmen, zoals de Honda E en de Mini Electric. Grote overeenkomst tussen deze compacte EV’s is dat ze een stevig prijskaartje hebben – het begint net boven de € 35.000 – en dat het voor dat geld nu niet bepaald de meest praktische auto’s zijn die je kunt vinden. Maar daar gaat het bij dit setje elektro-gadgets ook helemaal niet om. Het zijn veel meer lifestyle-accessoires bomvol karakter. Waarbij direct moet worden opgemerkt dat de respectievelijke fabrikanten dat karakter wel elk op hun eigen manier invullen.
Dat begint al bij de opzet van de twee auto’s. De Mini is in principe de bekende driedeurs voorwielaandrijver, alleen nu met een elektromotor onder de kap en een accupakket in plaats van een brandstoftank onder de achterbank. Honda heeft voor de compleet nieuwe vijfdeurs E een eigen platform ontwikkeld, waarbij de onder de vloer van de kofferbak geplaatste elektromotor de achterwielen aandrijft. De afmetingen van de respectievelijke accupakketten zijn relatief bescheiden en dat heeft direct invloed op de capaciteiten. Het accupakket in de Mini heeft bruto 32,6 kWh, waarvan netto 28,9 kWh overblijft. Dat is zelfs vrij bescheiden vergeleken met wat Honda opgeeft: 35,5 kWh. Hierbij geeft Honda niet aan of dit bruto of netto is, maar op basis van ons verbruik en wat we kunnen laden, gaan we ervan uit dat het bruto is. Maar goed, bruto of netto, de grootte van het accupakket heeft direct invloed op de actieradius, want uiteindelijk kom je met een grote accu verder.
Minstens zo interessant is het elektriciteitsverbruik. Dat is bij de Mini met zijn kleinere accu zoveel lager, dat hij uiteindelijk toch net iets verder komt dan de Honda. Dat is het geval bij zowel de opgave in de folder als in de praktijk. Wanneer we ons geregistreerde verbruik met beide auto’s extrapoleren, komen we met de Mini op een volle accu slechts een bescheiden 165 kilometer ver, terwijl het bij de Honda al na een schamele 146 kilometer echt ophoudt.
STRAK LAVEREN
Hun rijbereik geeft al aan dat stedelijk gebied de natuurlijke habitat is van dit eigenwijze duo. Daar doet het feit dat je ze allebei kunt inpluggen bij de gelijkstroomsnellader verder niets aan af. Honda levert de E met de keuze uit twee vermogensvarianten: 136 en 154 pk. Bij de Mini Electric is er geen vermogenskeuze, want die is er ongeacht het uitrustingsniveau alleen met 184 pk. In deze test hebben we de Honda met de sterkste motorvariant en die elektromotor maakt van de 1.525 kg zware auto een kwiek karretje. De respons op het gaspedaal is dik in orde, althans zolang je vooruit wilt; afremmen op de motor gebeurt echter slechts in beperkte mate. In principe rolt de auto gewoon door wanneer je je voet van het gaspedaal haalt. Wel is het mogelijk om met de flippers achter het stuur op de motor af te remmen. Voor wie meer remkracht wil, volstaat een druk op een knop op de middentunnel, waarna er gretiger wordt gerecupereerd zodra je het gaspedaal loslaat. De Honda wordt daarmee niet zo gretig als de Mini, waar je het rempedaal zelfs nauwelijks nodig hebt.
Zonder dat je bij de Mini daarvoor iets hoeft in te stellen, gebeurt er zowel bij het intrappen als het loslaten van het gaspedaal veel meer en dat draagt direct bij aan zijn speelse, dynamische karakter, indachtig het Cooper S-logo op de achterklep. De fellere reacties van de Mini op het gaspedaal sluiten keurig aan bij de afstemming van dempers en veren. Het onderstel voelt prettig stevig en communicatief aan en geeft de auto een lichtvoetig, haast kartachtig gedrag. De besturing is hiermee helemaal in lijn: relatief zwaar, maar met veel gevoel. Onderstel en aandrijflijn zorgen dat de Mini ons continu weet te verleiden om te spelen, op zoek naar waar de grens ligt.
Hiermee vergeleken is de set-up van het Honda-onderstel een stuk vriendelijker en daarmee meer in lijn met zijn aandrijflijn. Met de wielen op de hoeken en de accu aan de goede kant van het zwaartepunt voelt de E lekker stabiel aan. Hij is stevig geveerd, maar niet overdreven dynamisch. Er blijft meer dan voldoende comfort over. Uitnodigen om de grens op te zoeken, zoals de Mini, doet de Honda niet. De besturing is lichter en afstandelijk. Doordat er geen aandrijftechniek tussen de voorwielen van de Honda zit, kunnen die veel verder indraaien en dat levert een kleine draaicirkel op. Daardoor is de E nog gemakkelijker door druk stadsverkeer te laveren dan de Mini.
LIEVER EEN AQUARIUM?
De kartbeleving in de Mini wordt in het interieur nog eens onderstreept door het met alcantara beklede stuurwiel met een rood streepje dat de middenstand markeert en ook door de relatief lage zitpositie op stoelen die bovengemiddeld veel steun geven. Op de achterbank heb je als volwassene sowieso niets te zoeken; dat is meer een verlengstuk van het 211 liter kleine kofferbakje. Hier wijkt de elektrische Mini niet af van wat we kennen van de conventionele versies. De basisopzet van het dashboard van de Mini kennen we al bijna twintig jaar. Het is in de loop der jaren verder geëvolueerd tot een geheel waarin je het gevoel hebt dat alles volledig onder controle is.
Prettig is dat de bediening van het multimediasysteem niet is teruggebracht tot slechts het aanraakscherm; Mini houdt nog steeds vast aan de grote centrale controller tussen de voorstoelen. Hulde! In alle speelsheid bij het vormgeven van het interieur zijn de kwaliteit van de gebruikte materialen en het afwerkingsniveau niet vergeten. Het is van hoog niveau; aan alles merk je dat er een echt premiummerk achter zit. Daarmee willen we de Honda geenszins declasseren, integendeel. In de E zijn afwerking en materialen tiptop en dragen ze sterk bij aan de beleving van het karretje.
Nog meer dan bij de Mini speelt bij de Honda design een prominente rol; niet alleen vanbuiten, maar vooral ook vanbinnen. Zonder dat de functionaliteit eronder lijdt, is het design dé attractie van de kleine Japanner. Met bekleding zoals je die op een bankstel kunt vinden, strakke houtaccenten en een over de volle breedte van het dashboard geprojecteerde bos bloemen voelt het Honda-interieur als een verlengstuk van je huiskamer. In plaats van bloemen liever een aquarium? Geen probleem. Er is zelfs een gewoon 230V-stopcontact met een serieus amperage plus een hdmi-aansluiting.
Alles ademt huiselijkheid. Je eigen bubbel in de asfaltjungle. Het Honda-dashboard bevat maar liefst vijf beeldschermen. De buitenste twee doen dienst als monitor van de achteruitrijcamera’s. Aardig detail daarbij is dat je de camera’s net als echte buitenspiegels kunt verstellen. Een nadeel blijft dat je op die schermen altijd even moet focussen én dat het zicht op het linkerscherm deels schuilgaat achter je linkerhand. De binnenspiegel is naar keuze te gebruiken als echte spiegel of als beeldscherm van een camera. In het laatste geval betekent dit ook dat je je ogen even moet laten wennen. Voordeel is wel dat het zicht naar achteren in de cameramodus je niet wordt ontnomen door lange achterpassagiers. Van de overige drie schermen op het dashboard fungeert dat recht voor je als een overzichtelijk instrumentarium en zijn de twee resterende schermen flexibel in te zetten voor multimedia-doeleinden. De bediening is kinderlijk eenvoudig. Er is door Honda goed over nagedacht en wellicht heeft het merk ook goed gekeken naar wat de telefoonindustrie doet. De prettig snel reagerende menu’s zijn namelijk naar eigen inzicht in te delen, zowel door de bestuurder als door de bijrijder, die zijn eigen menu heeft.
VORM MET FUNCTIE
Dat Honda voor de opzet van het interieur volgens een andere filosofie te werk is gegaan dan Mini, is ook terug te zien in de fysieke indeling. De zitpositie voorin is relatief hoog en vrij rechtop, waarbij opvalt dat de stoel door de vorm van de zitting en de rugleuning minder zijdelingse steun biedt dan zoals dat bij de Mini het geval is. De stoelverwarming werkt overigens prima. Daaraan worden we met grote regelmaat herinnerd wanneer we die met de knie onbedoeld inschakelen.
Evengoed is de Honda net iets praktischer opgezet dan de Mini. Om te beginnen heeft hij als enige achterportieren. Hiermee heb je toegang tot een vlakke tweezitsbank (er zitten achterin ook maar twee veiligheidsgordels), waarop je zowaar nog best aardig kunt zitten. Dat geldt zeker wanneer we de ruimte vergelijken met die in de Mini. De bagageruimte is daarentegen nog bescheidener van formaat en met slechts 171 liter kun je er behalve de laadkabel niet heel veel bagage in kwijt. Gelukkig kun je via de achterportieren wel gemakkelijk je boodschappentassen op de achterbank parkeren.
De twee motorvarianten zijn door Honda gekoppeld aan elk hun eigen uitrustingsniveau. De versie met de meest potente motor beschikt daardoor over 17-inch in plaats van 16-inch lichtmetaal, over acht in plaats van zes luidsprekers en over een aantal aanvullende praktische functies, zoals een dodehoekwaarschuwingssysteem, een extra functionaliteit van het camerasysteem en een verwarmd stuurwiel. Als een van de weinige opties biedt Honda in plaats van de nette stoffen bekleding tegen meerprijs leer aan. Daarnaast kun je de E optisch nog een klein beetje personaliseren. Functionaliteit toevoegen zit er echter niet in en dat is ook helemaal niet nodig. De auto is qua comforten veiligheidsvoorzieningen in de basistrim al behoorlijk compleet.
Bij Mini wordt er gewerkt met vier uitrustingsvarianten: Basic, Essential, Charged (de auto in deze test) en Yours. Al in de basisversie is de auto uitgerust met automatische airco, een navigatiesysteem en Apple CarPlay, terwijl de Yours standaard onder meer een glazen panoramadak meekrijgt, net als leren bekleding. De verschillen in functionaliteit moet je zoeken in de uitrustingsvarianten. De lange lijst met mogelijkheden om de auto helemaal naar eigen inzicht op te tuigen bestaat hoofdzakelijk uit de extra optische aankleding. Als het gaat om assistentiesystemen is de Mini keurig bij de tijd en is de Honda completer.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Oordeel
De auto’s in deze test zijn veel meer bedoeld als elektro-gadget voor grootstedelijk gebruik dan bedacht om als volwassen EV de bakens te verzetten. De fabrikanten kiezen daarbij elk hun eigen route. Bij de Honda begint het met zijn verfrissende, minimalistische uiterlijk, compleet anders dan wat we kennen, alsof het om een concept-car gaat. Dé attractie bij deze auto is zijn interieur. In al zijn speelsheid is daarbij de functionaliteit niet vergeten. Hij neemt met al zijn schermen duidelijk afstand van de Mini, waarvan de basisopzet alweer zo’n twintig jaar meegaat. Bij de Mini ligt de attractie dan ook op een heel ander vlak. Natuurlijk, hij heeft voor velen zijn uiterlijk nog altijd mee en het interieur is ook nog altijd eigenzinnig (waarbij vorm soms net even boven functie is gesteld). De Mini onderscheidt zich echt met zijn zijn kartachtige rijcapaciteiten. En dat maakt dat de Mini en de Honda hun sterkste punten elk op een ander vlak hebben, waarbij de Honda nog net even praktischer in gebruik is.
Lezersreacties (57) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.