Ford Focus ST (2005) - Test

Er gaat 'uitlaatklanktechnisch' bijna niets boven de roffelende sound van een vijfcilinder. Die klinkt rauw, puur en voor autofielen zelfs opwindend. Wie ooit meegereden heeft met een oudere Audi 90 of de oerquatrro, weet wat we bedoelen. Ook de eerste Volvo's 850 laten van die heerlijke klanken horen. En nu is het alsof dat geluid is gereïncarneerd in de Focus ST. Telkens weer laten we de snelle hatchback terugzakken tot onder de 3.000 toeren, als je vervolgens het gaspedaal vloert, lijkt het geluid uit het diepst van z'n ziel te komen. De vijfcilinder beloont je met een donkerbruin gestamp, ten teken dat 'ie aan de bak moet. We reden ook wel eens een Volvo S40 of V50 T5 met deze krachtbron, maar daarin hoor je 'm door geluiddempende materialen amper. Terwijl Fords Team RS, verantwoordelijk voor Fords race- en rallyauto's en snelle straatversies, zich juist heeft ingespannen om de inzittenden en buitenstaanders volop van het orkest van vijf springende zuigers te laten genieten. In Zuid-Frankrijk nabij het circuit van Le Castellet, Paul Ricard, zien we dan ook enkele jongeren langs de weg gebaren maken. Gas, gas, gas, lijken ze te schreeuwen. Enthousiast begroeten ze onze reacties met de rechtervoet. Mooi toch? Team RS kwam bij de zoektocht naar een geschikte krachtbron voor de Focus ST binnen de Ford Motor Company al gauw terecht bij Volvo's vijfpitter. Nog vijf extra pk's werden eruit gehaald en de zesbak van Volvo werd voorzien van kortere overbrengingen. Het blok lijkt er nooit genoeg van te krijgen, boven de 6.000 toeren geeft hij nog een eindspurt tot 7.000 omwentelingen. In deze auto kun je het niet laten om het raam open te doen in tunnels en bij het rijden langs muurtjes. En komt u er een tegen, laat dan ook een zijruitje zakken. Met een beetje geluk gaat de ST-bestuurder net op het gas staan.

Duidelijk herkenbaar

Een beetje autospotter herkent de Focus ST direct. Zeker wanneer het een sinaasappeloranje (Electric Orange) exemplaar betreft. Die kleur is exclusief aan de heetste Focus voorbehouden. Maar ook in een beschaafdere lak zie je meteen dat het een ST is. Voor in de compleet afwijkende voorbumper zijn grijs omrande kunststof inzetstukken met daarin de mistlampen. De grille heeft grofmaziger, zwart kippengaas. Een glimmende plaat met daarop rode letters ST op de plek waarbij de normale Focus het zijknipperlicht zit, trekt de aandacht en profil. Maar de 18-inchwielen doen dat nog meer. Tel daarbij op de fikse achterspoiler, de van inkepingen en butsen voorziene achterbumper en de dubbele uitlaat, en je hebt een opvallende hot hatch, geheel in stijl met zijn rivalen de Opel Astra OPC en de Volkswagen Golf R32, al valt de Focus in de prijsklasse van de GTI. Voor 32.900 euro doet de Ford-dealer afstand van de ST, die daarmee E 150 meer kost dan een Golf GTI, maar E 4.005 minder dan een Opel Astra OPC. Qua vermogen zit de ST precies tussen de GTI met 200 pk en de 250 pk sterke R32 in.

ST vriendelijk, RS beestachtig

Ford heeft de Focus ST heel bewust aan de comfortabele kant gehouden. Natuurlijk, hij is behoorlijk stevig geveerd, maar de demping rekent niet zo meedogenloos af met oneffenheden als in de Opel Astra OPC. Volgens Jost Capito, de hoogste man van TeamRS, is de OPC dan ook niet echt zijn concurrent. Een OPC zou eerder concurreren met een eventuele Focus RS. "RS staat voor de extremere versies, zoals de vorige Focus RS. Een fantastische auto voor het circuit, maar een tikkeltje bokkig voor alledaags gebruik. Dat hadden we met de Focus ST juist niet voor ogen, de auto moest gewoon prettig in de omgang worden. Ik houd mijn medewerkers altijd voor dat je Fords ST moet vergelijken met dolfijnen, terwijl de RS'en meedogenloze haaien zijn", Komt er ook een Focus RS? "Voorlopig niet", aldus Capito. De ST kan zijn vermogen redelijk goed kwijt bij het uitaccelereren. Het ESP grijpt snel in, sneller dan bij de Opel Astra OPC die we vorige week reden. Opnieuw wordt duidelijk hoe verschillend de twee zijn. De motor komt rechtstreeks van Volvo, ook aan de turbo is niets veranderd. TeamRS heeft de 2,5 liter wel getuned, vooral op koppel onderin, en uiteindelijk levert de vijfpitter in de Focus ook nog vijf pk extra. "Natuurlijk hadden we een grotere turbo kunnen monteren en zo veel meer vermogen uit het blok kunnen halen, dat zou de auto echter duurder maken en bovendien gaat het vriendelijke karakter daarmee verloren", licht Capito toe.

Geluid geeft doorslag

Het stuur van de Focus ST heeft de juiste dikte, en laat zich voldoende ver naar de bestuurder toe halen. Zoals je van een snelle Ford verwacht, stuurt de ST direct en biedt de besturing voldoende gevoel, al stuurde de oude Focus ST170 naar ons idee communicatiever. In snelle bochten is de ST prima in balans, het duurt lang eer hij over de voorwielen wegschuift, en de achterkant komt niet opeens gemeen omzetten. De Astra OPC is op dit onderdeel veel onrustiger, eerst onderstuurd en vervolgens zoekt de kont bij gas lichten de buitenkant van de bocht op. Dat laatste is zeker spectaculair en er zijn legioenen diehards die zo'n onstuimig karakter juist waarderen. Net als de Astra OPC heeft de ST een handgeschakelde zesbak, die zich met korte slagen laat bedienen. Een fijne transmissie die voor het mooie met een wat langere versnellingspook in verbinding had mogen staan. Stoer is het extra instrumentarium boven op het dashboard. De drie kleine metertjes geven van links naar rechts de olietemperatuur, de turbodruk en de oliedruk aan. Dat maakt zo'n auto natuurlijk helemaal af! Fraai zijn ook de Recaro-stoelen met de lakkleur daarop terugkerend. Ze zijn behoorlijk smal en houden je innig omarmd. Helaas staat de stoel nog wat aan de hoge kant; voor een hot hatch is een zo laag mogelijke zitpositie altijd prettig. Je kunt achterin twee bucket seats bestellen, maar standaard heeft de ST een normale achterbank waarop drie personen kunnen zitten. Voor wie de forse bumpers en 18-inchwielen nog niet heftig genoeg vindt, biedt Ford een achterspoiler aan. Die kost 300 euro extra, maar zit standaard (tegen de meerprijs) op de eerste modellen die de importeur levert. Wie de opvallende oranje lakkleur wil (meerprijs 1.200 euro), moet snel beslissen. Na een aantal maanden gaat deze lak uit het kleurengamma, maar er komt wel weer een andere bijzondere tint voor terug. Welke dat is, wil de importeur nog niet zeggen. Ford Nederland is overigens erg optimistisch over de kansen van de ST. Er moeten jaarlijks minstens 250 Nederlanders voor de ST vallen. Ach, dat moet vast lukken, want wie nog twijfelt, wordt wel door de lokroep van de vijfcilinder turbomotor over de streep getrokken.