Fiat 500e vs. Peugeot e-208 - Vergelijkende Test
Meedoen met de grote jongens
207 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
De Fiat 500 is voor het eerst sinds 1936 leverbaar met een achterdeur. Is dat genoeg om hem een alternatief te maken voor een praktische EV als de Peugeot e-208? Een onderzoek!
Sinds 1936? Jawel, want ook de Fiat Topolino heette officieel al 500. Nu kunnen we de geschiedenis van de klassieke 500’s en het retro-kleintje uit 2007 natuurlijk niet zomaar aan elkaar lussen, maar feit is dat de Fiats met typenaam 500 (of Cinquecento) het altijd zonder achterdeuren hebben gedaan. Tweedeurs dus. De enige uitzonderingen op die regel, de moderne 500L en 500X, zijn een stuk groter geen echte afgeleiden dan échte 500’s. De geheel nieuwe 500e die vorig jaar werd geïntroduceerd, is dat zeer zeker wel.
Die auto heeft dezelfde basisvorm als zijn voorganger, die overigens gewoon leverbaar blijft als benzine-alternatief. Met strakkere flanken met verzonken deur grepen, op creatieve wijze opgesplitste koplampunits en nieuwe led-achterlichten is het nieuwe elektrische model duidelijk strakker vormgegeven, terwijl het toch onmiskenbaar een 500 is. Knap, en wat ons betreft ook zeker geslaagd. Behalve het nieuwe uiterlijk en de elektrisch aandrijflijn is er nog een belangrijk nieuwtje: een derde carrosserievariant. Naast de gesloten hatchback en open Cabrio (niet meer 500C, want dat zit de ‘e’ in de weg) is er nu ook een 3+1. Dat +1 betekent een extra deurtje aan de rechterzijde van de auto, zoals de Mini Clubman van de vorige generatie dat ook had. Fiat monteert dus geen volwaardige achterdeur, maar een klein, naar achteren openend deurtje dat de toegang tot de achterbank wat moet vergemakkelijken.
In theorie kan dat best een groot verschil maken, maar in de praktijk valt het wat tegen. De 500e 3+1 is niet groter of ruimer dan zijn broertjes, dus de achterbank zelf is nog steeds te krap voor volwassenen, grotere kinderen of baby stoeltjes. Omdat de deur niet aan de bestuurderskant zit en bovendien alleen geopend kan worden als de voordeur ook open gaat, vormt hij ook geen makkelijke manier om snel een jas of tas op de achterbank te krijgen. Wie vaak iets met een achterbank moet, heeft eigenlijk nog steeds niets te zoeken bij de Fiat 500. Dit is daarmee ook de eerste vergelijkende test waarin de huidige Peugeot 208 de winst pakt op het onderdeel ‘ruimte’. Met zijn standaard aanwezige, normale achterdeuren en aanzienlijk riantere ruimte achterin is de Fransman de Italiaan hier duidelijk de baas, zelfs als het voor volwassenen alsnog bepaald geen feest is achter in de 208. Ook op het gebied van bagage ruimte is het verschil groot. De Peugeot biedt achter de bank 265 liter, dat is 80 meer dan in de Fiat. Met de bank plat is het verschil nog veel groter. Bovendien valt op dat het laadruim(pje) van de 208 mooier is afgewerkt.
ANTENNEGERUIS
De praktische winst van de 3+1-versie valt dus wat tegen, maar het goede nieuws is dat het extra deurtje geen afbreuk doet aan het charmante voorkomen van de Fiat 500. Het interieur is net als de buitenkant een goed geslaagde, moderne interpretatie van de stijl die we al kenden van de 500. De vriendelijke, afgeronde vormen mochten blijven, net als de enkele ‘klok’ achter een charmant ogend stuur. Tegelijkertijd oogt de boel een stuk opgeruimder, heerst er dankzij stof in plaats van lak een wat warmere sfeer en geven een 10,25-inch touchscreen en een digitaal instrumentarium een moderne touch. Dat scherm werkt uitstekend, zeker voor een auto in dit segment. Het reageert snel, ziet er mooi uit, is uitgebreid en het bevat alle moderne gemakken. Wel is het jammer dat de bediening van de stoelverwarming via het scherm moet, al is er voor de climatecontrol gelukkig nog wel een knop. Die stoelverwarming kent trouwens maar één stand en die fluctueert gedurende de rit hevig. Het is de moeder aller luxeproblemen, maar toch jammer. Nu we toch aan het zeuren zijn: de fraaie details kunnen niet verbloemen dat het dashboard en de deurpanelen gewoon van hard plastic zijn. De zitpositie is ten opzichte van de vorige 500 flink verbeterd, maar nog steeds hoog. Dat geeft veel overzicht, maar maakt de wat actievere bestuurder minder blij.
Ook onderweg blijkt al snel dat de Fiat trouw is gebleven aan zijn stadsauto-karakter. De besturing is licht, maar gevoelloos en de draaicirkel is prettig klein. De korte wielbasis en relatief hoge koets betekenen ook dat het onderstel vrij stevig moest zijn, zodat het op korte richels zaak is om de snelheid er goed uit te halen. Op de snelweg houdt de auto zich goed, maar daar voelt de Fiat wel echt zo klein als hij is. Ook dringt er opvallend veel windgeruis tot het interieur door, met name vanaf de antenne op het dak, en laat de aandrijflijn op snelheid een irritante, hoge piep horen. Toch jammer, want van een vrij prijzig kleintje als dit mag je een wat volwassener rij-ervaring verwachten.
FELHEID
De Peugeot voelt onderweg simpelweg veel serieuzer aan. De zit is lager, de besturing is wat communicatiever en minder licht, de auto is stiller en stabieler en het veercomfort is beter. Ook de lage zithouding en het sterk op de bestuurder gerichte dashboard doen veel voor de beleving. De Fiat heeft de naam van design-koning, maar de 208 is hier toch ook zeker geen saai ding. De vormgeving is uniek en oogt nog steeds modern en zeker de duurdere versies grossieren in mooie details. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar dat digitale 3D-instrumentarium of de inmiddels bekende rij ‘pianotoetsen’ in het midden. In het donker word je in de GT-variant verwelkomd met sfeerverlichting in een kleur naar wens. Erg chic. De gebruikte materialen zijn wat hoogwaardiger dan in de Fiat, al is dat bij Peugeot wel enigszins afhankelijk van de uitvoering. Jammer is dat hier de vorm wel een beetje voor de functie lijkt te gaan. De bediening van de 208 is hier en daar vrij omslachtig, vooral omdat er te veel functies in het scherm zijn verstopt en de infotainment-omgeving zelf behoorlijk traag is.
Ook jammer: de Peugeot toont het accupercentage wel als de laadkabel is aangesloten, maar niet onderweg. De Fiat doet dat altijd. Wel zo gemakkelijk. Nu is het wel zo dat dit percentage in de Fiat wat sneller keldert, om de simpele reden dat het een kleiner accupakket betreft. De 3+1-versie is altijd voorzien van de grootst leverbare batterij, maar die is met 42 kWh nog altijd kleiner dan de 50 kWhbatterij die Peugeot standaard in de elektrische 208 schroeft. De Fiat is in theorie en praktijk wel wat efficiënter (zie kader), dus het verschil valt kleiner uit dan je op basis van deze longinhoud zou verwachten. Met beide auto’s is een afstand tussen de 200 en 300 kilometer vrij eenvoudig haalbaar, zodat ze voor de meeste ritten zonder zorgen inzetbaar zijn. Gaat de accu toch leeg, dan laat de Fiat zich bij de snellader met 85 kW volpompen en de Peugeot met 100 kW. Nette waarden, met opnieuw een duidelijk, maar in de praktijk klein voordeeltje voor de Peugeot. Een 3-fasenlader is in beide gevallen aanwezig, dus thuis volladen is met de juiste lader in een paar uur gepiept. Ook als het gaat om vermogen is de Peugeot 208 met zijn 136 pk tegen 118 pk voor de Fiat nipt in het voordeel. De Franse auto is echter ook wat zwaarder, dus dat heft elkaar enigszins op.
5 MILLE VOOR DE TOP
Beide modellen zijn meer dan vlot genoeg voor normaal Nederlands gebruik, zonder ooit spectaculair snel te worden. Bij de Peugeot is er wel een opvallend verschil in felheid te bemerken tussen de normale rijmodus en de sportstand, terwijl bij Fiat zo’n sportstand in het geheel ontbreekt. Wel heeft de Fiat een Range-modus, en die heb je nodig voor one-pedal-driving. In de normale stand wordt er minder afgeremd en komt de auto ook niet helemaal tot stilstand. De Peugeot doet dit laatste zelfs ook niet; de mate van recuperatie wordt in de Fransman puur en alleen ingesteld door met de pook voor de stand ‘D’ of ‘B’ te kiezen. De voetrem is er altijd bij nodig. De 3+1-uitvoering van de Fiat 500e is € 2.000 duurder dan de hatchback en € 1.000 goedkoper dan de Cabrio. Hij is er net als laatstgenoemde alleen met het grootste accupakket en heeft een vanafprijs van € 32.900. Dat is duidelijk meer dan wat de goedkoopste e-208 kost; na een recente prijswijziging zit die net boven de 30-millegrens. Wij reden in beide gevallen de topmodellen, die allebei exact € 5.000 duurder zijn dan de instappers. Het verschil blijft dus intact, ook als er nog met wat losse opties wordt gestrooid.
Grote uitrustingsverschillen zijn er niet: beide compacte elektrische auto’s zijn in deze vorm toebedeeld met volledige ledverlichting, mooie lichtmetalen wielen, een interieur met daarin het grootst mogelijke beeldscherm en een fraaie aankleding, adaptieve cruisecontrol en ook een actieve rijstrookhulp. Laatst genoemde werkt in de Fiat trouwens wel wat beter dan in de Peugeot.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Oordeel
De Fiat 500e is een charmant ding, maar weet ook als 3+1 niet te overtuigen als serieus alternatief voor de Peugeot e-208. Daarvoor is de toegevoegde waarde van het extra deurtje te gering, en het voelbare verschil is op alle andere vlakken te groot. De Peugeot is niet alleen praktischer, maar rijdt ook nog eens beter en komt dankzij zijn grotere accu iets verder op een lading stroom. Dat laat onverlet dat de Fiat een charmante verschijning is, en daar doet de 3+1-versie dan weer niets aan af.
Lezersreacties (207) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.