Deze vergeten GTI was geestelijk opvolger oer-Mini Cooper maar had uiterlijk tegen
Gefacelifte Metro
De Rover 114 GTi 16V was de geestelijk opvolger van de legendarische Mini Cooper en had zelf ook het potentieel om uit te groeien tot koning der GTI’s. Helaas was de fabrikant die hem bouwde in 1990 al niet meer in staat om hem een passend uiterlijk mee te geven.
Ken je de auto op de foto's? Heb je er weleens eentje zien rijden? En interesseert het je überhaupt wat voor auto dit is? Eerlijk is eerlijk, ook wij stonden niet direct te trappelen van enthousiasme toen de mogelijkheid zich voordeed om een blokje om te gaan met een Rover 114 GTi.
Op het moment dat we echter de sleutels overhandigd krijgen en gaan rijden, weet hij ons hart verbazingwekkend snel te veroveren. Eerst vinden we de kleine Brit aandoenlijk, vervolgens vermakelijk en uiteindelijk ronduit verslavend! Als je met dit karretje een bocht induikt, tovert hij al snel een grijns van oor tot oor op je gezicht. Wat rijden betreft, doet hij erg denken aan de oorspronkelijke Mini Cooper. Die rijdt net zo. Geloof het of niet, maar dit hoekige Rovertje is de legitieme opvolger van die kleine grootheid. Dat hij desondanks zo snel in de vergetelheid raakte, was te danken aan Rovers gave om zichzelf een hak te zetten. Het bedrijf verkeerde al in behoorlijk zwaar weer toen het in 1990 de 100-serie op de markt bracht, met de 114 GTi als sportieve topmodel. Veel autofabrikanten koppelen bij het ontwikkelen van betaalbare modellen maar al te graag gedateerde techniek aan een fris, nieuw uiterlijk. Rover deed exact het tegenovergestelde en bouwde een auto die in dynamisch opzicht maar weinig concurrentie hoefde te dulden. Helaas oogde hij nog net zo slaapverwekkend als de Austin Metro van tante Annie. Als je hem echter parkeert en wegloopt, ben je op de straathoek alweer vergeten hoe hij eruitziet.
Austin Metro was Mini-opvolger
Laten we bij het begin beginnen. Dit verhaal begint met de eerdergenoemde Mini. Die verkoopt ook aan het eind van de jaren 70 nog goed, maar de fabrikant verdient er nauwelijks geld mee. Het Britse concern vraagt zich af hoe zo’n iconisch model kan worden opgevolgd. Ten eerste moesten de zwakke plekken van de Mini worden opgelost, met behulp van een grote achterklep, een neerklapbare achterbankleuning en tegen meerprijs vier portieren. Tevens dienen de sterke eigenschappen behouden te blijven: het optimale ruimtegebruik, het uitstekende onderstel. De opvolger kwam in 1980 als Austin Metro op de markt en heeft slechts twee nadelen: hij bis uitgerust met de stokoude stoterstangenmotoren uit de A-serie en hij heeft de uitstraling van een kartonnen doos. Geen wonder dat hij ons alleen is bijgebleven als de auto van schooljuf Diana Spencer, de latere Lady Di.
Mini bleef in productie, opvolger Metro werd uiteindelijk een facelift Metro
Terwijl de Mini gewoon van de band bleef rollen, werd begin jaren 80 begonnen aan de ontwikkeling van de Metro-opvolger. Dat werd een toonaangevende compacte auto – of dat zou hij tenminste zijn geworden als de directie van het concern de bijna productierijpe auto met de interne aanduiding AR6 in 1986 niet naar de eeuwige jachtvelden zou hebben gestuurd. Er was een goedkoper alternatief gevonden: een facelift voor de Metro.
Dat was een lastige klus, want de bejaarde Austin-motoren voldeden inmiddels niet meer aan de emissie-eisen. Naast de bekende samenwerking met Honda onderhield de fabrikant in die jaren nauwe contacten met PSA in Frankrijk, oftewel met Peugeot en Citroën. Daar vond Rover zeer bruikbare compacte motoren, inclusief diesels. Bij deze motoren is de versnellingsbak naast en niet onder de motor geplaatst zoals bij de Metro het geval is. Om dit probleem op te lossen, moest het voorste gedeelte van het onderstel volledig worden aangepast, waarbij ook de wielbasis werd verlengd. De rest van de carrosserie vanaf de A-stijlen blijft uit kostenoogpunt ongewijzigd, alleen de achterklep krijgt een iets rondere vorm. En ook een ander aspect blijft onaangetast: het Hydragas-onderstel. Gelukkig maar eigenlijk! Dankzij de met stikstof gevulde veerbollen heeft het autootje een veercomfort en een weglegging die conventionele onderstellen met stalen veren in die jaren alleen in het topsegment boden.
K-serie motor
Rover koos er uiteindelijk toch voor om in eigen beheer ontwikkelde motoren toe te passen in de nieuw ontwikkelde voorzijde van de 100 te monteren, gekoppeld aan transmissies uit Frankrijk. De vanaf 1989 gebouwde nieuwe motoren van de K-series hadden een module-layout, waarbij onder meer het carter, het blok en de cilinderkop door middel van lange bouten aan elkaar bevestigd waren. Daardoor was de motor levendig, licht, milieuvriendelijk, soepel en onderhoudsvriendelijk (dat laatste was bij Rover-voorganger British Leyland beslist geen vanzelfsprekendheid. In de oervorm met een cilinderinhoud van 1,4 liter beschikte de K-series viercilinder over een zestienkleps cilinderkop en twee bovenliggende nokkenassen. Mind you, dat alles was in die jaren voorbehouden aan prijzige sportwagens.
Het duurde nog tot 1990 voordat Rover alle componenten had uitontwikkeld, maar het eindresultaat was het wachten waard geweest. Door de langere, rondere voorkant oogde het model sierlijker, de motor was fantastisch en paste perfect bij het Hydragas-onderstel, met name in het geval van de topversie 114 GTi met 95 pk. De vakpers was vooral enthousiast over de balans en de lichtvoetigheid van het onderstel alsmede het levendige karakter van de motor.
Desalniettemin is de 114 GTi geen kwestie van liefde op het eerste gezicht. Zo doet het hoekige dashboard met zijn vele plastic weinig uitnodigend aan en de weinig steun biedende stoelen beloven evenmin veel goeds. Maar zodra je hem start en de motor als hij eenmaal op temperatuur is de sporen geeft, weet het karretje in een mum van tijd je hart te verRoveren. Hij wist het opwindende rijplezier van de oude Mini Cooper over te brengen naar de jaren 90 zonder dat het aan kracht inboette.
Naast Twingo en 106 oogde 110-serie antiek
Mooier dan dit wordt het verhaal helaas niet. Rover keek indertijd de dood al in de ogen, in 2005 moest het merk de handdoek definitief in de ring gooien. De 100-serie was het lot evenmin gunstig gezind. Omdat het model naast de Peugeot 106 en de Renault Twingo antiek oogde, werd de productie van de 100-serie in 1997 stopgezet. De oer-Mini die hij net als voorganger Austin Metro moest doen vergeten, ging ironisch genoeg pas drie jaar later uit productie. Het is een onrechtvaardige wereld.
Signalement
Merk | Rover |
---|---|
Model | 114 GTi 16V |
Carrosserie | 3-deurs, hatchback |
Transmissie | 5 versnellingen, handgeschakeld |
Aandrijving | voorwielaandrijving |
Nieuwprijs | € 13.157 |
Specificaties
Brandstof | benzine |
Motor | 4-cil. in lijn |
Cilinderinhoud | 1.396 cc |
Maximaal vermogen | 66 kW / 90 pk bij 6.250 tpm |
Maximaal koppel | 120 Nm bij 4.000 tpm |
Inhoud brandstoftank | 35 l |
Lengte / breedte / hoogte | 3.521 mm / 1.560 mm / 1.377 mm |
Wielbasis | 2.270 mm |
Massa leeg | 859 kg |
Laadvermogen | 366 kg |
Aanhangermassa geremd / ongeremd | 800 kg / 400 kg |
Banden | 185/55HR13Prijzen |
Topsnelheid | 183 km/h |
Acceleratie 0-100 km/h | 9,8 s |
Brandstofverbruik |
Lees ook
Deze Rover 111 heeft weinig soortgenoten meer in ons land - In het Wild
Rover 111 L (1994)
Deze Toyota Starlet vraagt om iemand met historisch besef - Liefhebber gezocht
Test: Renault Espace (2025) - In de voetsporen van de tweede Impreza
De prijzengekte rond oude Volkswagenbusjes lijkt over
Lezersreacties (47) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.