Deze Opel Kadett is onderhuids een Corvette, de Calibra een Lotus Omega!

Uiteindelijk is niets meer bij het oude gebleven. Zelfs het GSi-logo werd uit elkaar gehaald, de tussenafstand tussen de letters werd vergroot en vervolgens werd het logo weer netjes in de grille gemonteerd. Zodoende paste het weer perfect bij de nieuwe proporties van de Kadett-afgeleide. Over oog voor detail gesproken. Dat zorgde ervoor dat de Cordett, die de carrosserie van de Nederlandse verkooptopper van weleer combineert met de techniek van de Corvette C4, zo op het oog nog sprekend leek op de auto waarvan hij was afgeleid. Maar wie bedenkt zoiets? En waarom? De ene vraag valt eenvoudiger te beantwoorden dan de andere. Om met de eerste te beginnen: Günter Artz uit het Duitse Hannover. En het antwoord op de tweede vraag: omdat het kan, of beter gezegd omdat het kon, maar ook omdat Artz het geweldig vond om de tuningwereld op zijn kop te zetten. Tegen alle regels in verhoogde hij het vermogen en het prestatieniveau flink, maar hij combineerde dat met een ingetogen verpakking om het verrassingseffect zo groot mogelijk te maken. 

Artz deed eerst Volkswagens en Porsches

Toen Günter Artz in 1989 de Cordett aan de wereld voorstelde, was hij al zo’n twintig jaar bezig met dit recept. Hij bouwde altijd wolven in schaapskleren, onopvallend ogende auto’s met veel pk’s onder de motorkap. In 1969 ontwikkelde hij als bedrijfsleider van Volkswagen-dealer Nordstadt in Hannover de ‘Nordstadt-Express’, een vierdeurs Volkswagen 411 met een 911-motor achterin. Drie jaar later combineerde Artz het onderstel van een VW-Porsche 914/6 met de carrosserie van een Kever 1302 en de 190 pk sterke motor van een Porsche 911 S, om kort daarna de 911 S-krachtbron te vervangen door de motor van een 911 Carrera RS 2.7. Daarmee zette hij een ware publieksmagneet op de wielen. Veel krachtiger gemotoriseerd kon het indertijd niet zijn, en dat allemaal in een auto die nauwelijks opviel. 

Vergelijkbaar recept: de Artz Golf op Porsche 928-basis

De directe voorganger van de Cordett is de Artz Golf 928, die volgens een vergelijkbaar recept is samengesteld. Met behulp van het onderstel en een deel van de carrosseriestructuur van een Porsche 928 die bij een aanrijding beschadigd was geraakt, bouwde Günter Artz in 1979 een 240 pk sterke XXL-Golf, die bij een snelle blik nauwelijks afweek van een standaard-Golf, maar in werkelijkheid 21 centimeter breder en circa 30 centimeter langer was dan de reguliere uitvoeringen. De bijzondere creatie had een gemeten topsnelheid van 232 km/h en de bedoeling was dat hij voor 150.000 Duitse mark van eigenaar zou wisselen. Even ter vergelijking: de vanaf 1980 geleverde 928 S met 300 pk kostte nieuw ongeveer de helft van dat bedrag… 

De Artz Volkswagen Golf I op Porsche 928-basis.

Het is dus ook niet zo vreemd dat er maar twee exemplaren van de Artz Golf 928 zijn gebouwd. Daarna volgden andere ombouwprojecten: een Volkswagen Jetta Cabrio, een ‘Schwago’ sport-stationwagon, een Audi Quattro Limousine alsmede stationwagon-uitvoeringen van de Audi 200 5T en de Porsche 928 S. In 1980 verliet Günter Artz het Volkswagen-verkoopnetwerk om twee jaar later een eigen pand te openen aan de Vahrenwalder Straße 236 in Hannover, op een steenworp afstand van zijn oude werkgever, Opel-dealer Opel Blitz. Met die stap zette hij zichzelf op de kaart. 

Begonnen met Opels

In zijn nieuwe bedrijf bouwde hij samen met ervaren vakmensen die hij kende uit de tijd dat hij bij Nordstadt werkte aan auto’s als de Senator Caravan en een Corsa-variant met Kadett GTE-motor en 115 pk. Met de aanschaf van een splinternieuwe Corvette Convertible luidde Artz eind 1986 een nieuwe periode in, waarin de Cordett het levenslicht zag. Alleen al het feit dat het homologatieproces drie jaar duurde, maakt duidelijk dat hij deze keer een gecompliceerd project op zich had genomen. De volledig met de hand gemaakte voorzijde, die zo op het eerste gezicht regelrecht van een reguliere Kadett E leek te stammen, veroorzaakte in eerste instantie te veel opwaartse druk. Zodoende werd hij omgebouwd in de stijl van de GSi en uiteraard met een bijpassende spoiler. Natuurlijk is de enorme, uit één stuk bestaande voorzijde van metaal langer dan bij een standaard Kadett. Dat was nodig omdat de 5,7-liter V8 ver naar achteren is geplaatst en zich vlak voor de voorruit bevindt. 

Ook aan de achterzijde zijn de proporties compleet gewijzigd. Waar zich bij de Kadett E op elke hoek een wiel bevindt, heeft de Cordett een aardige overgang, waarin onderin de tank is geplaatst. Aan de basisstructuur van de Corvette kon weinig worden veranderd, ook al is de Cordett circa 30 centimeter korter en 20 centimeter dan de Corvette waarvan hij zijn techniek heeft geleend. 

Uiteindelijk was het hetzelfde verhaal als bij de Artz-Golf: de bredere achterklep werd uit twee kleppen samengesteld en op de tweede zitrij zijn de stoelen geplaatst die normaliter achter in een Porsche 928 zijn te vinden. Alleen aan de portieren werd niets veranderd. 

Tuner Callaway tunede Corvette-motor

In tegenstelling tot bij eerdere projecten het geval was, liet Günter Artz zelfs de motor onderhanden nemen. Met bewerkte cilinderkoppen, een nieuw inlaatkanaal en gemodificeerde spruitstukken verhoogde tuner Callaway het vermogen van de V8 naar 306 pk bij 4.600 toeren, circa 70 pk meer dan de motor af fabriek te bieden had. Dat de piekerige vermogensafgifte van de Small Block-achtcilinder met zijn sterke voorwaartse drang verzandt in de vier verzetten van de wat slome automaat en dat de verwarrend grote, bijna agressief ogende creatie echt even op gang moet komen bij het wegrijden vanuit stilstand, zien we maar als schoonheidsfoutjes. Perfectie mag je in dit geval niet verwachten, het is meer een kunstwerk dan een auto, een statement op het gebied van understatement. Met een verkoopprijs die voorzichtig werd geschat op 240.000 Duitse mark zou de Corvette-Kadett sowieso een unicum blijven.

Opel- en Kadett-verzamelaar kocht ze allebei

In zijn huidige eigenaar heeft de Cordett de ideale partner gevonden. Jürgen Reitz, liefhebber van grote, krachtig gemotoriseerde Opels en Corvette-verzamelaar, woont in de buurt van Opel-thuisbasis Rüsselsheim en heeft een band met het merk. Zodoende is hij al zijn halve leven lang in de ban van de Cordett. Het extreme karakter van de auto fascineert hem, net als de ogenschijnlijke zinloosheid. “Vroeger verzamelde ik persverslagen over de auto”, zegt hij. “Toen iemand mij jaren geleden de auto te koop aanbood, durfde ik het nog niet aan. Later was ik enorm boos op mezelf omdat ik die kans had laten schieten!”

Toen hij hoorde dat de Cordett weer te koop was, sloeg hij toe. “Voor een Opel- en Corvette-liefhebber is de Cordett natuurlijk de ultieme droomauto”, zo stelt Reitz. “In 2015 kon ik hem eindelijk kopen.”

Lotus Calibra een van de laatste creaties van Günter Artz

De gele Lotus Calibra is, naast twee stationwagonversies van de Mercedes-Benz 500 E, een van de laatste creaties van Günter Artz. Reitz nam hem als bijvangst meteen mee naar huis. “Tot die tijd kende ik de auto alleen van foto’s. En zelfs daarvan zijn er maar een paar.”

Bijna niemand heeft de Artz Calibra met de techniek van de Lotus Omega in het echt gezien, maar veel mensen hebben waarschijnlijk ook niet in de gaten gehad dat ze naar iets bijzonders keken. Geheel in lijn met het Artz-concept van de perfecte vermomming is de Lotus Calibra circa dertig jaar na de Nordstadt-Express op basis van de Volkswagen Typ 4 het eindpunt in de ontwikkeling. Een vermogen van 377 pk en een topsnelheid van meer dan 280 km/h in combinatie met een uiterlijk dat zelfs als je goed kijkt nauwelijks afwijkt van dat van de standaard-Calibra: meer Artz is niet mogelijk! In tegenstelling tot de Golf 928 en de Cordett komen de componenten in dit geval echter van dezelfde fabrikant. Pas als je instapt, zie je met wat voor auto je werkelijk van doen hebt. Het van harde kunststof gemaakte dashboard stamt van de Omega A, de wijzerplaten zijn voorzien van een Lotus-logo. Ook het stuur en de stoelen met hun zachte kussens en modieus geribbelde lederen bekleding stammen uit de Lotus Omega, de opper-Opel uit de jaren 90. Dat geldt ook voor de techniek. 

High-performance motoren

Toen Lotus nog tot het GM-concern behoorde, werden in het Lotus-hoofdkwartier voor de verschillende concerndochters high-performance motoren ontwikkeld, zoals de 3,6-liter biturbo- zescilinder van de Lotus Omega en de op hoge toerentallen gerichte lichtmetalen vierkleps V8 van de Corvette C4 ZR-1. Opel, Corvette, Lotus … bij de Cordett en de Calibra kwam alles samen. Onder de aerodynamische Calibra-carrosserie gaat in dit geval de techniek van de gecrashte, volledig verwoeste Lotus Omega met chassisnummer 704 schuil.

Eerst getunede Lotus Omega-motor in de Calibra

Aanvankelijk zette Günter Artz net als bij de Cordett in op een vermogensstijging. Naar het schijnt werd eerst een door Lotec getunede zescilinder met 470 pk gemonteerd. Toen die de geest gaf, werd weer een standaardmotor met 377 pk gemonteerd. Het eindresultaat overtuigt met beschaafd geweld: de 1,7 ton zware Lotus Calibra is verbazingwekkend snel en tegelijkertijd opvallend comfortabel. Het rijgedrag is veel meer in balans dan bij de Cordett. In dit geval past alles simpelweg perfect bij elkaar. Waar de Corvette-Kadett met zijn van de Corvette C4 stammende ‘Turbine Wheels’ en het tweekanaals uitlaatsysteem zijn technische basis met moeite weet te verhullen, lijkt het uiterlijk van de Calibra met Lotus-hart bizar veel op dat van een minder krachtig gemotoriseerde Calibra. De proporties kloppen, ook al is de auto in alle opzichten gegroeid. Hij werd ongeveer 16 centimeter langer en maar liefst 12 centimeter als gevolg van het transformatieproces, maar dat zie je zoals gezegd nauwelijks. De grote wielen en de brede banden springen nog het meest in het oog. Op het eerste gezicht is het lastig onder woorden te brengen wat er nu precies afwijkt. 

De zesbak van de Corvette ZR-1 werd uiteraard ook overgenomen uit de Lotus Omega.

“Bij meetings blijven mensen bij de auto staan. Dan zie je ze nadenken, waarna ze met het hoofd schudden en weer doorlopen”, aldus Jürgen Reitz. Mede om die reden heeft hij kentekenplaten met Artz-logo’s laten maken. Artz in het algemeen en de Calibra in het bijzonder roepen bij veel mensen vragen op. Op Facebook is inmiddels een groep gecreëerd voor liefhebbers en eigenaren van Artz-ombouwcreaties. Mensen delen hier hun kennis, wisselen foto’s uit en tonen hun auto’s aan de overige bezoekers. 

Grootste plannen met de Lotus Calibra

Met de Lotus Calibra had Artz dertig jaar geleden grootste plannen, hoewel je voor de flinke dosis rijdynamiek in een discrete verpakking bijzonder diep in de buidel moest tasten. Alleen al de gecrashte Lotus Omega die als basis diende, kostte 45.000 mark. Voor de ruiten die speciaal voor deze auto in Italië werden gemaakt, moest Artz 13.000 mark neertellen en de firma Kamei stuurde een rekening ter hoogte van 17.000 mark voor twee op maat gemaakte bumpers. Toen de Kamei-medewerkers na de levering van de bumpers vroegen wat er met de mallen moest gebeuren, was het antwoord van Günter Artz verrassend: “Gooi ze maar weg.”

In gedachten was hij toen al bij de persvoorstelling in april 1992, waarna zijn nieuwste creatie in een zeer kleine oplage zou worden gebouwd. Het project had inmiddels al 300.000 mark gekost en voor dat bedrag had hij ook zes nieuwe Calibra’s Turbo 4x4 kunnen kopen. Nadat Opel het dealercontract met Artz had opgezegd, zou het nog tot 1993 duren eer de auto op kenteken werd gezet. In 1995 verdween de Lotus Calibra in een hoek, een jaar later trok Günter Artz zich terug uit de verkoop van nieuwe Opel-modellen. De wilde tijden waren duidelijk voorbij. Gelukkig zijn deze twee creaties tastbare herinneringen.