Citroën C4 vs. Kia XCeed - Vergelijkende Test

Citroën is een merk dat het altijd net even anders doet. Het gaat anders om met design, interieur en vaak ook met het algemeen concept. Dat is bij de nieuwe Citroën C4 niet anders. Het is de derde generatie C4, een auto die net als zijn voorgangers gewoon in het C-segment moet concurreren met welbekende modellen als de Renault Mégane, de Opel Astra en de Hyundai i30. Als je echter onwetend naar de nieuwste C4 kijkt, verwacht je niet dat dit een opvolger is van hatchbacks die hem voorgingen. Of is dit wellicht de nieuwe C4 Aircross? Van de tweede generatie was er immers een SUV, ook al had die een ander platform dan de gelijknamige ‘lage’ auto.

Maar nee, het woeste rode gevaarte op deze pagina’s heet gewoon C4, terwijl het toch duidelijk een auto is met cross-over-design. Hij is hoog en heeft op zijn zachtst gezegd wat stoere elementen aan de buitenkant. De neus is verre van anoniem met zijn bijzonder gevormde lampen. De plastic randen om de wielkasten doen ook zeker niet denken aan de wat plompe voorganger. De auto werd onthuld met zowel brandstofmotoren als elektrische aandrijving in de vorm van de ë-C4. Hiervoor moest wel het CMP-platform worden gebruikt, waarop ook kleinere modellen van de groep staan. Technisch is de auto daardoor meer verwant met de kleinere Peugeot 2008 dan met bijvoorbeeld de huidige C4 Picasso, die op het EMP2platform staat.

We reden bij de eerste kennismaking alleen met de elektrische versie en besloten daarom om een benzinevariant toe te voegen aan onze duurtestvloot. Het werd de 1.2-turbomotor met 130 pk en automaat. Nu mag die logé ook aantreden in een dubbeltest.

ANDERE HOGE AUTO’S

Een concurrent erbij zoeken is niet heel lastig; er zijn wel meer semi-hoge auto’s te vinden in de prijslijsten. Kijk bijvoorbeeld bij Kia, dat los van zijn hoge modellen Niro en Sportage ook de XCeed heeft: een model dat technisch zo goed als gelijk is aan de gewone Ceed, maar dan 5 centimeter hoger. Gelukkig hebben de Koreanen wel net wat kleine tweaks aan het design gegeven om hem van zijn lagere broer te onderscheiden. Qua motoraanbod is er logischerwijs niet veel anders. Onze keus viel op de 1.0-motor met 120 pk; die zit daarmee het dichtst bij onze C4. Deze heeft altijd een handbak dus dat was gemakkelijk kiezen. Wil je een automaat, dan moet je voor de nieuwe 1.5-turbomotor gaan.

Van de Citroën hebben we de Shine-versie. Samen met wat leuke pakketten komt de auto daarmee op ruim € 36.000. We hebben dan wel prachtig leer en onder meer stoelverwarming, goede audio, autopilot en een schuifdak erop. De Kia is zoals we hem hebben een stukje goedkoper. Het betreft een DynamicPlusLine, met wel stoelverwarming en ledlampen en een uitgebreid multimediasysteem. Zou je de prijs gelijktrekken met die van de C4, dan zal het qua opties niet veel uiteenlopen, al houdt de Fransman de voorsprong van het mooie interieur. De auto mag dan namelijk op een platform staan van kleinere modellen, dat zien we in het interieur niet terug. De gebruikte materialen zijn voor dit prijsniveau bovengemiddeld, en alles voelt ook kwalitatief goed aan.

De stap ten opzichte van de vorige C4 is erg groot. Het multimediasysteem kennen we in beginsel van andere auto’s in de groep. Het is vrij modern, maar werkt vaak net even te traag naar onze zin. Gelukkig zit de klimaatregeling apart; dat hebben we bij de Fransen wel eens anders gezien. Gezien de hoogte van de auto zitten we wat op de bok, maar dat mag geen verrassing zijn. Om een goede zitpositie te vinden, moet de stoel wel verder dan gemiddeld naar achteren, wat de beenruimte voor eventuele passagiers niet ten goede komt. Nog altijd is het in orde, maar doordat de auto van de buitenkant groot oogt, reken je op meer. De hoofdruimte lijdt op zijn beurt weer een kleine beetje onder de vorm van de koets. De kofferbak is 380 liter groot, wat net even minder is dan bij de concurrent: de Kia heeft 420 liter.

Leggen we de omgekeerde weg af in de Koreaan, dan merken we dat de achterbank in orde is en dat het allemaal niet veel scheelt met de Fransman. Wel ziet het er nadrukkelijk goedkoper uit. In de C4 zijn bijvoorbeeld de deurpanelen achter ook bijzonder mooi vormgegeven. In de Kia is het wat basic. Dan door naar voren, waar de XCeed een behoorlijk rechttoe-rechtaan dashboard heeft. Het voelt allemaal wat Duits georiënteerd, voordat alles ook daar door touchscreens werd overgenomen. Dat betekent wel dat de ergonomie zo simpel en goed is als maar kan; elke knop zit op de plek waar je hem verwacht. Daarbij is het multimediasysteem snel en doeltreffend, met een overzichtelijke kaart, en laat het zich vlot bedienen. Wij hebben ouderwetse klokken voor onze neus, maar een digitaal scherm is een optie.

Grappig genoeg verschilt het dashboard net iets van dat van de gewone Ceed, waarmee de Koreanen de auto’s een beetje uit elkaar halen. Hoewel het geheel netjes oogt, is het aanmerkelijk minder bijzonder dan in de Citroën. Kijken we nog even naar de buitenkant van de Kia, dan zien we dat neus en achterbumper net even een ander design hebben dan de lage Ceed. Wel jammer dat de grote uitlaten die de auto nu heeft volledig nep zijn.

EEN UNIEKE TESTAUTO

We beginnen het rijden maar meteen in de Kia, die als gezegd een handbak heeft. Een unicum in deze tijden. De zestraps bak bevalt ons verder prima. Hij schakelt duidelijk en biedt genoeg gevoel. Hij past ook prima bij de 1,0-motor, die je toch een beetje in de toeren moet jagen wil je wat vaart in de auto krijgen. En dan nog zou hij wel wat reserve mogen hebben. Zeker boven de 100 km/h heb je weinig over als je nog even voor een afrit een vrachtauto voorbij wilt. Net even wat meer vermogen zou fijn zijn. Het onderstel is daarentegen echt heel goed. De Ceed is een fijn rijdende auto met een vleugje dynamiek die stiekem meer rijplezier biedt dan je in eerste instantie verwacht, vooral omdat de auto geen krimp geeft als je hem een bocht in smijt. De XCeed is natuurlijk wat hoger en Kia heeft besloten hem meer comfort mee te geven. Een slimme zet, want mensen die dat niet willen zijn sowieso beter af met de gewone, lage, Ceed. Ondanks zijn soepele rijgedrag is het onderstel echter nog altijd heel goed en kun je echt veel harder door bochten dan je verwacht, of dit nu haakse bochten betreft of lange doordraaiers. Nu horen we wel eens dat veel mensen helemaal niet op die eigenschappen zitten te wachten, maar het zegt ook wat over hoe de auto zich gedraagt bij een uitwijkmanoeuvre. De Kia biedt gewoon vertrouwen.

Dan over naar de Citroën, wat in het opzicht van rijden een behoorlijke cultuurshock is. Wanneer je denkt dat de XCeed comfortabel is … De C4 is zonder twijfel één van de meest softe auto’s op de markt. Hij zweeft werkelijk over de weg, mede dankzij de kussentjes aan het einde van de dempers. Zelfs killer-drempels op hoge snelheid vangt het onderstel op, iets wat goed past bij Citroëns merkimago. Toch vinden wij de auto iets té soft. Hij rolt en deint en grote oneffenheden zorgen voor te veel onrust in de koets, doordat de beweging niet snel genoeg wordt gedempt. Dat dit niet hoeft, bewijst de gloednieuwe DS 4 die we onlangs reden. In de C4 komt het comfort met wel wat offers en daar moet je rekening mee houden.

De aandrijflijn helpt niet. We zijn normaal gesproken fan van de 1.2-turbo van de Stellantis-groep, maar de achttraps automaat van de C4 houdt de toeren van de motor bij rustig rijden zo laag dat er niet genoeg fut uit komt. Wil je dan bijvoorbeeld een beetje vlot wegrijden bij het stoplicht, dan moet je extra gas geven, wat soms weer leidt tot tractieverlies bij de verhoudingsgewijs smalle banden (195 tegen 235 op de Kia). Een handbak zou schelen, omdat je de toeren van de motor dan beter controleert, maar wellicht dat de 155 pk-versie ook wat fijner voelt. Eenmaal onderweg storen we ons minder aan de aandrijflijn, hoewel de automaat in alle gevallen wat beter bij de les zou kunnen zijn. Je kunt met de flippers achter het stuur aan de slag, maar de reacties zijn niet heel snel.

ERGERNISSEN

Citroën wil je veel werk uit handen nemen en vooral veel gevoel wegfilteren. We hebben respect voor de gedachte, maar de uitvoering kan beter. De auto is wel merkbaar stiller dan de Kia, die qua luxe wat goedkoper aanvoelt. De audio is minder goed, de carkit is matig en het voelt geen moment bijzonder, terwijl het in de C4 een luxe bedoening is met mooi geluid en goede stoelen. Maar op technisch vlak is de Koreaan de Fransman volledig de baas. En de ergernissen zijn in de C4 groter en frequenter dan in de Kia. Daarmee trekt de XCeed de overwinning naar zich toe. De C4 sterft een beetje in schoonheid.