Test: Brilliance BS6

Het was een opmerkelijke presentatie in Bonn. De Europese importeur van het Chinese Brilliance is er helemaal klaar voor. Dit jaar kan hij nog 3.000 auto's hier krijgen en volgend jaar wil hij er nog eens 15.000 kwijt. Om over de getallen voor de jaren erna maar te zwijgen; ambities genoeg. Dit HSO Motors Europe uit Luxemburg heeft alleen één klein probleempje: er zijn nog geen nationale importeurs aangewezen en verkooppunten zijn er dus ook nog niet. De belofte van HSO dat deze Brilliance BS6 vanaf deze maand in de Benelux, Duitsland, Zwitserland, Polen en Oostenrijk te koop is, zal dus waarschijnlijk niet worden waargemaakt. "Er zijn interessante gesprekken gaande", zegt Hans-Ulrich Sachs van HSO. Gezocht wordt naar een importeur die Brilliance naast een ander merk in z'n showroom wil zetten. Dat mag best een beetje low-profile en low-budget, vindt Sachs. Hij heeft het over een 'shop-in-shop' waarbij een hoekje van de showroom met eenvoudig decoratiemateriaal én een auto wordt omgetoverd tot Brilliance-verkooppunt. De kans dat u deze maand daadwerkelijk een Brilliance ergens in Nederland zult aantreffen, is dus buitengewoon gering. Ook een Europese typegoedkeuring zou nog niet helemaal rond zijn, vandaar ook de tijdelijke Duitse kentekenplaten op de testauto.

Als we ervan uitgaan dat we deze lieden van HSO serieus moeten nemen en er dus snel Brilliances naar ons land zullen komen, dan is Nederland weer een automerk rijker. Het zal beginnen met de BS6, die je qua afmetingen moet plaatsen in het segment van de Hyundai Sonata en die Kia Magentis, de goedkopere alternatieven voor de middenklasse. En volgend jaar komt er een wat kleinere auto, de BS4 en later zal de Golf-klasse het lastig krijgen met de BS2. En zelfs een coupeetje en een SUV worden ontwikkeld.

Dank aan Porsche en BMW

De BS6 dus. De AutoWeek-stamgasten zullen misschien in het geheugen aan het graven zijn. Ken ik die auto niet ergens van? Ja. Want vorig jaar zag u hem ook al uitgebreid in dit blad, toen nog als Brilliance Zhonghua. Die hadden we toen geleend van een andere veelbelovende Europese importeur, met hoofdkantoor in Gibraltar. Dat is kennelijk niets geworden, want nu is er de facelift van die auto en dus ook een nieuwe importeur. En omdat 'Zhonghua' toch wat lastig in de Europese mond ligt, is er 'BS6' van gemaakt.

Het verschil met die Zhonghua is dat de nieuwe BS6 nog door wat Europese technische handen is gegaan voordat hij op de boot naar Bremerhaven werd gezet. De Chinezen strooien de namen van grote gevestigde merken in het rond als Zwarte Piet het strooigoed op 't heerlijk avondje: Porsche voor het onderstel, design van ItalDesign, facelift van Pininfarina, motoren van Mitsubishi en de fabriek is door ingenieurs van BMW in elkaar geknutseld.

Laten we naar het resultaat kijken, want daar gaat het uiteindelijk om. Vroeg of laat wordt u immers de vraag gesteld of óók u een Chinese auto wilt kopen. Voor de eerste kennismaking nemen we een BS6 met 2,4-litermotor mee. Die is goed voor 130 pk; er is ook een 2,0-liter, die met 122 pk nauwelijks zwakker is gemotoriseerd. Die hebben we niet gereden, dus over de verschillen tasten we op dit moment helaas in het duister. De 2,4-litermotor voldoet prima, wat ons betreft. Het is geen topsporter, maar hij heeft z'n koppel mooi verdeeld over het hele toerengebied. De vijfbak had best een zesbak mogen zijn, want bij 120 in 5 draait de motor al zo'n 3.500 tpm, en da's best veel. Het schakelen op zich is ook voor verbetering vatbaar, want de bak haakt. Zuiver van gang wisselen is er dus niet altijd bij. De rijeigenschappen lijken verder in orde te zijn. De BS6 is soepel geveerd, maar niet echt week. Eigenlijk voelt het onderstel heel comfortabel aan. Over de besturing hebben we ook weinig te klagen; dat voelt wel goed.

Werk te doen

De buitenkant ziet er netjes uit. De chromen accenten staan de auto goed en alle auto's krijgen dezelfde 16-inch lichtmetalen wielen. Binnenin is de auto op het eerste gezicht keurig, maar bij nadere inspectie blijkt dat er nog wel wat werk te doen is voor Brilliance. Niet alles past even mooi in elkaar en de bekerhouders achterin wekken de indruk na één sixpack cola light de geest te zullen geven. En bij de handrem zien we nog wat niet-weggewerkte draadjes lopen. De stoelen zitten goed, maar zouden naar onze smaak wat meer steun mogen geven. Leren bekleding is standaard op de Deluxe. Alleen het basismodel Comfort heeft gewoon stoffen bekleding. Op zich aardige extra's als een cd-wisselaar, metallic lak, een schuifdak en een parkeersensor zijn standaard op die Deluxe. Maar om eigentijdse zaken als een regensensor of cruise control moet je niet komen.

Er is genoeg ruimte voor vijf volwassenen in de auto, maar die moeten dan niet te lang zijn. Het schuifdak vreet vrij veel van de hoofdruimte op en dat is eigenlijk zonde, want verder zit je – ook op de achterbank – heel goed.

Veiligheid is een pijnlijk gespreksonderwerp bij Brilliance. In een crashtest van de TüV, die volgens de normen van de Euro NCAP is uitgevoerd, krijgt de auto maar twee van de vijf te halen sterren. Zij- en hoofdairbags ontbreken en ESP is niet te krijgen. Geen toppertje, dus. Maar aan de andere kant: de auto voldoet tenminste aan de minimale normen.

Duur

In Duitsland zal de goedkoopste BS6 zo'n € 19.000 kosten en de duurste € 23.000. In Nederland komt-ie dan in de prijsklasse van € 25.000 tot € 30.000 teecht. En daar is veel concurrentie, heel veel concurrentie. Je rijdt dan al fatsoenlijke auto's als de Mazda 6, Hyundai Sonata of Fiat Croma, die op gebied van afwerking en veiligheid de Brilliance links en rechts passeren. En ook de standaarduitrusting is dan al prima voor elkaar. Wil Brilliance hier écht potten gaan breken, dan moet de prijs flink omlaag om de consument voldoende reden te geven er een te kopen.

Kort door de bocht: de BS6 is gewoon nog te duur – of niet goed genoeg. Het is maar van welke kant je het bekijkt.