BMW 3-serie Touring - Eerste rijtest

De komst van een nieuwe BMW 3-serie is altijd een mijlpaal in het Europese autolandschap. De huidige, zevende generatie van het door velen geliefde model is goed ontvangen, maar de sedan bedient tegelijkertijd slechts een deel van de Europese kopersgroep. Juist in ons werelddeel is er traditioneel immers een grote rol weggelegd voor de Touring-variant, die nu pas op het toneel verschijnt.

Aan de buitenkant is de G21, zoals het model intern heet, direct herkenbaar als 3-serie Touring. Dezelfde gedrongen lijnen als de sedan, gecombineerd met een lange daklijn en een vrij rechtopstaande achterruit. Toch is er één belangrijk verschil met voorgaande edities: de Hofmeisterknik ontbreekt. De wulpse afknotting van de achterste zijruit was tot voor kort het kenmerk van vrijwel iedere BMW, maar is tegenwoordig niet meer heilig. Een aan de achterzijde oplopende schouderlijn heeft de taak gekregen het typerende stijlkenmerk te vervangen. Wat wel is gebleven, is de separaat te openen achterruit. Typisch BMW en bovendien erg handig voor wie het aan geduld of tijd ontbreekt om op de standaard elektrisch bedienbare achterklep te wachten.

Ondanks de met 76 mm toegenomen wagenlengte is de ruimte achter die klep op papier nauwelijks groter dan voorheen. De 500 liters die volgens de folder achter de achterbank verdwijnen – een winst van 5 liter – vertellen echter niet het hele verhaal. Bij het nieuwe model ligt de laadvloer namelijk lager dan bij het vorige model. Daardoor is de laadruimte onder de laadvloer gekrompen, maar wordt er boven de laadvloer een winst van 32 liter geboekt. Bovendien is de bagageruimte beter toegankelijk. De opening is 30 mm hoger en op het smalste punt 125 mm breder dan voorheen. Bovendien is de tildrempel lager, zodat deze zich nu vrijwel op gelijke hoogte met de laadvloer bevindt. Prettig bij het inladen van grote zaken.

In dat geval is het ook goed om te weten dat de achterbank standaard in drie delen neerklapbaar is. Wie alles platgooit, heeft de beschikking over een laadruim van 1.510 liter. De toegang is inderdaad riant, al is het jammer dat de scharnieren anders dan bij het voorgaande model een hap nemen uit de opening. Op de achterbank is er meer ruimte tussen hoofd en hemel dan in de 3-serie sedan. Daardoor en door de toch al relatief riante beenruimte kunnen volwassenen het goed uithouden achterin de Touring.

ZESPITTER

Ook in de ruimere, praktischer variant van de 3-serie staat de bestuurder centraal. De auto mag dan groter zijn dan voorheen, hij voelt nog steeds behoorlijk compact aan. De zit is heerlijk laag, het dikke stuur kan ver naar binnen worden gehaald en alle bedieningselementen bevinden zich onder handbereik. Het dashboard oogt door het relatief kleine schermoppervlak wat minder hightech dan in sommige alternatieven van Audi en Mercedes-Benz, maar BMW weet die twee als het om technologie gaat wel degelijk bij te benen. Het iDrive-systeem, dat zich zowel met een draaiknop als met het touchscreen laat bedienen en zelfs op gebaren reageert, behoort tot de top op dit gebied. De verdeling tussen digitale en fysieke bedieningselementen is tot in de puntjes uitgedokterd. Dat is mooi, want zo hoeft het systeem ons niet van het rijden af te leiden.

Dat de Touring net zo goed rijdt als de verwante sedan, is misschien wel het grootste voordeel dat de auto heeft ten opzichte van de SUV’s die ongetwijfeld bij veel potentiële kopers op de shortlist staan. Ook als Touring is de nieuwe ‘3’ heerlijk dynamisch, maar op een niet-opdringerige manier. De besturing werkt uiterst precies en enigszins zwaar, de auto is perfect uitgebalanceerd en laat exact weten wat er allemaal gebeurt. Daardoor is het erg eenvoudig en vermakelijk om hard te gaan, waarbij de xDrive-vierwielaandrijving van de 330d waarmee wij op pad zijn, elke neiging tot uitbreken vakkundig elimineert, mits je gas geeft.

Hoewel de 3-serie zeker geen neurotische auto is, heeft het sportieve karakter wel z’n keerzijden. Zo is het adaptieve M-sportonderstel ook in de Comfort-stand aan de stugge kant en zou een iets minder directe besturing op lange snelwegritten voor meer rust zorgen. De vorige 3 Touring, die z’n dynamische karakter minder uitdroeg, was op dat vlak vergevingsgezinder.

In tegenstelling tot benzinebroertje 330i is de 330d voorzien van een heuse zescilinder. Dat is tegenwoordig een zeldzaam genoegen. De 265 pk en 580 Nm sterke beul loopt fantastisch rond, klinkt krachtig en is dat ook. De samenwerking met de achttraps automaat verloopt bovendien naadloos, zodat er een heerlijk overdadig en soepel geheel ontstaat. Fantastisch, maar tegelijkertijd is deze versie voor Nederland niet zo relevant. Inclusief de voorlopig standaard aanwezige vierwielaandrijving kost de 330d namelijk minimaal € 69.952, een wel heel forse meerprijs ten opzichte van de € 53.976 die een 320d met automaat van je bankrekening snoept.

Instappen in de 3-serie Touring betekent in ons land vooralsnog een investering van minimaal € 50.742. Dat is de prijs van een 320i (184 pk), maar die versie verschijnt pas in november. Daarom biedt BMW eerst de 258 pk sterke 330i in Introduction-trim aan voor exact hetzelfde bedrag. Deze en een aantal andere varianten zijn vanaf september bij de Nederlandse dealers te vinden.