Audi Coupé 2.0 E (1995)

Audi liep met de prijzen van de Coupés hopeloos uit de pas. Zo was hij in verhouding tot de concurrentie al gauw zo'n 18 mille te duur. Nu zijn Audi's beslist prima auto's, maar we kunnen ons voorstellen dat mensen die op zoek waren naar een coupé bij het horen van een dergelijk verschil toch maar eens bij een ander merk gingen buurten. De Audi Coupé vloog dan ook bepaald de showroom niet uit. In de eerste vijf maanden van '95 werden in ons land niet meer dan 10 van deze wagens op kenteken gezet. In een poging de Coupé betere kansen te geven heeft Audi de prijzen van dit model inmiddels drastisch verlaagd. De 'basisversie', de 2.0E, wordt nu voor circa f 60.000 aangeboden. Kijk, dat scheelt.
Zoals de meeste coupés in de middenklasse is ook de Audi Coupé gebaseerd op een meer alledaags model; de inmiddels door de A4 vervangen Audi 80.
De Audi wordt in de basisversie aangedreven door een viercilinder 2,0-liter motor. Deze heeft heel gewoon één bovenliggende nokkenas en twee kleppen per cilinder. Daarmee is hij goed voor 85 kW/115 pk en 165 Nm bij 3200 tpm.

Sprintjes
Volgens Audi haalt de Coupé 2.0E een top van 196 km/h en kan hij in 10,9 seconden vanuit stilstand naar honderd sprinten. Onze eigen metingen gaven wat de sprintcapaciteiten betreft echter een ander beeld. De Audi bleef met 12,5 s duidelijk achter bij de fabrieksopgave. Bij de tussenacceleratie (80-120) deed hij er in 'IV' 11 seconden over. In 'vijf' klokten we 13,6 tellen.
Het prestatieniveau van de Audi Coupé is vergelijkbaar met de concurrentie. Het is een vlotte auto die zich ook in snelle bochten onproblematisch toont. En over de voorwielen naar buiten schuiven is er ook niet bij. Maar de Audi levert zijn prestaties naar onze smaak te 'vanzelfsprekend' en geeft zijn chauffeur daardoor niet het idee dat hij sportief op pad is. De bekrachtigde besturing doet zijn werk keurig, maar voelt niet 'scherp' aan. Vering en demping zijn op comfort afgestemd met als gevolg dat de wagen in bochten licht overhelt. Overigens is deze Duitse Coupé toch niet zo comfortabel dat de inzittenden zonder het geringste ongerief over belabberde bestrating worden vervoerd. Schakelen doet de Audi vlot en probleemloos.
Het interieur is in overeenstemming met zijn karakter. Dashboard en instrumentenpaneel zien er degelijk en vooral gewoon uit. Zo gewoon dat je de olietemperatuurmeter, de oliedrukmeter en de voltmeter onderaan de middenconsole bijna over het hoofd ziet. Aflegruimte rechts op het dashboard is niet voorhanden. Wie in de Audi losse spullen heeft op te bergen kan die kwijt in lange, ruime portiervakken en in een vak onder het stuur. Verder is er nog wat plaats voor klein grut in de middenconsole en naast de handrem. De forse, stevige sportstoelen geven veel zijdelingse steun. De bestuurdersstoel is hoogte verstelbaar, het stuurwiel echter niet.
Volwassenen die niet te groot van stuk en niet te veeleisend zijn kunnen het best een tijdje op de achterbank uithouden. Omdat ze hun voeten onder de voorstoelen kunnen schuiven is er voor de achterpassagiers een redelijke hoeveelheid beenruimte. De hoofdruimte is echter erg krap bemeten. Wie achterin wil plaatsnemen moet wel enige lenigheid aan de dag leggen.
De derde deur van de Coupé geeft toegang tot een ruimte met een inhoud van 296 liter. Jammer is dat koffers en dergelijke over een flink hoge drempel moeten worden getild. Middels de in ongelijke delen omklapbare achterbankleuning kan extra bagageruimte worden geschapen.
Een Audi Coupé is standaard voorzien van zaken als ABS, een bestuurdersairbag, elektrisch verstelbare en verwarmbare buitenspiegels, elektrisch bedienbare ramen voor én niet te vergeten de al eerder genoemde 'sportieve' meters.
De Audi schaart zich in het vrij grote gezelschap van coupés die wel vlot zijn, maar hun chauffeur niet dat beetje extra geven waardoor die zich af en toe even coureur kan wanen. Dat is jammer, maar de goede uitrusting en de voortaan veel aantrekkelijker prijs maken veel goed.