Audi A4

De wijzigingen aan de neus zijn niet de enige die Audi op de A4 toegepast heeft, er is meer met deze middenklasser gebeurd; de achterkant is opnieuw getekend (met name de achterlichten) en ook technisch zijn er de nodige verfijningen doorgevoerd. Zelf spreekt Audi over een nieuwe A4, maar iets meer bescheidenheid is op z'n plaats; hij kan zeker weer een paar jaar mee, maar meer dan een flinke facelift is het eigenlijk niet wat er met deze auto is gebeurd.

Overigens zijn de wijzigingen alleen voor de sedan en de Avant, de cabriolet doet (nog) niet mee. Waar het uiterlijk flink onderhanden is genomen, heeft Audi het interieur nagenoeg ongemoeid gelaten. De grote 'onzichtbare' wijzigingen zijn voornamelijk van technische aard; vier 'nieuwe' motoren en wijzigingen in het onderstel. Twee diesels en twee direct ingespoten benzinemotoren zijn aan het programma toegevoegd. Het zijn stuk voort stuk krachtbronnen die we al kennen uit andere modellen, maar die we nog niet eerder zagen in de A4.

Stevige diesels

Allereerst is er de 140 pk sterke 2.0 TDI met pompverstuivers die de 130 pk leverende 1.9 TDI vervangt. De 'nieuwe' vierpitter is goed voor 140 pk en een maximumkoppel van 320 Nm. In de praktijk legt deze motor meer dan genoeg souplesse aan de dag om lekker vlot met het verkeer mee te kunnen komen. Hij reageert zonder aarzeling op het gaspedaal en doet qua geluidsproductie nauwelijks onder voor z'n benzinebroeders.
De andere nieuwe diesel in de A4 is ook meteen de dieseltopper in dit model: de drieliter V6 TDI. Deze machine is in tegenstelling tot de andere nieuwe diesel voorzien van common-railinspuiting met piëzo-injectoren. Die laatste werken met kristallen, waardoor de inspuitventielen sneller hun werk kunnen doen dan bij de conventionele elektromagnetische systemen, waardoor de verbranding nauwkeuriger te regelen is. Het resultaat is een 204 pk leverende motor die tussen 1.400 en 3.000 toeren per minuut beschikt over een maximumkoppel van 450 Nm. In de praktijk beschik je daardoor over een motor die eigenlijk altijd een hoeveelheid trekkracht klaar heeft waar je bang van wordt. Dit aggregaat bezit een ongekende levenslust en heeft niets meer te maken met de diesel zoals we die vijftien tot twintig jaar geleden kenden. Het enige puntje van kritiek betreft de koppeling; het kost moeite om deze soepel op te laten komen. Dat is geen probleem wanneer je sportief bezig bent, maar wil je je passagiers in alle comfort vervoeren, dan vraagt het de nodige concentratie om schokvrij te koppelen.

Nog geen DSG

Aan het benzinefront melden zich voor de A4 nu twee direct ingespoten FSI-motoren; een 2,0-liter met turbo en een 3,2-liter V6. De 200 pk sterke tweeliter is in principe ook de motor die we straks in de Golf GTI tegen zullen komen. En dat belooft veel goeds: normaal wegrijden betekent met deze motor in de A4 al dat het lampje van de ASR regelmatig oplicht. Rap door de ochtendspits naar kantoor is met deze motor geen enkel probleem, een kleine aarzeling om de turbo op gang te laten komen en de auto gaat er als een haas vandoor. Als deze krachtbron straks in de lichtere Golf zit, heeft Volkswagen er weer leuke een showroomlokker bij.
De 3,2 liter FSI is dezelfde V6 waar we al eerder enthousiast over waren toen we hem tegenkwamen in de A6. Wanneer je 'm de sporen geeft en hij z'n 255 paarden loslaat, doet hij nauwelijks onder voor de S4, wat een gretigheid! Deze motor verdient een degelijke transmissie en daar beschikt hij dan ook over: we reden hem met zesbak en quattro-vierwielaandrijving. Hier is weinig mis mee, alleen zou iets meer gevoel in de bediening van de bak welkom zijn; wanneer je rap van verzet wilt wisselen, moet je er goed bijblijven om niet mis te schakelen.
Een razendsnel schakelende DSG-transmissie zullen we voorlopig niet tegenkomen in de A4, dit systeem is op dit moment alleen geschikt voor dwars geplaatste motoren en helaas: in de A4 worden de krachtbronnen in lengterichting gemonteerd.

Verdoofd

Naast de aandrijflijn heeft Audi ook het onderstel aangepakt. Het doel was de A4 iets sportiever te maken, vandaar dat achterwielophanging bij alle versies nu draagarmen heeft die eerder alleen waren voorbehouden aan de snelle S4. Verder zijn de schokdempers en bevestigingen overgenomen van grote broer A6. Deze aanpassingen resulteren in een grotere koersvastheid van het onderstel, maar sportief is dat nog niet echt te noemen. Zeker achter zijn vering en demping nog vrij zacht, waarmee de A4 meer op comfort dan op competitie is gericht. Bij de A6 zijn de technici er beter in geslaagd een sportief onderstel te construeren. Aan de voorkant is de grootste wijziging in de stuurinrichting te vinden. Door verfijning van mechanica en elektronica reageren de voorwielen net een fractie sneller op commando's die je met het stuurwiel geeft. Aardig, maar helaas voelt de besturing naar onze smaak toch nog iets te licht aan. Meer weerstand, ofwel wat minder bekrachtiging zou prettiger zijn, nu komt het een beetje 'verdoofd' over.

In de pas

Om de A4 weer helemaal in de pas te laten lopen met de andere modellen kan Audi z'n verfriste middenklasser nu tegen meerprijs met dynamische bochtverlichting leveren. En wie geen zin heeft om bij nacht en ontij een lekke band te vervangen, kan kiezen voor PAX-banden. Hiermee kan met een snelheid van 80 km/h nog zo'n 200 kilometer gereden worden. Wel standaard voor elke A4 is het remsysteem dat in de regen van tijd tot tijd geheel ongemerkt even de remblokken tegen de schijven drukt om water te verwijderen. Dit kan in een noodsituatie voor een betere remwerking zorgen; een veilig gevoel. Nog dit jaar staat de vernieuwde A4 in de showroom, de S4 volgt begin 2005. Audi is daarmee zeker in staat het de concurrentie nog een paar jaar flink lastig te maken.