Hoe de Alfa Romeo 164 Pro Car de enige van zijn soort werd

De vierdeurs-Formule 1 voor de Pro Car-series

Alfa Romeo 164 Procar
Alfa Romeo 164 ProcarAlfa Romeo 164 ProcarAlfa Romeo 164 ProcarAlfa Romeo 164 ProcarAlfa Romeo 164 ProcarAlfa Romeo 164 ProcarAlfa Romeo 164 Procar

Bernie Ecclestone heeft in 1987 een briljant idee om meer autofabrikanten de Formule 1 binnen te lokken en Alfa Romeo van zijn overbodige V10-motor af te helpen: de Pro Car-series. Het zijn F1-bolides met koetswerk zoals dat van straatauto’s. Alfa Romeo bouwt zo’n silhouetracer van de 164, maar helaas laten andere fabrikanten het afweten.

329 km/h: met die snelheid schiet er op vrijdag 9 september 1988 iets roods door de ‘speed trap’ op het circuit van Monza. Op zich niets bijzonders; het is immers het Grand Prix-weekend en daar doen ook Ferrari’s aan mee. Behalve dat het deze keer geen F1-bolide is die langs komt geraasd. De toeschouwers wrijven verward in hun ogen. Was dat echt een Alfa 164? Ja, dat was het. Althans, een soort van. Achter het stuur heeft Riccardo Patrese zijn handen vol aan het apparaat dat slechts een paar rondjes op Alfa’s testbaan Balocco heeft gedraaid, en dat alweer een tijdje geleden. In de matig geteste verkapte Formule 1-auto met nauwelijks downforce en op verouderde Michelin-slicks vindt Patrese het na twee rondjes wel mooi geweest. Hoewel de Italiaanse coureur dat jaar voor Williams rijdt, heeft hij nog warme banden met Alfa Romeo, het team waar hij in 1984 en 1985 onder contract staat. En ook met Brabham, de renstal van Bernie Ecclestone, waar hij de seizoenen daarvoor én daarna onderdak vindt. De driehoek Ecclestone-Alfa Romeo-Brabham is verantwoordelijk voor het ontstaan van de ronduit spectaculaire 164 Pro Car.

Ongebruikte V10

In 1984 start bij Alfa Romeo Project 1035, de ontwikkeling van een 3,5-liter V10 Formule 1-motor. Het blok is in 1986 klaar en een ontwikkelingsprogramma met Ligier staat op stapel. Daar gaat radicaal een streep doorheen als Alfa Romeo eind 1986 wordt ingelijfd door Fiat, dat helemaal niets ziet in de raceambities van het merk. Laat dat maar aan Ferrari over, is de gedachte. Kind van de rekening: een splinternieuwe, ongebruikte V10, de allereerste voor de Formule 1 nog wel. De immer commerciële Ecclestone komt prompt met het plan voor de Formule S, met de S van ‘silhouet’. Fiat is in 1987 kortstondig eigenaar van zijn voormalige renstal Brabham, dat de opdracht krijgt een chassis te bouwen voor Alfa’s 600 pk sterke tiencilinder. Het koetswerk dat erbovenop komt, lijkt sterk op dat van de Alfa 164: de maten komen nagenoeg overeen. Maar de Pro Car is een echte silhouetracer, waarbij het omhulsel van composietmateriaal slechts dient om techniek en coureur af te dekken. En om het publiek iets herkenbaars voor te schotelen.

a href=

Alfa Romeo 164 Pro Car

Voorprogramma van de F1

Het idee is om de Pro Cars, met F1-coureurs achter het stuur, in het voorprogramma van de Formule 1 te laten racen, zoals BMW dat een decennium eerder met succes deed met de M1. Op die manier wil Ecclestone meer autofabrikanten naar zijn Formule 1 lokken. Maar terwijl Alfa Romeo het goede voorbeeld geeft en racefans zich al verheugen op spectaculaire races met deze als straatauto’s vermomde Formule 1-bolides, laten de andere fabrikanten, waaronder Ford, Honda en Renault, het afweten. En zo gaat het hele project als een nachtkaars uit. Van de 164 Pro Car zijn er slechts twee gebouwd en die staan nu in het Alfa Romeo-museum in Arese. Wie erbij was op die bewuste 9 september 1988 heeft dus iets unieks gezien.

Dit verhaal verscheen in AutoWeek Classics 6-2020

Lezersreacties (22) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.