Verkeersboetes 2021: dit zijn de belangrijkste bedragen
Alles omhoog
De boetebedragen van 2021 zijn door minister Ferd Grapperhaus per brief aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Schokkend nieuws is het niet: de overheid past een inflatiecorrectie van 1,6 procent toe, waardoor de bedragen licht stijgen.
De brief die minister Grapperhaus aan de Tweede Kamer heeft gestuurd betreft het ontwerpbesluit, dat vanaf januari 2021 in werking moet treden. Het Algemeen Dagblad heeft de belangrijkste boetes op een rijtje gezet. Door de inflatiecorrectie stijgen de meeste boetes met €5 tot €10. De stijging is minder hoog dan het afgelopen jaar, toen stegen de bedragen met 2,7 procent. De uiteindelijke bedragen zijn, met uitzondering van de snelheidsboetes, afgerond.
Wanneer je wordt betrapt op rechts inhalen, betaal je volgend jaar €250 in plaats van €240. Bij afslaan zonder richtingaanwijzer dien je voortaan €100 euro af te rekenen ten opzichte van €95 in 2020. Bij de snelheidsboetes is het verschil veel kleiner. Ter illustratie: 10 km/h te hard rijden op de snelweg kost je in 2021 €65, een verhoging van €1 ten opzichte van dit jaar.
De belangrijkste boetebedragen
Telefoon vasthouden | €250 |
Geen veiligheidsgordel om | €150 |
Door rood rijden | €250 |
Stilstaan bij groen verkeerslicht | €150 |
Niet stoppen bij brug of spoorwegovergang | €250 |
Onnodig geluid veroorzaken | €400 |
Rechts inhalen | €250 |
Onnodig links rijden | €150 |
Kruispunt blokkeren | €250 |
Afslaan zonder richtingaanwijzer | €100 |
Dubbel parkeren | €100 |
Gehandicaptenplek onnodig bezetten | €400 |
Vluchtstrook gebruiken zonder noodzaak | €250 |
Geen voorrang verlenen | €250 |
Geen zichtbaar kenteken | €150 |