Starre as – Cornelis Schetst
‘We komen hem nog steeds tegen’
8 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
De eerste voertuigen, veelal voortgetrokken door een dier, hadden starre assen. En nog altijd komen we die constructie tegen waarbij de wielen links en rechts met een vaste verbinding aan elkaar zijn gekoppeld, maar inmiddels wel met besturing, aandrijving en zelfs luchtvering. Dat klinkt ingewikkeld, maar is dat ook zo?
De meest eenvoudige manier om de wielen aan de auto te bevestigen is met een starre as, een rechte verbinding van links naar rechts. Dit was al dé oplossing toen er nog met ossenkarren gereden werd, de as zat daarbij destijds gewoon vast aan het chassis. Om het comfort te vergroten is de as op een bepaald moment in de geschiedenis losgekoppeld van het onderstel en via veren met de opbouw verbonden. Dat waren heel lang bladveren, wat nog steeds het geval is wanneer we overgaan van koets naar auto. Bij die overgang van koets naar auto wordt de as ook een deel van de aandrijflijn en nadat driewielers plaatsmaakten voor vierwielers moet die as ook bijdragen aan de besturing van de auto, liefst zonder dat de as daar zelf een draaiende beweging voor hoeft te maken.
Aanvankelijk wordt de wielgeleiding verzorgd door de bladveren (bij lichte aanhangwagentjes gebeurt dat nog steeds). Maar met het toenemen van de prestaties, snelheden en het gewicht wordt er op dat vlak te veel van de veren gevraagd. Om de krachten en momenten het hoofd te kunnen bieden zou dat om vrij zware veren vragen. Beter lukt dat met geleidingsstangen. Hiermee wordt het meteen ook mogelijk om in plaats van bladveren gebruik te maken van schroef- of zelfs luchtvering. Die reactiestangen zorgen er voor dat de as zowel in lengte- als in dwarsrichting op z’n plek blijft zitten (niet in hoogterichting, want er moet nog wel geveerd kunnen worden). En om te voorkomen dat de starre as om z’n eigen as begint te draaien als gevolg van rem- of aandrijfmomenten moeten de bevestigingsplaatsen van de reactiearmen ten opzichte van elkaar slim gekozen worden.
Het voordeel van de starre as is dat het een relatief eenvoudige en vrij robuuste constructie is. Nadeel is echter dat hij voor een vrij hoge onafgeveerde massa zorgt en dat hij nog al wat ruimte onder de auto vraagt. Vandaar dat de starre as (in eerste instantie vooral aan de voorkant) plaats maakt voor onafhankelijke wielophang. Onafhankelijke wielophanging heeft ten opzicht van de starre as ook als voordeel dat in bochten de wielstanden kunnen variëren en wanneer het ene wiel op oneffenheden inveert beïnvloed dat in mindere mate het andere wiel.