Sommige mensen bestellen een trekhaak omdat ze simpelweg alle opties willen
Alles erop!
“Alles erop?” Mensen die wel eens een oosterse specialiteit bestellen, krijgen bij het horen van die vraag waarschijnlijk meteen trek in kebab en sambal. Maar er zijn ook lieden die bij het kopen van een auto alle remmen losgooien, al gaat dat anno 2025 wel net even anders dan vroeger.
‘Fully loaded!’, ‘bomvol!’ of simpelweg ‘alle opties!’: er zijn tal van manieren om aan te geven dat een auto is voorzien van werkelijk elke beschikbare optie. Ervaren occasionkopers weten dat dit lang niet altijd echt het geval is, maar een dik aangeklede auto is logischerwijs toch vaak aantrekkelijker dan een eenvoudiger uitgevoerd of zelfs kaal exemplaar. Met name bij de Duitse merken is het van oudsher smullen als het gaat om optiemogelijkheden, kleurstellingen en accessoires. BMW, Mercedes en Audi boden decennialang vrijwel alles aan, als de klant maar bereid was te betalen. Die opties waren doorgaans bovendien gewoon los te bestellen, zodat je de meest vreemde combinaties kreeg. Wie écht alles wilde, moest dus flink aan de slag en uiteraard ook flink betalen.
Bij de premiummerken kan bijna alles, als je maar betaalt.
Dit gold vooral voor de premiummerken, maar ook een huis-tuin-en-keukenmerk als Volkswagen had ellenlange optielijsten. Aziatische merken hanteren al zolang we ze kennen een heel ander model, waarbij een ‘voorgekookt’ stel uitvoeringen in feite alle variatie bepaalt. De dikste versie heeft alles, die daaronder iets minder en de instapper is doorgaans rianter uitgerust dan een ‘kale’ auto van een Europees merk. Voor dit beleid zijn meerdere oorzaken te verzinnen, maar de logistiek is misschien wel de belangrijkste. Minder variatie betekent dat fabrikanten auto’s eenvoudiger op voorraad kunnen maken, zodat auto’s niet individueel per klant hoeven te worden besteld. Dat scheelt, zeker als de auto in kwestie ergens aan de andere kant van de wereld van de productieband rolt. Klantenwensen op dit vlak verschillen sterk per werelddeel. Zo kopen Amerikanen hun auto altijd al het liefst uit voorraad, zodat ook Europese merken daar veel meer met vooraf bedachte en doorgaans riante uitvoeringen werken.
Meer standaard, minder opties
Met de komst van Tesla en de Chinese merken zijn prijslijsten nog veel eenvoudiger geworden. Veel van deze merken hanteren zelfs helemaal geen uitvoeringen en hebben ook geen extra opties, maar voorzien elke auto simpelweg standaard van alles wat het merk maar kan bedenken. Vaak is er dan nog wel enig verschil in uitvoering tussen versies met een kleinere of grotere accu – we hebben het hier immers bijna per definitie over EV’s – maar dat verschil is minimaal. “Tesla heeft ons laten zien dat dat kan”, zegt een woordvoerder van Volkswagen-importeur Pon daarover. In navolging van de genoemde merken zijn ook de Duitsers de boel flink aan het vereenvoudigen.
Bij een merk als Tesla is vaak alles standaard.
Dat was in het begin best spannend, want juist opties zijn een goede manier voor een autofabrikant om de winst op te drijven. Toch heeft het inkorten van optielijsten ook voor de fabrikant grote voordelen, vooral omdat de fabriek efficiënter kan werken en merk en importeur minder tijd kwijt zijn aan het laten goedkeuren en homologeren van alle verschillende versies met alle verschillende opties. Bovendien houdt de klant er een goed gevoel aan over als blijkt dat je voor (nauwelijks meer dan) de basisprijs al een heel complete auto krijgt. Toch heeft ook dat een nadeel, blijkt bij Volkswagen: “Mensen zijn gewend dat ze heel veel geld kwijt zijn aan opties en gaan ervan uit dat er nog flink geld bovenop de geadverteerde vanafprijs moet. Onterecht, want de standaarduitrusting is inmiddels prima.”
Psychologisch
Nog zo’n psychologisch dingetje is dat veel autokopers liever niet in een basisversie willen wegrijden, simpelweg omdat het de basisversie is. Het verklaart waarom de ‘showroomlokker’ nog altijd bestaat: de simpelste uitvoering trekt maar zo’n tien procent van de kopers bij Volkswagen, maar dient vooral om de veel populairdere tweede versie tot instapper te maken. Dan rijd je toch ‘een trede hoger’ en dat is wat veel mensen nu eenmaal willen. Grappig. Ook vragen veel Nederlanders om uiterlijke schijn. Auto’s met de basismotor, maar ook een sportieve aankleding, zoals GT-Line van Kia en R-Line bij Volkswagen, blijken mateloos populair. In het geval van de Tiguan blijkt maar liefst 68 procent voor een R-Line te gaan. Opvallend, want R-Line is tegenwoordig een dure en luxe uitvoering en niet meer een los optiepakket. Ook hier zien we dus die ‘versimpeling’ van de prijslijst.
Aziatische aanpak
Maar genoeg over instapversies en middelmaat, vandaag gaan alle remmen los! Als we bij Volkswagen een Tiguan eHybrid gaan aankleden, blijkt het wel degelijk nog altijd mogelijk om de prijs flink op te drijven. De plug-in hybride kost in basisvorm €50.990, en dan hebben we het bij deze auto al meteen over een behoorlijk aangeklede Life Edition.
Boven de kaalste Tiguan, onder de dikste.
De sportief aangeklede R-Line Edition drijft de prijs op naar € 55.990, maar denk maar niet dat het dan klaar is. Voor een mooier interieur, (nog) grotere wielen, matrix-ledverlichting, dikkere audio, een head-up display en extra rijassistentie betaal je fors bij, eigenlijk standaard in combinatiepakketten van honderden tot duizenden euro’s. Vinken we alles aan, dan staat er een Tiguan van €64.310, oftewel €13.320 meer dan een ‘kaal’ exemplaar met exact deze aandrijflijn. Bij de kleinere T-Cross zien we zo’n € 11.000 verschil tussen de kaalste en de dikste versie met dezelfde aandrijflijn, bij de elektrische ID4 is het met grofweg €10.000 net wat minder.
Hoe zit dat bij andere merken? Bij Mini, een 'optiemerk' bij uitstek, besloot men al om wat optiepakketten uit te kleden en weer meer losse opties aan te gaan bieden. Relatief duur blijven Mini's natuurlijk wel. Een Peugeot 3008 Hybrid 145 kost in principe €43.870, maar die krijgen wij via de GT-uitvoering en een handjevol opties en pakketten op €55.814. Toch ook nog zo’n €12.000 verschil dus, al is de Peugeot goedkoper dan zijn rivaal van Volkswagen. Pakken we er tot slot nog even de Aziatische aanpak bij, in de vorm van de razend populaire Kia EV3. Die kost met de grote 81,4-kWh accu minimaal €41.495, maar reikt desgewenst tot €50.990. Dat kost weinig moeite, want het volstaat om de compleet afgeladen GT-Plusline te bestellen en die te voorzien van de duurste lakkleur. Deze aanpak blijkt voor klanten het voordeligst en zorgt er ook voor dat meer mensen in een écht ‘bomvolle’ auto wegrijden. Wie keuze heeft, kan immers ook eenvoudig één of twee pakketten weglaten.
Bij Kia is aankleden makkelijk. Je hoeft 'alleen maar' de duurste uitvoering en de duurste kleur te kiezen.
Trekhaak op Golf R
Daarmee zijn we des te benieuwder of er ook mensen zijn die blind ‘alles’ bestellen, alsof het om een shoarmaschotel gaat. Dat blijkt wel degelijk het geval. Zo zouden er zelfs Golfs R rondrijden met een nooit gebruikte trekhaak, puur en alleen omdat de eerste eigenaar nu eenmaal echt de hele optielijst wilde hebben. Voor wie het weten wil: op het moment van schrijven kost zo’n Golf, inclusief Akrapovic-sportuitlaat, panoramadak en die trekhaak, in Nederland €101.666. Auw …
Dit is een Volkswagen Golf R van €101.666. Mede dankzij de trekhaak ...
Lees ook

Peugeot RCZ R (2016) - Op de rollenbank

Test BMW 507 - Zelfs een 1,5 miljoen dure klassieker kan imperfecties hebben maar dat rijplezier!

De Britse economie mag dan kwakkelen, klassiekers zijn er booming business

Rogier had na 9 jaar zo veel spijt van de verkoop van zijn Citroën GSA X1 dat hij 'm terugkocht
