Kabinet zet streep door rekeningrijden
Toch niet
Er zijn al jaren plannen om een vorm van rekeningrijden in te voeren. Vanaf 2030 zou rekeningrijden in Nederland realiteit worden, maar het nieuwe kabinet zet een streep door het plan.
Het kakelverse kabinet-Schoof lijkt maar weinig te zien in het invoeren van een vorm van rekeningrijden. Een Tweede Kamermotie tegen het invoeren van een vorm van rekeningrijden - ingediend door Bart Kent (SP) - werd gesteund door coalitiepartijen PVV, NSC en BBB. VVD is de enige coalitiepartij die de invoering van een vorm van rekeningrijden wél ziet zitten.
In 2021 maakte kabinet Rutte IV zijn toekomstplannen bekend. Toen maakte het duidelijk dat er een vorm van kilometerheffing zou moeten komen per 2030. Die vorm van rekeningrijden zou de mrb en bpm gaan vervangen. De drie jaar geleden voorgestelde vorm van rekeningrijden zou niet plaats- of tijdgebonden zijn. Dat hield onder meer in dat er geen spitsheffing zou komen. Onder meer brancheorganisatie RAI Vereniging gaf aan voorstander van de plannen te zijn, aangezien het een vorm van betalen naar gebruik eerlijker vond. De invoering van een vorm van rekeningrijden zou onder meer de belastinginkomsten op peil moeten houden, omdat de schatkist door het toenemend aantal elektrische auto's minder opbrengsten ontvangt uit accijns op brandstof. Ook zou rekeningrijden de CO2-uitstoot moeten verlagen. Het was immers de verwachting dat mensen de auto vaker zouden laten staan.
