Overland-E Gen2 toont interieur
Monaco of Explorer
Overland-E laat nu ook het interieur zien van de elektrische Gen2. Dat oogt modern, maar ook functioneel en is er net als de rest van de auto’s in twee versies.
Overland-E is een interessante, unieke nieuwkomer in EV-land. In plaats van een ietwat suffe cross-over of een hypercar met zóveel vermogen dat het op een of andere manier toch weer saai wordt, brengt het Britse merkje namelijk een tweetal ware alleskunners op de markt. Sportief en snel, zeker, maar ook met de vaardigheid om onherbergzame terreinen te kunnen bedwingen. Dat mag gerust ver van de bewoonde wereld, want volgens Overland-E komt de Gen2 in het gunstigste geval 750 mijl, ofwel dik 1.200 km, ver op een acculading. Dat cijfer hoort, zoals we sinds augustus weten, bij een uitvoering die Overland-E Gen2 Explorer 750 heet. Er is ook een 450-versie van de Explorer, die datzelfde aantal kilometers in mijlen als actieradius heeft (724 km). De Explorer is de meest ruige versie, met dus ook het grootste accupakket. De Explorer is herkenbaar aan zijn extra bodemvrijheid, de ‘watertanks’ aan weerszijden van de koets en de lier in de neus, maar vooral aan de reservewielen achterop. Die hebben gevolgen voor het interieur, dat door die enorme extra banden slechts plaats biedt aan twee personen. Het binnenste, dat door het ontbreken van deuren trouwens een wat losse omgang heeft met de term ‘binnen’, is desgewenst met de hogedrukspuit schoon te maken.
Dat kan met het binnenste van de andere uitvoering uiteraard ook, alleen richt je daar dan wellicht blijvende schade aan. De Overland-E Monaco is iets meer ingericht op ‘normaal’ gebruik en vanbinnen dus ook wat luxeuzer aangekleed. De extra wielen ontbreken, zodat er optioneel een tweezits achterbank kan worden geleverd. Het dashboard oogt dan wel weer hetzelfde. We zien schermen, maar ook robuuste materialen en grote, duidelijke knoppen. De Monaco is er in tegenstelling tot de Explorer maar in één versie: een 450, met 724 km bereik.
Het stuur zit op de getoonde auto’s links, wat opvallend is voor een Brits product. Het geeft aan hoezeer Overland-E zich richt op de internationale markt, net als de prijzen. Die worden namelijk uitgedrukt in Amerikaanse dollars. De Overland-E Gen2 Monaco 450 moet zo’n 140.000 dollar gaan kosten, grofweg 145 mille in euro’s op het moment van schrijven. De Explorer 450 is opvallend genoeg een stuk minder duur, met 120.000 dollar. De versie met 750 mijl rijbereik kost logischerwijs het meeste: in deze Explorer-trim vraagt Overland-E 150.000 dollar, ofwel dik 155.000 euro. Er komt ook nog een ‘Racing Spec’, die kennelijk voor competitief gebruik is bedoeld. Wat die uitvoering moet kosten, is nog niet bekend.
Eerste 6 foto's: Monaco. Laatste 6: Explorer