Onderzoek naar import-auto's afgerond in VS

Het bewuste rapport is gisteren afgeleverd aan president Trump, meldt Reuters. Trump heeft vanaf die dag 90 dagen de tijd om te besluiten wat hij ermee gaat doen. Het document is de uitkomst van een eerder ingezet onderzoek naar import-auto’s en heeft even op zich laten wachten. Als de conclusie van het ministerie inderdaad is dat import-auto’s als een bedreiging kunnen worden gezien, effent dat de weg naar importtarieven van maximaal 25 procent op buitenlandse auto’s en auto-onderdelen.

Met name de Europese auto-industrie staat direct op de achterste benen en is een enorme lobby-campagne gestart om de mogelijke plannen tegen te houden. Een belangrijk argument is daarbij dat Europese auto’s lang niet altijd daadwerkelijk in Europa worden geproduceerd. Net als hun Japanse collega’s bouwen de Europese merken veel auto’s in de VS, met 113.000 Amerikaanse banen als gevolg. Een groot deel van die in de VS gebouwde modellen wordt bovendien geëxporteerd naar het buitenland, in veel gevallen ook naar Europa. De Duitse auto-industrie stelt zelfs de grootste auto-exporteur van de VS te zijn, omdat de producten van Amerikaanse en Japanse merken voor het overgrote deel in het land zelf worden verkocht.

Tegelijkertijd wijst de regering Trump erop dat Europa al jaren een importheffing van 10 procent op Amerikaanse auto’s voert, terwijl Europese auto’s in de VS voor slechts 2,5 procent worden aangeslagen. Onder meer om die reden zou er sprake zijn van een oneerlijke situatie en zou de Amerikaanse economie worden bedreigd door het succes van buitenlandse merken. Europese bedrijfsauto’s komen er overigens minder genadig van af: voor vrachtwagens, busjes en pick-ups geldt door de in 1964 ingevoerde ‘Chicken Tax’ een tarief van 25 procent.