Olieprijs zet aardige daling in, benzineprijs nog amper
Brandstofprijzen zakken langzaam
De olieprijzen zijn gedaald naar het laagste punt in twaalf weken, onder meer door angst voor een recessie. Aan de pomp is daar alleen nog weinig van te merken.
De prijs voor ruwe Noordzee-olie voor het eerst in bijna drie maanden tot onder de 100 dollar per vat. Ook Amerikaanse olie is flink in prijs gedaald. Een vat WTI-olie kostte woensdagmiddag ongeveer 96 dollar, terwijl de prijs een dag eerder nog rond de 110 dollar schommelde. Voor een vat Brentolie betaalden handelaren aan het einde van woensdagmiddag iets meer dan 99 dollar (€97). Een week geleden was dat nog ongeveer 10 dollar meer en een maand geleden bedroeg de prijs zelfs ruim 120 dollar.
De olieprijzen dalen al enkele weken. Dat zorgde er de afgelopen tijd voor dat de peperdure benzine in Nederland iets in prijs daalde. De Gemiddelde Landelijk Adviesprijs (GLA) voor een liter benzine is woensdag €2,42. Dat is slechts 8 cent lager dan de recordprijs van €2,505 van een maand eerder en zo'n 6 cent lager dan twee weken geleden. Een nog betrekkelijk geringe daling dus. Vorige maand verklaarde marktdeskundige Paul van Selms van United Consumers al dat de brandstofprijs ondanks de zakkende olieprijs 'wordt hoog gehouden'. Diesel is met €2,276 (GLA) slechts zo'n 4 cent per liter goedkoper dan twee weken geleden.
Oorzaak van de dalende prijzen is de angst voor een recessie. Als die angst werkelijkheid wordt, daalt de vraag naar olie doordat consumenten minder kopen en bedrijven minder actief worden. Hierdoor hebben bedrijven minder olie nodig, bijvoorbeeld voor transport van goederen. Ook kan een recessie zorgen voor banenverlies, waardoor er minder woon-werkverkeer is.