Mercedes E-klasse dertig jaar, of toch ouder?
200-300-serie hernoemd
Je kunt een aardige boom opzetten over de vraag welke Mercedes de oorsprong van de E-klasse belichaamt. De Strich 8 van 1968? De W210 van 1995? Wij houden het op de evolutieversie van de W124, de eerste E-klasse die ook zo werd genoemd.
Het zal best een vraagstuk zijn geweest, in de directiekamers van Daimler in Stuttgart: wat moeten we aan met de naamgeving van onze middelste modelreeks? Je kon alle andere Mercedessen gemakkelijk definiëren, omdat ze duidelijke typenamen hadden. Van oudsher was er de S-klasse, vanaf 1979 ook de G-klasse en al veel langer daarvoor de SL. Ook de 190 had zijn eigen aanduiding. Die werd in 1993 opgevolgd door de C-klasse. Prachtig, maar dat leverde wel een probleem op: hoe gaan we het bestaande model tussen de C en de S dan noemen?
E-klasse werd begrip
In 1993 ging de kogel door de kerk en werd de auto die je eerder wat onhandig als 200-300-serie omschreef, omgedoopt tot E-klasse. Tja, die letter stond toch al op alle modellen zonder dieselmotor. En het klopte alfabetisch. Het was een belangwekkend besluit, want de letter E werd geacht het vele tientallen jaren te gaan volhouden. Dat lukt nog steeds: E-klasse werd een begrip, met bovendien dezelfde zwaarte als ‘5-serie’ bij BMW. Je mag de stap zelfs moedig noemen, omdat de W124 destijds met afstand de best verkochte Mercedes aller tijden was; anno 1993 stond de teller op ruim twee miljoen stuks. Een publiekslieveling geef je niet zomaar een andere naam, toch? Stel dat U2 zichzelf opeens ‘You Two’ gaat noemen, dan kan geen mens die band nog ergens terugvinden. De naamswijziging kwam tezamen met een flinke update van de W124, die daar na negen jaar ook best aan toe was. Alhoewel, technisch was de modelreeks echt wel met zijn tijd meegegaan.
E-klasse ging gepaard met facelift
De facelift van de E-klasse betrof in hoofdzaak uiterlijke wijzigingen, zoals een andere grille, terwijl de ster verhuisde naar de motorkap. De achterzijde werd eveneens bijgepunt. Op het kofferdeksel verviel logischerwijs de E als aanduiding voor injectiemotor. Geen punt, want carburateurs waren er allang niet meer. Zodoende werd de 220E de E220 en ging de 200D voort als de E200 Diesel. A propos: bij de diesels werd vierkleppentechniek toegepast, een wereldprimeur. Het was een mooie opmaat naar de W210 en alle E-klassen die daarna zouden volgen. Sterker nog: gezien de elektrische EQE lijkt de E te staan voor eeuwigheidswaarde.