Lexus broedt op waterstofauto
Interview Spiros Fotinos
Bij de onthulling van de tweede generatie Lexus NX raken we in gesprek met Spiros Fotinos, die de scepter zwaait over de Europese operaties van Lexus. Waarom is Lexus ineens wél in voor een plug-in hybride? En komt er ooit een brandstofcel-Lexus?
U noemde de nieuwe NX de aftrap van een nieuwe koers voor Lexus. Wat bedoelde u daar precies mee?
“De evolutie van ons merk is aanbeland op een punt waarop we goed moeten nadenken wat onze volgende stap is. Daarbij kijken we goed naar wat de kern van ons DNA is en hoe we daarop verder moeten bouwen, de kenmerken waarmee we steeds weer scoren. Dan bedoel ik comfort en rust, gecombineerd met betrouwbaarheid. Dat moeten we in ere houden, maar daarbij de rijervaring naar een volgend niveau tillen. Hoe gebruiken we bijvoorbeeld de elektrificatie om rijplezier over te brengen? Dat zit hem niet alleen in de aandrijflijn, maar ook in het uiterlijk van de auto en in het interieur. Ons Tazuna-idee komt dan ook niet zo maar uit de lucht vallen. Het vertegenwoordigt het totaalgevoel dat we willen overbrengen met de koets, het interieur en de rijprestaties. Hoe brengen we dat naar de werkelijkheid? En dat natuurlijk wel per segment op de daar relevante manier, want elk segment is anders. Dat is de essentie van ons volgende hoofdstuk.”
Het is juist die elektrificatie die het onderscheid in karakter tussen merken op de tocht zet. Hoe behoedt Lexus zich daarvoor?
“Wat mensen het eerst aanspreekt aan een EV zijn de onmiddellijke pedaalrespons en de snel opkomende G-krachten. Dat is dus ook een belangrijk onderdeel van de sensatie, maar zeker niet het enige. Wij kijken ook naar de ontwikkeling en fijnafstemming van onze chassis en aandrijflijnen, zowel voor de hybride als de plug-in. Die snelle respons moet er op elk moment zijn, niet alleen vanuit stilstand. We werken aan technologie zoals Direct4 in onze LF-Z Concept, waarmee we de totale aandrijflijn heel precies kunnen sturen door middel van koppelverdeling en de positie van de auto om zo een gevoel van vertrouwen bij de bestuurder op te wekken. Dat vinden wij belangrijk en dat is dan ook onze filosofie wat betreft rijplezier in het elektrische tijdperk.”

Lexus NX
De NX is op dit moment het belangrijkste model voor Lexus en cross-overs zijn dan ook al jaren hot. Wat verwacht u dat op de langere termijn de rage zal zijn?
“Voorlopig blijven SUV’s en cross-overs populair. Ze bieden gebruiksgemak en een hoge rijpositie die een sedan niet kan evenaren. Ik denk dat klanten die veelzijdigheid blijven vragen. Aan de andere kant, vooruitkijkend, zijn er een paar factoren waar mee we rekening moeten houden. Dan heb ik het eerder over 2030 dan over 2025, maar ontwikkelingen als autonoom rijden zullen hun invloed uitoefenen op hoe een auto is ingericht, waardoor dat heel anders zal zijn dan wat we nu normaal vinden. Ten tweede, en nog belangrijker, wil ik jouw vraag beantwoorden door onze perceptie van autobezit naar de toekomst te extrapoleren. Misschien zullen SUV’s er altijd zijn, maar ze hebben niet de beste cW-waarden, waardoor lagere, meer gestroomlijnde modellen wenselijk zijn. Een veranderende maatschappij zal betekenen dat jij straks niet meer gehecht bent aan die ene auto, maar aan het merk. Voor een weekend skiën heb je dan een SUV nodig, maar als je een weekje in de stad werkt, heb je iets kleins nodig, misschien wel een kleine SUV. Dat soort overwegingen zullen de toekomstige modelontwikkelingen dicteren.”
Nu heeft u het over autodeelprogramma’s …
“Je mag het autodeelprogramma noemen, uitruil, mobiliteit. Het kan verschillende vormen aannemen, maar ook dat hangt af van jouw persoonlijke situatie.”
In combinatie met elektrische platforms biedt dat de toekomstige ontwerpers veel meer vrijheid ...
“Zeker. Dat zie je al aan de als puur EV bedoelde auto’s die nu rondrijden, omdat ze in hun koetsvorm minder worden beperkt. De koetsvorm is geen afgeleide van de aandrijflijn, maar staat in functie van de toepassing. De aandrijfvorm daarentegen wordt door andere factoren geleid. Fiscaliteit bijvoorbeeld, maar daar weten jullie in Nederland alles van. Wat betreft het model zullen klanten in toenemende mate nadenken wat ze willen en dat ook van ons vragen.”

Lexus NX
De transitie heeft deuren geopend voor nieuwe merken, vaak met een heel eigen insteek voor zowel de auto’s als de distributie. Heeft dat invloed op de strategie van Lexus?
“Dat zou ik zo niet willen stellen. Per bestaand merk hangt dat af van zijn merkwaarden. In ons geval is dat een stelling die wij poneerden voordat we onze eerste auto hadden verkocht: wij behandelen iedereen als een gast in ons huis. En dan bedoelen we iedereen, of je nu een UX of een LS rijdt: je bent onze gast. Daarbij leunen we zwaar op de menselijke factor. Natuurlijk is er ruimte voor digitalisering en nieuwe distributievormen, maar wij peinzen er niet over om de menselijke factor los te laten. Het gevoel dat er altijd iemand voor je klaar staat. Geen robot, geen keuzemenu of virtual buddy, maar een echt mens. Dat betekent niet dat we de digitalisering aan ons voorbij laten gaan, want onze klanten willen die ook, maar alleen zolang die het gemak en de snelheid verhoogt. Soms wil je niemand spreken, maar alleen snel geholpen zijn. De juiste balans daarin is voor ons belangrijk en daarin is een fundamentele rol voor onze dealers weggelegd.”
Mogen we met de verdergaande verstedelijking in het vooruitzicht van Lexus ook kleinere modellen verwachten?
“Ja hoor. We kijken nu al met extra veel aandacht naar de onderkant van ons portfolio en wat de klanten daar verder nog van ons willen. Het is tegelijkertijd interessant om te zien dat nu, in de post-pandemische wereld, de buitenwijken weer sexy worden. Voor corona was downtown the place to be. Nu, mede door het vele thuiswerken, zien we een beweging het centrum uit. Het type consument dat dat doet, is vaak de rijkere soort met één of twee auto’s, dat niet aan leefruimte in wil boeten en juist met het thuiswerken net zo goed een paar plaatsen verderop wil wonen. Dat zijn klanten voor middelgrote tot grote SUV’s.”
De eerste, vanaf de basis echte batterij-elektrische auto van Lexus, die voor volgend jaar staat gepland, zit wel in het compactere segment?
“Nee, niet echt. Natuurlijk kijken we nauwlettend naar hoe de UX EV, die we onlangs lanceerden, zich ontwikkelt. We moeten nog bepalen welke formaten auto’s er op het nieuwe e-TNGA platform kunnen komen. Een kleine auto zien we daar niet.”

Lexus UX 300e
In het verleden bleef Lexus weg van de plug-in hybride omdat het gedoe met laadkabels niets was voor de verwende clientèle. Nu staan we naast een NX PHEV. Wat is er veranderd?
“Plug-in-technologie kennen we natuurlijk allang binnen de Toyota-groep en we hebben er ook vanuit Lexus altijd met gezonde nieuwsgierigheid naar gekeken als een mogelijke uitbreiding van de hybride. Met name de afgelopen jaren is de acceptatie van elektrificatie sterk gegroeid, ook onder onze full-hybrid-klanten. Die willen misschien nog niet volledig elektrisch, omdat ze ook langere ritten maken, maar ze willen wel de mogelijkheid hebben om elektrisch te rijden. Bovendien zijn er steeds meer mensen met andere drijfveren, of dat nu een laag verbruik, milieubewustzijn of fiscale redenen betreft. Dat alles zorgt voor meer vraag naar PHEV. Daarbij hebben we nu toegang tot de vierde generatie hybride en in combinatie met het GA-K-platform bood dat ons de gelegenheid een plug-in hybride te bouwen die de maatstaf in zijn segment zal zijn.”
In dat geval: Toyota heeft ook de nieuwste brandstofceltechnologie op de plank liggen …
“Daar kijken we zeker naar. Toen de tweede generatie Mirai uitkwam, zeiden veel mensen tegen mij: hé, dat lijkt wel een Lexus! De waterstofkennis die Toyota in huis heeft, brengt ons in een comfortabele positie wat dat betreft. Dan kijken we echter verder dan de auto alleen. Natuurlijk ligt het voor de hand dat wij op een dag met een Lexus FCEV op de proppen komen, maar zoals met alles wat we eerder deden, geldt ook hier: als de tijd rijp is, onze klanten er klaar voor zijn en het meer gemak dan ongemak oplevert, gaan we ervoor. Daar kun je op rekenen.”