In het wild: Rover Tourer

Wat is het?

Een Brit met een lekker multicultureel achtergrondje. De eerste generatie Rover 400 - in feite een sedanversie van de 200 - deelde z'n genen met de Honda Concerto. De 1.4'tjes waren van Rover zelf, de 1.6'jes kwamen van Honda en voor de dieselmotoren werd onder andere gewinkeld in het magazijn van PSA. Onder de kap van deze Tourer - de stationversie van de 400 - de 112 pk sterke 1.6 die al sinds 1997 z'n werk ongestoord lijkt te doen.

Hoe bijzonder is-ie?

Een echte verkoopknaller is de Rover Tourer nooit geweest, dus als je er eentje tegenkomt - en hem wel kan waarderen - dan heb je geluk. Het is een leuke mengelmoes van allerlei fabrikanten, verpakt in een chique Britse jas. Vanbinnen prachtig nephout, en dat is ook iets om helemaal vrolijk van te worden.

Hoe staat-ie erbij?

Meh. Hij is door sneeuwrestanten en pekelbrei wat vies, maar dat voorkom je momenteel moeilijk. Op z'n rechterflank is de Tourer behoorlijk gehavend en zo te zien is de roestduivel de boel er behoorlijk aan het infecteren. Dat is dan ook een van de weinig slechte optische plekken van deze semi-Brit.

Hoeveel zijn er nog?

In Nederland zijn er in totaal 367 van verkocht, en daarmee is het de op één na slechtst verkochte Rover in ons land. Achteraan staat de eveneens leuke Streetwise, waarvan er 333 zijn verkocht. Van de Tourer moeten er nog 162 in ons land rondrijden, en dat is stiekem nog heel wat!

Wat is-ie waard?

Er staan een paar op het oog nette exemplaren te koop die voor zo'n 800-900 weggaan. De wond die dit exemplaar met zich meedraagt zal z'n waarde in ieder geval niet vergroten. Een opknappertje voor de liefhebber dus.

Waardering: Een exoot is het natuurlijk niet, maar eigenlijk is het wel een leuke en vooral frisse, eigenwijze verschijning. Z'n deuk is minder fraai, desondanks krijgt -ie een mooie 7,5.