Gereden: Renault Kangoo Express dCi 90
De term facelift mag voor de actuele Kangoo Express gerust van stal komen, want het is zijn frisse frontje dat het zichtbare onderscheid tussen de nieuwe en oude versies voor zijn rekening neemt. Het geheel oogt mooi, zeker in het geval van de testauto waarvan de bumpers alsmede spiegelkappen in Gris Argent zijn meegespoten. Kies je deze optie à € 575,- niet, dan is het vooraanzicht een massieve, matzwarte vlakte, die doet vermoeden dat de Kangoo ter plaatse kortstondig in brand heeft gestaan. En dan heet deze versie nog Black Edition ook! Met de 90 pk/200Nm-motor en een start-stopsysteem kost hij € 15.290,-. Samen met de lichtmetalen wielen, schuifdeur-met-ruit en een handvol interieur-extra's komt deze Kangoo op een totaalprijs van een dikke 19 mille (ex BPM/BTW).
Afrekening met onhebbelijkheden
Bij de test van de vorige Kangoo Express kwam een aantal onhebbelijkheden naar voren waarmee het nieuwe model nu vrijwel stuk voor stuk afrekent. Zoals de siddering die door de auto trekt bij fors accelereren: helemaal weg! Het lekken van rijwind langs de bovenzijde van de portierruiten: voortaan afwezig! Sterk overhellen als een pauselijke Renault 4 bij zelfs milde bochtsnelheden: niet meer van toepassing! Zingende aandrijfgeluiden vanuit de motorruimte: foetsie en verdwenen! De storende motordreun bij snelweg-snelheden: helaas, die is er nog steeds. De montage van een 6-bak zou de beste verbetering voor deze auto zijn. Het testverbruik kwam iets hoger uit dan de vorige keer, namelijk 6,4 tegen 6,1 l/100 km.
Onderweg dringt al snel het besef door dat nieuwe Kangoo meer weg heeft van de Mercedes-Benz Citan, dan van zijn bloedeigen voorganger, ook al is het onderstel niet op de Mercedes-manier aangepast. Wie de buitenzijde van de Kangoo onder de loep neemt, kan bovendien zien dat de genoemde vergelijking ook opgaat voor de passingen van het plaatwerk, waar kleinere toleranties de norm zijn geworden. Kortom, Renault heeft merkbaar geprofiteerd van de kennis en kunde die Daimler heeft meegenomen naar de fabriek in Maubeuge, waar beide modellen gebroederlijk van de band rollen. En dat is na alle kritiek op de herkomst van de Citan ('foei toch, een Franse Benz!') niets anders dan een heel positieve vaststelling.