Ford Europa krimpt flink in: minder managers, geen topman

Ford Europa is in de loop der decennia uitgegroeid tot een apart en grotendeels Europees bedrijf. Ford maakt al zolang we ons kunnen heugen Europese auto’s voor de Europese markt en wordt in die context dus ook niet als een Amerikaans merk gezien, maar als een internationaal of zelfs Duits merk met een Amerikaanse achtergrond. Het Europese hoofdkantoor in Keulen heeft in de loop der jaren heel wat op Europa toegepitste modellen bedacht, die niet zelden juist naar de VS werden geëxporteerd.

Maar er is de laatste jaren een hoop veranderd. Modellen die voor Europa van oudsher de gangmakers waren, zoals de Fiesta en de Focus, zijn geschrapt of vervangen door SUV-achtige auto’s. Zij nemen duizenden Europese banen mee in hun val, zoals als eerder werd aangekondigd. Ford maakte al eens de doelbewuste keuze om de Amerikaanse roots duidelijker te laten doorschemeren in het modellenaanbod. Dat resulteerde enerzijds in het hier (beperkt) leveren van oer-Amerikaanse modellen als de Mustang, de Bronco en de (Amerikaanse) Explorer, maar leverde in de vorm van de elektrische Explorer ook de wat opmerkelijke oplossing van een puur Europees model met een verwarrende Amerikaanse naam op.

De elektrische Mustang Mach-E is tot nu toe vermoedelijk het beste voorbeeld van een Ford die zowel in de VS als in Europa goed scoort en het is natuurlijk ook niet gek dat Ford de wereldwijde activiteiten wat wil stroomlijnen. Volgens Automobilwoche gaat dat nu echter wel heel rap. Martin Sander, die onlangs na twee jaar vertrok als grote baas van Ford Europa, krijgt geen vervanger. Het Europese managementteam in Keulen wordt verkleind van negen naar maximaal vier ‘top executives’ en dat betekent dat een belangrijk deel van de besluitvorming terechtkomt op de plek waar het voor Ford allemaal begon: Detroit, Michigan, Verenigde Staten.

De vier topmanagers die overblijven in Keulen, krijgen ieder een eigen verantwoordelijkheid. Lagere managementslagen blijven vooralsnog bestaan, maar rapporteren volgens Automobilwoche vanaf nu direct aan hun grote bazen aan de overkant van de oceaan.