Een Volkswagen Polo met boxermotor achterin en vier andere versies die je niet kende
50 jaar Volkswagen Polo
De Volkswagen Polo G40 kennen we allemaal als een leuke hothatch uit de jaren 80. Maar wist je dat die G-lader ook is toegepast op een piepkleine superzuinige dieselmotor? De öko-Polo is een van de vijf vreemde Polo’s die we je laten zien, ter ere van z'n vijftigste verjaardag.
In 1975 heeft Volkswagen heeft na wat moeilijke jaren de smaak weer te pakken. De Golf die het jaar daarvoor werd geïntroduceerd is succesvol. Het is tijd voor een kleine Volkswagen: de Polo, ontwikkeld samen met Audi die hem als 50 uitbrengt. Je knippert vervolgens met je ogen en er is een halve eeuw voorbij en staat de teller op meer dan 20 miljoen Polo’s.
De Volkswagen Polo werd nou zo’n auto die je in elk straatje wel tegenkomt. En we kennen allemaal wel iemand die een Polo heeft of heeft gehad. In een halve eeuw zijn er talloze varianten geweest, van hatchback tot stationwagon, van sedan tot coupé. Maar er werd achter de schermen bij Volkswagen ook heel wat gerommeld en geëxperimenteerd met Polo’s. Veel verdween in het archief of op de schroothoop, of kwam pas veel later in een andere versie op de markt. Op een verjaardagsfeestje van de Polo in Duitsland, konden we onlangs letterlijk door de geschiedenis lopen. Deze vijf parels willen we je niet onthouden.
Öko-Polo (1987)
Wat het uiterlijk betreft zijn er geen verschillen met de reguliere Polo van de tweede generatie. Onderhuids gaat echter bijzonder spaarzame techniek schuil in de öko-Polo. De tweecilinder dieselmotor heeft een bescheiden cilinderinhoud van 858 cc en de vibraties worden in toom gehouden door een balansas. Bovendien is hij dik ingepakt met isolatiemateriaal. Het motortje levert onder normale omstandigheden een bescheiden vermogen van 27 pk.
Als de bestuurder het gaspedaal dieper intrapt, wordt een mechanische compressor (G-lader) ingeschakeld, die het vermogen verhoogt naar 40 pk – voldoende voor dit lichte karretje. Een zogenaamde Schwungnutzautomatik schakelt de motor uit zodra de bestuurder van het gas gaat. De auto zeilt dan zonder remmende werking van de motor. Het resultaat: in de praktijk van alledag heeft de Polo voldoende aan 3 tot 3,5 liter brandstof per 100 km. Tijdens een 1.500 kilometer lange zuinigheidsrit van Wolfsburg naar Zuid-Frankrijk realiseerden de Polo-ontwikkelaars in 1987 een gemiddeld verbruik van slechts 1,7 l/100 km. In totaal werden er 50 auto’s gebouwd, die begin jaren 90 werden ingezet in het wagenpark van charitatieve instellingen en bij de verkeersdienst van Berlijn.
Polo GTI Cabriolet (2007)
In 2007 bracht de - inmiddels ter ziele gegane - carrosseriebouwer Karmann een opvallende designstudie mee naar de IAA in Frankfurt op basis van de vijfde Polo. In de jacht op een nieuw productiecontract van Volkswagen toonde Karmann een opengeknipte versie van de toen actuele Polo GTI mee op de Duitse autoshow. Volkswagen - en Karmann - hadden ervaring met de Golf Cabrio, maar Karmann leek van mening te zijn dat een cabrioversie van de Polo ook best levensvatbaar kon zijn. Karmann etaleerde zijn technische kennis en kunde door de open Polo te voorzien van een stoffen klapdak waarin ook een glazen schuifdakje zat. De auto ging nooit in productie.
Polo Sprint (1983)
Gewoon omdat het kan: wanneer je een Porsche 911 en een Volkswagen Polo steilheck in de blender gooit, dan krijg je deze Polo Sprint. Achterin ligt een viercilinder boxermotor met 156 pk, in de neus de benzinetank en het reservewiel.
De auto werd bedacht als testvoertuig om de rijkarakterstieken te onderzoeken van bepaalde aandrijflijnen met hoog vermogen, die dus veel vragen van het chassis. Naar verluidt waren de testrijders destijds zeer enthousiast over de rijeigenschappen van deze Polo Sprint en heeft de auto een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van tractioncontrol.
Polo Coupé GT Widebody (1986)
In de jaren 80 was - met name in Duitsland - tuning van auto’s enorm populair. Hoe breder, hoe beter. Zwaar geïnspireerd door de Ferrari Testarossa waarschijnlijk, die ook laag en breed was en opvallende luchtdoorlaten had. Breitbau-tuning was een ding en zelfs de automerken gingen er soms in mee. Volkswagen Motorpsort ontwikkelde een kit voor tweede generatie Polo, zodat die wel wat weg had van de Rallye-Golf. De ombouw kostte 8500 DM en je ziet hem hier op een voorserie-exemplaar van de Polo Coupé GT G40. Hoeveel er werkelijk geleverd zijn, is niet bekend, maar we weten zeker dat we er nooit eerder een zagen.
Polo GTI concept-car (2001)
De gewoonte van snelle Polo’s was er een beetje bij ingeschoten rond de eeuwwisseling. Van de derde generatie Polo was wel een GTI, maar die werd maar in een kleine oplage gebouwd en was al snel na de introductie in 1998 uitverkocht. De vierde Polo met dubbele ronde koplampen kende nooit een sportief model, tot de facelift in 2006. Maar de Volkswagen die je hier ziet is een studie uit 2001. Nog met de dubbele koplampen, maar dan weer een beetje anders dan op de ‘gewone’ Polo. Er zat een zwarte rand omheen. En samen met de honingraatgrille had de GTI een heel ander front. Onder de kap de 150-pk 1.8, die jaren later ook in de productieversie zou zitten.