De eerste Ford Focus was bijna te goed
Scherpe C-segmenter sloeg in als een bom
Ford kreeg in 1998 niet alleen de handen op elkaar vanwege het prikkelende uiterlijk van de geheel nieuwe Focus, maar ook omdat dit gewoon een steengoede auto bleek te zijn. Hij maakte de nog verse Golf en Astra op slag wat bleekjes om de neus.
Jeremy Clarksons item voor Top Gear dat hij maakte op de Geneefse autosalon van 1998 was veelzeggend: hij had zijn schoenen uitgetrokken en sjokte als in trance door een vijvertje naar de hagelnieuwe Focus, die op een privé-eilandje mooi stond te zijn. Na de bijzondere Fords Ka en Puma mocht de wereld heus iets bijzonders als Escort-opvolger verwachten, maar de Focus sloeg wat hem betreft alles: “This is fantastic!” Later dat jaar kroop schrijver dezes als AutoKampioen-redacteur op Hollandse bodem achter het stuur van een test-Focus, een nog Duits gekentekende 1.6 16V. De collega die mij oppikte, had net een uitgebreide rit gemaakt. Hij was er een beetje stil van: “Hij is bijna te goed.” Geloof me, die woorden hoorde ik niet vaak.
Daardoor begon ik met iets meer voorinformatie dan mij lief was aan mijn eerste kilometers, maar het goede van de Focus was hoe dan ook onmiddellijk voelbaar. De Golf gold ter redactie als de maatstaf in zijn segment, omdat hij zich vanwege zijn comfort, degelijkheid en uitgebalanceerde karakter bij wijze van spreken een klasse hoger nog staande kon houden. Alleen was hij wat slap in de benen, op het wiebelige af. De eveneens nieuwe Astra reed strakker dan zijn landgenoot, maar bleek verder zo opwindend als een verregende dinsdag. De Focus overklaste zijn rivalen hier met gemak en bovendien in een tot dan toe ongeëvenaarde stijl.
Zetec
Je moest alleen geen haast hebben. De zestien kleppen beloofden heel wat, net als de trots gedeelde informatie dat de fraaie Zetec-SE-motor mede door Yamaha was ontwikkeld, maar het bleek in de praktijk vooral een kwestie van geduldig afwachten of er na een scheut gas nog wat zou gaan gebeuren. De vijfde versnelling bleek langer dan de Kalverstraat, zodat alleen terugharken naar vier of zelfs drie bij een inhaalactie soelaas bood. Maar ja, veel toeren leidt tot veel mengsel dat langs al die klepjes moet, met paniekerig rekenwerk aan de pomp als resultaat. Alhoewel, 500 kilometer op 50 liter lukte ook pijnlijk gemakkelijk zonder calculator.