Daihatsu Move Canbus: volledig nieuw, vrijwel identiek
Zoek de verschillen
Wij hebben het vertrek van Daihatsu uit Europa nooit helemaal kunnen verwerken, maar gelukkig reikt onze blik dankzij de digitale kanalen tot achter de Japanse landsgrenzen. In zijn thuisland introduceert Daihatsu een volledig nieuwe Move Canbus, een met retrodesign overgoten ruimtelijke Kei-car die nauwelijks van zijn voorganger is te onderscheiden.
Voor de liefhebber van eigenwijs vormgegeven stadskleintjes is het modellengamma van Daihatsu een waar walhalla. Hoewel het merk in Japan met de Altis een eigen versie van de Toyota Camry verkoopt en het ook met de Rocky, Thor en Boon - een afstammeling van 'onze' Sirion - grotere auto's aanbiedt, zijn het de Kei-cars waarin Daihatsu grossiert. De kleine karretjes, die maximaal 3,4 meter lang en 1,48 meter breed mogen zijn en die met maximaal een 64 pk sterke en 660 cc kleine krachtbron mogen zijn uitgerust, bestaan bij Daihatsu in bijna talloze soorten en stijlen. Het merk heeft met de Copen een minuscule roadster in het aanbod, levert met de Mira e:S een relatief conventioneel vormgegeven en bovenal zuinig hatchbackje en heeft naast de Move de Mira Tocot, de bonkige Taft, de hoekige Wake en de hoge Tanto in het Kei-aanbod. Dan is er de Canbus, een soort MPV op zakformaat dat Daihatsu aan de Move-familie heeft gehangen. Die Move Canbus werd in 2016 gepresenteerd en wordt nu opgevolgd door een tot op het kleinste moertje nieuwe generatie.
Daihatsu Move Canbus
Bij zijn generatiewissel verruilt de Move Canbus zijn uit 2013 stammende en van de vorige generatie Taft afkomstige basis voor een voor Kei-cars ontwikkelde versie van Daihatsu's DNGA-platform. DNGA is in feite Daihatsu's platformfamilie zoals de TNGA-reeks dat van Toyota is. Net als de uitgaande Move Canbus vallen er in het ontwerp van de nieuwe designinvloeden van klassieke modellen te zien. Vooral in two-tone-kleurstelling is het - net als de Mira Tocot - enigszins een retromodel. Van voren en opzij bezien lijkt de nieuwe Move Canbus als twee druppels water op zijn voorganger, maar wie goed kijkt ziet toch zowel de koplampen als de voorbumper evenals de openingen en de mistlampen daarin net even anders zijn vormgegeven. Aan de achterzijde zijn de verschillen groter. Zo verhuist de kentekenplaat van de achterklep naar de nieuwe achterbumper en zijn de achterlichten anders ingevuld. Ook Daihatsu doet mee aan de trend om modelnamen groot uit te schrijven, al schrijft Daihatsu de modelnaam Canbus uit op de voorkant van de auto. De (elektrisch bedienbare) schuifdeuren zitten natuurlijk ook weer op de nieuwe Canbus.
Daihatsu Move Canbus
Ook het interieur van de Move Canbus is volledig nieuw. Het grote centraal geplaatste analoge instrumentenpaneel maakt plaats voor een klokkenwinkel die gewoon achter het stuur zit. Het 10-inch multimediasysteem is voortaan bovenop dashboard gehuisvest en kan ook met Apple CarPlay overweg. De A-stijlen zijn net als voorheen opgesplitst voor een beter zicht schuin naar voren zoals je dat in Europa kent van MPV's als de C4's Picasso/Space Tourer van Citroën.
De nieuwe Move Canbus is 50 kilo lichter dan zijn voorganger en is voor het eerst naast met een atmosferische driecilinder ook met een kleine turbomotor beschikbaar. Wat veiligheidssystemen is de nieuwe Daihatsu helemaal actueel. Adaptieve cruisecontrol? Van de partij, hetzelfde geldt voor dodehoekdetectie, een automatisch noodremsysteem, het zit er allemaal op en aan. Daarnaast is de auto afgeladen met handige haakjes en opbergvakjes.
Daihatsu zegt dat de Move Canbus net als de Mira Tacot vooral is toegespitst op een vrouwelijke kopersgroep. Het vrolijke kleintje is in ieder geval vrij populair, van de eerste generatie zijn namelijk meer dan 380.000 exemplaren verkocht. Van de nieuwe Move Canbus hoopt Daihatsu maandelijks 6.500 exemplaren te verkopen. De vanafprijs bedraagt omgerekend €10.590. Voor de duurste variant - met vierwielaandrijving en turbomotor - ben je in Japan omgerekend zo'n €13.600 kwijt.