Brandstof relatief niet zoveel duurder geworden
Inflatie doet een hoop
De brandstofprijzen bereikten dit jaar nieuwe records. Zowel voor benzine, diesel als lpg ben je meer kwijt dan ooit tevoren. In absolute zin, weliswaar. De inflatie heeft ook een aardig steentje bijgedragen als we kijken naar prijzen uit het verleden.
Met een Gemiddelde Landelijke Adviesprijs van - op het moment van schrijven - €2,12 voor een liter Euro 95-benzine ben je ongekend veel geld kwijt voor een volle benzinetank. Ook diesel is met €1,76 per liter duurder dan ooit en met €1,14 per liter lpg dromen gasrijders van de tijden dat ze voor 'een paar dubbeltjes per liter' tankten. Het beweegt sommige mensen zelfs al tot het volgooien van hun auto met volle jerrycans in Duitsland of België. Het 'tijdelijke kwartje van Kok' hebben we ook nog nooit teruggekregen en mede daarom zijn wij in Nederland relatief erg duur uit als we aan de pomp staan.
Er is geen ontkennen aan dat de prijzen hoog liggen, alleen de situatie is wellicht niet zo extreem als het lijkt. De psychologische grens van €2 per liter speelt een grote rol in de perceptie dat we duur uit zijn. Ook hadden we in 2020 nog juist relatief lage brandstofprijzen, die nog behoorlijk vers in het geheugen liggen. Om een beter beeld te krijgen van hoe duur we nu werkelijk uit zijn, pakken we de cijfers van de afgelopen twintig jaar erbij, die we danken aan United Consumers, en zetten die vervolgens af tegen de inflatie.

Brandstofprijzen (GLA) door de jaren heen. Bron: United Consumers
2001 tot 2008
Als we twintig jaar terug gaan in de tijd, zien we een GLA-prijs voor Euro 95-benzine van zo'n €1,05 per liter. Daarbij moet gezegd worden dat de prijs die je eind 2001 kwijt was nog altijd geldt als de laagste in de afgelopen twintig jaar. Afgezet tegen de inflatie gaat het dan om grofweg €1,51 per liter. Eigenlijk niet eens zo schrikbarend laag dus. Sterker zelfs; in 2020 lag de prijs van een liter benzine daar op een zeker moment maar net boven. Op het duurste punt in 2001 was je ruim €1,25 per liter Euro 95 kwijt, het hedendaagse equivalent van €1,79. Zeker een stuk goedkoper dan nu, maar wellicht niet zo'n groot verschil als je had verwacht.
In de jaren die volgden, stegen de brandstofprijzen gestaag door. In 2008 werd een voorlopige piek bereikt. Toen was je halverwege het jaar ruim €1,70 kwijt (GLA) voor een liter Euro 95, afgezet tegen inflatie is dat €2,10. Kijk eens aan: dat is al haast de GLA-prijs die we nu hebben. De GLA-prijs voor diesel was op dat moment pakweg €1,50, ofwel €1,85 in '2021-geld'. Die prijs lag dus in wezen nog hoger dan de huidige dieselprijs. Datzelfde jaar kwamen we in de economische crisis terecht en kelderden de brandstofprijzen.
Lang staande records
In 2012 werden er, na enkele relatief goedkope jaren aan de pomp, nieuwe records gezet met de brandstofprijzen. Sterkers zelfs: toen waren we zó duur uit dat die records pas dit jaar uit de boeken gegaan zijn. Bijna €1,90 voor een liter Euro 95 en krap €1,56 voor een liter diesel was de piek in de GLA-prijs in 2012. Afgezet tegen de inflatie hebben we het dan over respectievelijk €2,18 en €1,79 per liter. Beide recordprijzen lagen, omgerekend naar hedendaagse prijzen, dus eigenlijk hoger dan wat we momenteel kwijt zijn aan de pomp.
Natuurlijk is het omrekenen naar prijzen aan de hand van de inflatie niet zaligmakend voor hoe hard het mensen werkelijk in hun portemonnee raakt. Duidelijk is echter wel dat de huidige brandstofprijzen vooral in absolute zin hoger dan ooit zijn. Desalniettemin is het voor de mensen met een brandstofauto te hopen dat de piek is bereikt.