Autostoeltjes: alles wat je moet weten
Veilig vervoer van je baby
Autostoeltjes zijn ontzettend belangrijk als je je jonge kind veilig wilt vervoeren. Het liefst heb je dan ook een stoeltje dat handig in gebruik is. Tijd om eens te kijken waarop je moet letten.
Nieuwe eisen
In Nederland is het verplicht om kinderen tot een lengte van 1.35 meter in de auto te vervoeren in een goedgekeurd autostoeltje. Hierbij is het belangrijk dat het kinderzitje goed past, zodat het optimale bescherming biedt. Per 2019 zijn de Europese regels rond autostoeltjes aangepast. Dat betekent dat je zowel met nieuwe regels voor het vervoer van kinderen hebt te maken, maar ook dat de stoeltjes voortaan volgens andere eisen worden gemaakt. Sinds de invoering van de R129 'i-Size'-regelgeving geldt het volgende.
- Kinderen moeten tot minimaal 15 maanden achterwaarts worden vervoerd.
- Stoeltjes met autogordelbevestiging verdwijnen van de markt.
- Alleen stoeltjes met het Isofix-systeem komen op de markt.
Isofix
Er mogen tegenwoordig dus alleen nog stoeltjes met Isofix-bevestiging worden verkocht, een speciaal systeem waardoor het stoeltje vast komt te zitten aan het onderstel van je auto. Voorheen mochten er ook stoeltjes worden verkocht die te bevestigen zijn met de autogordel. Deze stoeltjes mogen nog wel worden gebruikt, er zijn ook nog geen plannen voor een verbod hierop. Sommige nieuwe i-Size-stoeltjes kunnen ook met een autogordel worden vastgemaakt. Dat is handig als je een auto hebt zonder Isofix-bevestigingspunten. Maar een bevestiging met Isofix wordt wel nadrukkelijk aangeraden. Vanaf november 2012 is het verplicht dat alle nieuwe auto’s met deze bevestigingspunten zijn uitgerust. Heb je dus een auto die geproduceerd is na november 2012, dan zou het Isofix-systeem aanwezig moeten zijn. Oudere stoeltjes (R44) mogen nog worden gebruikt, al wordt wel geadviseerd om over te stappen.
Nieuwste soorten autostoeltjes
Soort i-Size stoel | Geschikt voor | Vergelijkbaar met R44 |
Achterwaarts gericht | Kinderen tot 83 cm én een leeftijd van 0 tot minimaal 15 maanden | Babyautostoel ( 0 – 13 kg), groep 0/0+ |
Voorwaarts gericht | Kinderen tussen 60 en 105 cm én ouder dan 15 maanden | Peuterautostoel (9 – 18 kg), groep 1 |
Voorwaarts gericht | Kinderen tussen 105 cm en 135 cm | Kinderautostoel (15 – 36 kg), groep 2/3 |
Wie duidelijk wil hebben om welk van deze bovenstaande soorten het gaat, kan dat op het stoeltje zelf terugvinden. De Consumentenbond adviseert om een kind zo lang mogelijk in een 0+-autostoeltje te vervoeren. Stap pas over als je baby te zwaar wordt of als zijn hoofd boven de stoel uitsteekt. Dan is het vervolgens kijken naar lengte en gewicht wanneer een volgende overstap nodig is.
Babyautostoeltjes
De nieuwste generatie babystoeltjes bevestig je dus tegen de rijrichting in op de Is0fix-aansluiting. Babyautostoelen met een i-Size-keurmerk hebben een onderstel (base) dat via Isofix in de auto wordt vastgemaakt. Dit onderstel laat je achter in de auto: de babyautostoel klik je op dit onderstel als je instapt en je klikt het zitje er weer af als je uitstapt. Is de Isofix-aansluiting niet aanwezig, dan mag het stoeltje ook nog worden vastgezet met de autogordel. Bij de oudere stoeltjes (R44) is dit vaak de enige optie. Vervolgens zet je het kind zelf ook nog vast met de gordel van het stoeltje. Bij plaatsing voor in de auto, dient de passagiersairbag te zijn uitgeschakeld.
Peuterautostoeltjes
Bij de peuterautostoelen is het afhankelijk van het type hoe de stoeltjes bevestigd kunnen worden. Sommige i-Size-peuterstoeltjes kijken vooruit, andere exemplaren kijken achteruit. Aangeraden wordt om kinderen achteruit te laten kijken tot ze minimaal 70 cm zijn. De oudere stoeltjes (R44) worden in de rijrichting geplaatst, dus dan kijkt het kind altijd vooruit. Ook hier geldt weer dat het bij de i-Size-exemplaren altijd mogelijk is om de stoel met Isofix vast te zetten, maar dat er anders ook nog met de autogordel kan worden gewerkt.
Kinderautostoeltjes
Kinderautostoelen zijn weer een ander verhaal. I-Size-exemplaren hebben een hoofdsteun en zijsteunen. Daardoor bieden ze betere bescherming bij een botsing van opzij. Voor stoeltjes met de oude R44-norm geldt dat groep 2 (tot 25 kg) en 3 (vanaf 22 kg) zo goed als altijd gecombineerd worden in één verstelbare autostoel. Dit soort autostoeltjes betreft zitting- of autostoelverhogers waarin het kind rechtstreeks met de veiligheidsgordel wordt vastgezet. Omdat het kind hoger zit, past de gordel beter. Kies bij voorkeur voor een stoelverhoger met rugleuning en hoofdsteun. Vroeger kon je losse zittingverhogers zonder rugleuning kopen. Deze worden sinds 2017 alleen nog goedgekeurd voor kinderen groter dan 125 cm en zwaarder dan 22 kg.
Is je kind groter dan 1.35 meter, dan moet hij de autogordel gebruiken. Loopt bij jouw kind de gordel over de hals in plaats van over de schouder, dan is het verstandig om hem toch op een zittingverhoger te vervoeren totdat hij lang genoeg is om alleen de autogordel te gebruiken.
Meer informatie
Ouders van Nu gaat nog uitgebreider in op de keuze voor een goed autostoeltje voor je kind. Daarnaast is het aan te raden om onderstaande video te bekijken voor het juist bevestigen van een autostoeltje.
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen