30 jaar AutoWeek: Dit was nummer 43 in 1990
Brandende Trabant en roestende Taunussen
AutoWeek bestaat 30 jaar en daarom blikken we wekelijks terug op de editie van deze week in 1990. Vanaf vandaag ligt AutoWeek 43 in de winkel, maar wat stond er precies dertig jaar geleden in nummer 43?
Nieuws
Wie zijn geschiedeniskennis een beetje op orde heeft - of het zich simpelweg nog kan herinneren - weet dat het deze maand 30 jaar geleden is dat West- en Oost-Duisland samenkwamen in één Duitse bondsrepubliek. Bij die eenwording was een speciale rol weggelegd voor de Trabant; één van de meest tastbare erfstukken uit de voormalige DDR. Om de hereniging op 3 oktober te vieren, werd door een groep zeer enthousiaste voormalige DDR-bewoners een Trabant in brand gestoken. Het tafereel werd op de foto gezet en het opvallende vreugdevuur op wielen kreeg aandacht op de nieuwspagina's in AutoWeek 43 van 1990.
Concreter autonieuws was er in de vorm van een aantal zeer interessante illustraties van de opvolger van de Citroën BX. We weten nu natuurlijk allemaal dat dat de Xantia werd, maar destijds stond hij nog te boek onder de codenaam 'X-1'. Bertone tekende het basisontwerp en Citroën mocht er vervolgens nog zo zijn eigen visie op loslaten. Zoals je kunt zien aan de illustraties hierboven, zaten we er qua verwacht eindontwerp niet gek ver vanaf!
Tests
De Ford Focus was de eerste auto die het in een vergelijkende test tegen de nieuwe Volkswagen Golf mocht opnemen dit jaar. In 1990 was het juist de destijds al wat oudere Golf die het tegen de toen splinternieuwe Escort mocht opnemen. In één oogopslag was te zien dat ze uit twee verschillende decennia kwamen. Dat bleek ook wel toen we ermee gingen rijden. De Escort voelde duidelijk moderner aan, bood meer ruimte en vooral ook betere prestaties dan de Golf. Op één puntje blonk de Golf echter nog steeds uit ten opzichte van de Escort: kwaliteit. De Escort voelde niet geheel foutloos en hier en daar wat rumoerig aan, terwijl de Golf meer solide voor de dag kwam. Voor minder geld kreeg je bij de Escort echter wel duidelijk meer auto.
Een andere, wat minder uitgebreide test was die van de Honda Concerto 1.5. Dit was de introductieversie van het samen met de Rover 214 ontstane grotere broertje van de Civic. De 1.5 voelde adequaat en vlot genoeg, al bleek de 1.6 toch wel echt een duidelijke stap krachtiger. 0-100 km/h in 9 seconden én een luxere basisuitrusting waren twee van de meest overtuigende argumenten om voor de Concerto 1.6 te gaan. Toch bleek de portemonnee doorslaggevend, want de forse meerprijs (fl. 6.600) weerhield de 1.6 van groot succes in Nederland.
Reportage
Echt een reportage kunnen we het misschien niet noemen, het stond namelijk te boek als een rijtest, maar het verhaal over de Ferrari Mythos doet toch meer aan als een achtergrondverhaal. Het ging immers niet om een productiemodel. De Mythos was een conceptcar van de tekentafel van Pininfarina, waarmee Ferrari aardig wat toekomstmuziek liet klinken. De auto deelde z'n basis met de toen al wat oudere Testarossa, maar bleek later een opmaat naar de uiterst spectaculaire F50 geweest te zijn. Eén aspect van de Mythos viel de redactie vooral op; z'n actieve achtervleugel. "De achtervleugel vormt één geheel met het koetswerk. Boven 100 km/h verheft en kantelt hij zich automatisch en krijgt dan een belangrijke aerodynamische functie." Dat zouden we later nog veel vaker gaan zien!
Voor de tweedehands markt werd de immens populaire Ford Taunus eens goed doorgelicht. Erg gecharmeerd bleek men er niet van te zijn. De eerste Taunus trof je toen al vrijwel nergens meer, tekende de redacteur op, en was bovendien 'bepaald geen schoonheid'. De tweede Taunus kon je in 1990 wel voor een prikkie op de kop tikken en was mogelijk een interessante goedkope ruime gezinswagen. De roestgevoeligheid, slechte stabiliteit op rechte stukken en bovenal het hoge brandstofverbruik waren echter potentiële dealbreakers. Ze hadden toen eens moesten weten dat er uiteindelijk toch liefhebberij voor zou ontstaan.
Reclame
De Daihatsu Applause verdiende wat z'n naam suggereerde. Het was een slim ding; ruim, meer dan prima prestaties en het zat goed in elkaar. Collega Lars Krijgsman kan dat als voormalig Mika Red-gespoten (lees: roze) Applause-rijder niet vaak genoeg beamen. Dat er een 16-klepper in de neus lag, was in 1990 nog het adverteren waard. De Applause had echter 'nog een klep extra', de achterklep. Het sedan-achtige voorkomen van de Japanner bleek niet meer dan optisch, aangezien de achterruit mee omhoog kwam. Daardoor was er uiteraard meer laadruimte en een betere mogelijkheid tot volladen.