110 jaar Alfa Romeo: wat is jouw favoriet?

Hoge pieken, diepe dalen

Alfa Romeo 156
Alfa Romeo museumOrazio Satta PuligaAlfa Romeo 24HPAlfa Romeo Nino FarinaAlfa Romeo Alfasud productieAlfa Romeo SZAlfa Romeo GTVAlfa Romeo 6C 1750Alfa Romeo GTAlfa Romeo GTV6Alfa Romeo 147 schaalmodelAlfa Romeo33 StradaleAlfa RomeoAlfa Romeo 166Alfa Romeo GiuliaAlfa Romeo Montreal

Vandaag viert Alfa Romeo zijn 110e verjaardag. Een periode die wordt gekenmerkt door hoge pieken en diepe dalen. Hoewel Alfa momenteel moeilijke tijden doormaakt - een karig modellengamma, tegenvallende verkoopresultaten - zijn er weinig merken die op een grotere liefhebbersschare kunnen rekenen. Iedereen wenst Alfa Romeo het beste, de gunfactor is hoog, maar de toekomst van het merk is onzeker. We gaan hier echter niet in glazen bollen kijken, we blikken juist terug op de 110 jaar die achter ons liggen.

Alfa Romeo bouwde in 1910 zijn eerste auto, de 24 HP. Sindsdien verlieten talloze schitterende ontwerpen de fabriekspoort in Milaan, vaak voorzien van innovatieve techniek. In de racerij was het merk jarenlang oppermachtig, zowel op het circuit – Alfa Romeo won in 1950 met Giuseppe Farina de allereerste officiële Formule 1-wedstrijd - als op de openbare weg. Zowel bij de Targa Florio als de Mille Miglia werden de overwinningen aan elkaar geregen. Bouwde Alfa Romeo voor de oorlog nog luxewagens voor de elite, in de jaren 50 en 60 werd onder aanvoering van Orazio Satta Puliga en dankzij de lopende band de overstap naar betaalbare auto’s voor het grote publiek gemaakt. De Giulia en Giulietta staan symbool voor de succesvolste periode uit Alfa’s historie.

De jaren 70 is het decennium waarin de mooie maar roestgevoelige Sud weinig goeds deed voor het merkimago. In 1986 neemt Fiat Alfa Romeo over en hoewel puristen de modellen sindsdien niet meer als ‘echte’ Alfa’s beschouwen (onder andere vanwege de voorwielaangedreven platforms) kun je moeilijk zeggen dat modellen als de 33, 145/146, 164, 156 en 147 niet succesvol waren. Helaas is dat, tot op heden, ook de laatste bloeiperiode van het merk geweest. Laten we hopen dat ze in Italië het tij weten te keren.

Omdat niets zo persoonlijk is als smaak en omdat er niets zo leuk is om daarover te steggelen, maakten we een rondje over de AutoWeek-redactie om de redacteuren naar hun favoriete Alfa Romeo aller tijden te vragen. Ben je het een beetje met ons eens, of heb je andere voorkeuren? Laat het hieronder weten!

Cornelis Kit – SZ (1989)

Alfa Romeo SZ

“Net na de eeuwwisseling volgde ik in Italië een racecursus bij oud-Ferrari-coureur Andrea de Adamich. De Italiaan sprak zelf overigens niet van een racecursus, wel van een veiligheidstraining. Onder dat label kon er namelijk subsidie worden verkregen … En inderdaad, in principe beweeg je je met een verhoogde voertuigbeheersing veiliger door het verkeer. Maar goed, dat geheel terzijde. Het cursusmateriaal bestond onder andere uit de net geïntroduceerd Alfa Romeo 156 GTA; wat een feest was het om met die auto urenlang de grens op te zoeken. De echte attractie, zeg maar gerust de kers op de taart, was de Alfa SZ. Dat door Zagato gebouwde monster had toen al groot klassiekerpotentieel. Voor cursusgebruik stonden er echter gewoon twee stuks klaar om de driftvaardigheid te verhogen. Het onderstel was gebaseerd op een ingekort platform van de Alfa 75 IMSA-racewagen, wat hem een uiterst listige achterwielaandrijver maakte waarmee je bij het minste of geringste foutje achterstevoren stond. En dat stond ik, vaker dan goed was voor mijn ego. Bij deze auto draaide alles om het vinden van de juiste balans. Pas na héél veel oefenen en met nog meer zelfbeheersing (mede dankzij zijn 3.0 V6 nodigde de auto nogal uit) lukte het mij om mooi gecontroleerd dwars te gaan. Beest getemd, ego gestreeld, certificaat op zak, maar bovenal nog immer onder de indruk van die inmiddels uiterst zeldzame rode auto.”

Damiaan Hage - GTV (1994)

Alfa Romeo GTV

“De Alfa Romeo GTV van 1994 vind ik de mooiste en dat komt door een paar details. Zoals de superkleine koplampen, die niet tussen bumper en motorkap zaten zoals gebruikelijk, maar gewoon vier uitsparingen zijn in de motorkap. Dan komt vanuit het voorwiel een schuine lijn over de zijkant van de auto, naar de achterruit. Maar het mooiste vind ik die dikke, afgeplatte kont, met de brede, platte streep voor de verlichting. Deze GTV is écht een superstrakke auto. Mijn bijzondere herinnering eraan heeft direct met mijn werk bij AutoWeek te maken. Op 1 mei 1997 begon ik als stagiair journalistiek en een van de eerste klusjes die ik kreeg was het brengen van een aantal diafilms naar het ontwikkellaboratorium in Amsterdam. De testauto die toenmalige collega Arno Böckling voor me had klaarstaan was een groene GTV 3.0 V6 24V. Ik herinner me het geluid van die motor nog glashelder. Hoe bij de geringste aanraking van het pedaal de kleine cabine werd gevuld met de wonderschone symfonie van de Busso V6. Ik weet nog dat de auto soms best moest zoeken naar grip en hij was in mijn nog onervaren beleving akelig snel (hoewel 7,2 seconden voor de sprint van 0-100 km/h nog altijd best vlot is naar hedendaagse begrippen). Volkomen logisch dus, dat juist deze auto bij mij een bijzonder plekje heeft.”

Luc Verbeke - 6C 1750 GS Spider Zagato (1930)

Alfa Romeo 6C 1750

“Voor de meeste autosportliefhebbers is de herinnering aan de racerij van het Interbellum slechts een vage echo uit het verleden. Voor Alfa Romeo was juist het turbulente tijdsgewricht tussen beide wereldoorlogen de succesvolste periode in haar 110-jarige bestaan. Tussen 1928 en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog reeg het Alfa-fabrieksteam onder leiding van Enzo Ferrari de overwinningen en podiumplaatsen aan elkaar, in zowel binnen- als buitenland. Tekenend voor die totale overheersing was de (bijna) onafgebroken zegereeks in de prestigieuze Mille Miglia: met uitzondering van 1931 won Alfa Corse alle vooroorlogse edities van deze gruwelijk zware lange-afstandsrace! Een van de spraakmakendste Mille Miglia-zeges was die van 1930 toen de vier zescilinder Alfa Romeo's 6C 1750 GS van het Alfa-fabrieksteam één tot en met vier finishten in het eindklassement. Die schitterende totaalzege werd echter volledig overschaduwd door het schandaal en de opgeklopte discussie die de Italiaanse kranten nog wekenlang bezig hield. Aanleiding van alle ophef was de tamelijk slinkse manier waarop Tazio Nuvolari de overwinning van zijn teamgenoot (en aartsrivaal) Achille Varzi had afgesnoept. Om niet op te vallen reed Nuvolari gedurende de nacht met gedoofde koplampen achter de nietsvermoedende Varzi aan. Drie kilometer voor de finish zette de ‘Vliegende Mantuaan’ de aanval in om op volle snelheid langs zijn totaal verbouwereerde teamgenoot te scheuren en de race te winnen. Nuvolari was de eerste coureur die de Mille Miglia aflegde met een gemiddelde snelheid van meer dan 100 km/h.”

Roy Kleijwegt – GT (2003)

Alfa Romeo GT

“Het merk Alfa Romeo speelt een grote rol in mijn beginjaren als autojournalist. Ik vond auto’s ‘wel leuk’, en las wel eens een autoblad, maar zelfs na het halen van mijn rijbewijs was ik niet verslaafd of extreem betrokken. Maar de mogelijkheid om met sportieve Alfa’s een rijtraining te doen op Zandvoort opende mijn ogen. De demonstratie van de uitwijkproef door de Duitse instructeurs was van een héél ander kaliber dan bij de stoffige ANWB-training die ik eerder had gedaan. De acceleratie en het geluid van de 156 GTA tijdens mijn eerste circuitkilometers waren genoeg om te denken: hier ga ik méér mee doen. Een stageplek een jaar later (2004) bij AutoWeek was de volgende stap. Vervolgens haalde ik mijn vader over om na jaren Renault-rijden eens wild te doen en een Alfa GT te kopen. Het design van de GT was voor hem reden genoeg om mee te gaan in mijn enthousiasme. De vele complimenten van omstanders bij de supermarkt deden hem daarna zichtbaar goed: hij was trots op de auto. De door mij weggewuifde bezwaren van ruimte en twee in plaats van vier deuren bleken in de praktijk toch wel wat weerbarstig bij ritten met oma’s of tochten naar de bouwmarkt, en de volgende stap was toch weer een Laguna. Maar die 150 pk dieselcoupé blijft toch een bijzondere tocht buiten de gebaande paden.”

Stéphan Vermeulen - GTV 6 2.5 (1980)

Alfa Romeo GTV6

“Ik kan je fantastische persoonlijke verhalen vertellen over ervaringen met inmiddels klassieke Alfa’s. Zoals de SZ waarmee ik onder de supervisie van Andrea de Adamich leerde driften. Of over de 75 3.0 V6 waarmee ik bij hetzelfde Guida Sicura-event mijn circuitskills oefende. Over die legendarische rit met de 147 GTA, waarvoor ik ’s ochtends op het vliegtuig naar Turijn stapte om er nog diezelfde dag meteen mee terug te knallen naar huis. Ook niet verkeerd: dwars door Duitsland met de laatste GTV, voorzien van dezelfde V6. De Busso met 24 kleppen, de 3.2 die ook furore maakte in de GTA’s. De 156 GTA reed ik best vaak, zoals ik ook meerdere dagen heb mogen proeven van hetzelfde motorische genoegen in de schitterende GT, maar al die voorwielaandrijvers vallen af. Stilstaan bij je favoriete Alfa uit 110 jaar historie en dan uitkomen bij een voorwielaandrijver, dat voelt toch een beetje als het Ajax van seizoen 2018-2019 verkiezen boven de elftallen uit begin jaren zeventig of halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw … Dus het wordt voor mij een achterwielaandrijver met V6, maar niet de 75 of de SZ. De eerste vind ik erg bruut maar ook wel een tikkeltje voor de hand liggend, de SZ is me te bizar, zodoende kies ik voor een tussenvorm. De GTV 6 van de jaren tachtig, die ik helaas nog nooit reed! Ik vind het niet de mooiste Alfa Romeo aller tijden, maar ik val voor het brute. Hij ziet er zo lekker agressief uit met die bult in de motorkap. Maar tegelijkertijd heeft hij iets elegants, in tegenstelling tot die monsterlijke SZ. Het verlangen naar het onbekende bezorgt ‘m de eerste plek op mijn lijstje favoriete klassieke Alfa Romeo’s.”

Marco Gorter – 147 GTA (1:43)

Alfa Romeo 147 schaalmodel

“Ik ga iets controversieels zeggen: ik heb helemaal niets met het merk. Maar wacht even voordat je een voodoo-pop van me maakt om met je 147 GTA schaalmodel aan te rijden; ik kan het uitleggen. Er zijn heus wel onderdelen die ik kan waarderen. Alleen krijgt de mystiek op mij geen vat, iets waar legio mensen door de vaak overduidelijke tekortkomingen van Alfa’s doorheen prikken als een hete breinaald door een blok roomboter. Er is simpelweg altijd wel iets geweest aan alle Alfa’s waarin ik heb gereden, wat me dermate ergert, dat echte betovering lastig wordt. Het helpt natuurlijk niet dat alle Alfa’s uit mijn jeugd voorwielaandrijving hadden, wat mij betreft een doodzonde voor een merk dat zich zo nadrukkelijk als sportief profileert. Ook de belachelijke zitpositie in een 156 staat me bij, vooral toen bleek dat het géén schade-auto was. Dat is geen karakter, dat is gewoon slecht. Nee, het blijft bij onderdelen van het merk die me aanspreken, zoals de Busso V6 of de styling van bepaalde modellen. Maar samenkomen tot een geheel dat zo betoverend is dat al het andere onbelangrijk wordt, zal wel nooit meer gebeuren.”

Michiel Willebrands – 33 Stradale (1967)

Alfa Romeo33 Stradale

“Waar collega Marco zich kapot kan ergeren aan miskleunen die te vermijden zouden zijn geweest, ben ik iemand die juist wél de charme kan inzien van goedbedoelde onhandigheid. Zolang dat wordt gecompenseerd door een overdaad aan karakter en pure schoonheid, kan een Alfa Romeo bij mij weinig fout doen. Dat die twee eigenschappen op zo ongeveer elk model van toepassing zijn, maakt de keuze voor een favoriet best lastig. Zo heb ik een zwak voor de hoekige modellen uit de jaren 70 en 80. Ik bezat ooit twee 75’s en een 90 en in 2018 importeerde ik een Alfetta uit Rome, nog zo’n lekker vierkant model. Maar voor de in mijn ogen mooiste Alfa Romeo ga ik terug naar eind 1967, toen de 33 Stradale aan de wereld werd voorgesteld. Een straatlegale uitvoering van de Tipo 33 waarmee Alfa Romeo furore maakte op de internationale circuits. Het design van Franco Scaglione, die een paar jaar eerder in dienst van Bertone de futuristische BAT concept-cars had getekend, is puur en sensueel. Kijk toch eens naar die wulpse lijnen, de krommingen in de glaspartijen; ronduit adembenemend. Dat het bij elkaar amper 700 kg weegt en wordt voortgestuwd door een tweeliter V8, maakt het plaatje alleen nog maar mooier. Alfa Romeo vroeg voor een 33 Stradale bijna hetzelfde als Lamborghini voor een Miura en dat deed de verkopen bepaald geen goed. Er werd slechts een handjevol gebouwd, waardoor het nu zeer gewilde verzamelobjecten zijn.”

Nic de Boer – 33 (1983)

Alfa Romeo

“Mijn affiniteit met Alfa boxers komt voort uit mijn fietstochten, vroeger naar de middelbare school. Toen was de Alfa 33 een populaire auto en kon ik mijn ogen en oren maar niet van die auto’s afhouden – af en aan reden ze voorbij. De mooiste boxer is natuurlijk een Alfasud van de eerste serie – met de verchroomde bumpers. Maar er kan natuurlijk maar één Alfa Romeo zijn waarvoor ik de meeste liefde koester: dat is mijn eigen 33 1.3V: met de nieuwe hoekige carrosserie maar nog wel met dubbele Dellorto’s onder de kap. Dus geen injectiemotor. Die klinkt prachtig – als je op het juiste moment gas loslaat is het net alsof er vuurwerk onder de auto wordt afgestoken. En dat allemaal gewoon met zijn standaard uitlaat. Kom daar maar eens om met een vergelijkbare Golf, Delta of 309 uit die tijd. Zoiets kunnen ze alleen bij Alfa Romeo.

Hij komt een paar keer per jaar tevoorschijn uit de stalling. Hoogtepunt is de jaarlijkse rit richting Frankrijk: kofferbak vol kampeerspullen en via de mooiste weggetjes op zoek naar de volgende wijnboerderij. Op dat soort trajecten komt hij met zijn toerenmotor en messcherpe besturing nu eenmaal het beste tot zijn recht. Hier zie je ‘m staan vlak voordat hij weer eens lekker over de kling wordt gejaagd op een bergpas.”

Lars Krijgsman – 166 (1996)

Alfa Romeo 166

“Hier zouden natuurlijk zwierige omschrijvingen over wulpse vormen, emotionele lijnen en temperamentvolle karakters kunnen staan, maar daarnaar zul je tevergeefs zoeken. De doodeenvoudige reden: ik ben eigenlijk helemaal geen Alfa Romeo-man. Modellen als de 156, 8C Competizione en klassiekers als de Giulia vind ik erg geslaagd en ook diverse generaties van de Spider – zeker het in 1993 geïntroduceerde model waarvan ik als achtjarige een modelauto kreeg bij mijn eerste AutoWeek-abonnement – zorgen voor een milde vorm van hebberigheid. Echt passen doen ze niet bij mij en het is moeilijk uit te leggen waarom dat zo is. Vind ik Alfa te pretentieus? Het zou zomaar kunnen. Ik ben meer van de ongelukkigheid van de Arna, of van de opvallend ingetogen 166. Voor die opvolger van de 164 wil ik dan ook graag een lans breken en dan in het bijzonder het pre-faceliftmodel. Waar de 164 met zijn hoekige koets en norse bips- en neuspartij stoer voor de dag kwam, tuurde de 166 met zijn ver op de hoeken staande kleine koplampjes wat afwachtend en onbevangen de wereld in. Geen agressief gedoe, maar een subtiele snuit die de aandacht niet te veel van zijn elegant gelijnde koets afhield. Ingetogen chic zonder een overdaad aan drama. Vanuit de juiste hoek een weliswaar onderschat, maar ronduit schitterend plaatje.”

Freek van Leeuwen – Giulia (1962)

Alfa Romeo Giulia

“Onder liefhebbers in de jaren 70 en 80 stond de Giulia bekend als Supertje. In die jaren was je voor Alfa of voor BMW, daar zat geen licht tussen. De Giulia stamde al uit 1962 en midden jaren 70 was het eigenlijk al een klassieker, of in elk geval een youngtimer. Maar dan eentje die je nog nieuw kon kopen. De oorspronkelijke Giulia TI uit 1962 was gaandeweg geperfectioneerd tot dit model. De 1600 was herkenbaar aan de dubbele koplampen; de grote voor dimlicht, de kleine voor groot licht. Bij de 1300 had je alleen de grote koplampen. In Nederland werden vooral 1600’s verkocht en die werden meestal achteraf voorzien van een fijn brulpijpje, bijvoorbeeld het uitlaateindstuk van een Opel GT ... Met zijn recht doorlopende dak was het een klassieke sedan, de achterbank leek uit twee losse stoelen te bestaan en dat zat geweldig. Het houten stuurtje was om te zoenen zo mooi, dat was destijds al geliefd. Het was een auto om bloedsnel mee te rijden, maar even later kon je er in stijl mee komen voorrijden in je driedelige krijtstreep kostuum. Met gympies eronder.”

Frank Jacobs – Montreal (1970)

Alfa Romeo Montreal

“Ik groeide op in een tijd waarin jaloezieën op de achterruit helemaal de bom waren. Oké, toegegeven, in bepaalde kringen. Kringen waarvan mijn ouders vonden dat ik daar niet toe behoorde. Ik dacht daar anders over, dus keek ik verlekkerd naar die heerlijk foute Capri’s en Manta’s met vossenstaarten (ik was nog geen lid van Bont voor Dieren). En toen zag ik een auto met jaloezieën over de koplampen! Een auto bovendien die ook nog eens lekker veel leek op een van mijn jeugdhelden. En profil was de Alfa Romeo Montreal eigenlijk een poor man’s Lamborghini Miura. Nou ja, poor ... alles is relatief. Hoe dan ook, dat de Montreal mijn nietszeggende, maar desondanks onmetelijke bewondering moest delen met de Lancia Stratos (die ik eerlijk gezegd nóg gaver vond), zegt veel over mijn smaak van destijds. Toen ik vele jaren later voor GTO een verhaal mocht maken over de Montreal en een BMW 2002 Turbo, was ik dan ook weer even kind. Dat wil zeggen, als een kind zo blij. Ik mocht hem lenen uit de collectie van Sam van Lingen (van die snelle dingen) en die paar uurtjes sturen hebben een onvergetelijke indruk op mij gemaakt. Van al het prachtigs dat Alfa Romeo maakte, is de Montreal voor mij het summum.”

In AutoWeek Classics staan we deze maand uitgebreid stil bij de 110e verjaardag van Alfa Romeo met onder andere een uitgebreide historische beschouwing, dubbeltests tussen de Spider en een MG B en de Sud en een Golf, een interview met de ontwerper van de 156, een portret van de oogverblindende 6C 2500 SS Coupé Bertone uit 1946, een multitest met de Alfa 6 en herinneringen aan de legendarische Squadra Bianca-cup op Zandvoort. Heb je het nummer nog niet? Loop even langs de kiosk of bestel ‘m hier online!

PRIVATE LEASE Alfa Romeo

Lezersreacties (78)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.