Volvo 480 ES 2.0i (1995)
autoreview
Signalement
Uitvoering | 480 ES 2.0i |
---|---|
Versnellingen | 5, Handgeschakeld |
Bouwjaar | 1995 |
Jaar van aanschaf | 2012 |
KM-stand bij aanschaf | 174.413 km |
KM-stand laatst | 0 km |
Aankoop
Na de Mini en Grande Punto wilde ik wederom een auto met een bijzonder ontwerp, ‘iets leuks’. Verder waren de aanschafprijs en gebruikskosten van belang, die mochten beide niet te hoog zijn (aanschaf maximaal 1.750 euro). Praktisch gebruiksgemak was van geen belang, maar een beetje luxe en goede wegligging zou wel fijn zijn. Een coupeetje uit de jaren ’90 leek me wel wat, maar dan kom je toch al gauw bij de wat ‘vrouwelijkere’ auto’s uit (Puma, Tigra, MX-3), of bij een ‘petjes-auto’ (100NX, Corrado, CRX), en die wilde ik geen van beide. Na het nodige zoekwerk bleven over: een Volvo 480 of een Toyota Paseo. Een Audi Coupé heb ik ook nog overwogen, maar die bleek nogal prijzig in ’t gebruik (gewicht en brandstofverbruik), en een Rover 200 Coupé vind ik ook schitterend, maar die bleken nauwelijks te vinden. De Volvo genoot mijn voorkeur boven de Toyota vanwege de luxe, het Nederlandse industrieel erfgoed (ontworpen en ontwikkeld in Helmond, gebouwd in Born) en het feit dat de meeste Paseo’s een lila interieur hebben, daar moet je maar net van houden.
Dus op zoek naar een Volvo 480. Ik vond er één aan de andere kant van het land in mijn favoriete kleur (Racing Green), met enkele mooie opties, een niet te hoge kilometerstand en nog een vol jaar APK.
Gebruik
Ik gebruik de 480 als dagelijkse auto en maak er zodoende ongeveer 29.000 kilometer per jaar mee. Dat gaat goed. Wel is de roestduivel bezig de auto lichter te maken, een pekelwinter helpt daar natuurlijk niet aan. Dat is dan ook het enige punt waarop langer doorrijden met deze auto kan stranden. Verder is het namelijk een hele fijne auto. Voor een Volvo uit die tijd is hij sportief, maar voor een sportieve auto is hij nogal tam. Hij wil aardig vooruit en de hoek om, er is altijd krachtreserve, maar het voelt allemaal niet zo scherp en bijterig. Hoeft voor mij ook niet, maar als je dat zoekt, moet je voorbijgaan aan deze auto (in standaardtrim). De 2.0-motor is vooral soepel, je rijdt hem schakellui op koppel. Boven de 4.000 toeren kom ik zelden, gewoon omdat dat een boel herrie levert, maar weinig extra gang. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld onze Mazda 6, die juist vraagt om hoge toeren. De auto is vrij stug, al lijkt mijn (standaard) exemplaar toch stugger dan andere 480’s. Waar dat aan ligt is nog onduidelijk. Op de lange afstanden is het desondanks een hele fijne auto. Koersvast, comfortabel (goede stoelen!), en vlot.
De interieurruimte is voorin prima. Achterin gaat het ook wel, maar houdt het niet over. Bovendien zijn de achtergordels nogal kort, waardoor bij grote volwassenen of kinderzitjes de lengte al gauw ontoereikend is. De bagageruimte is ook geen wonder, maar groot genoeg voor dagelijks gebruik. Wil je meer dan klap je één of twee achterstoelen om en kun je nog behoorlijk wat spullen kwijt.
Qua uitrusting was de 480 zijn tijd ver vooruit, zeker bij zijn introductie. Er zitten slimmigheden op die ik wel kan waarderen. Verlichte portiersloten zodat je in het donker niet je lak staat te bekrassen (deurklink optillen en het lampje gaat aan), dagrijverlichting waarbij ook de achterlichten branden, follow-me-home functie op de verstralers, leren bekleding, centrale vergrendeling, alarm, airco (hoewel bij mijn exemplaar kapot), elektrische antenne, bij op slot zetten van de auto sluiten alle ramen zich, boordcomputer met daarin de temperaturen van buitenlucht, koelvloeistof en motorolie, verbruikswaarden (actueel en gemiddeld), gemiddelde snelheid en actieradius. Tegenwoordig vrij normaal, maar destijds, zeker in deze klasse, vrij uniek. En het mooie is dat het na al die tijd ook allemaal nog werkt.
Onderhoud heb je aan elke oudere auto, zo ook aan deze. De onderdelenvoorziening begint wat problematisch te worden op sommige punten. Dat heeft diverse oorzaken. Volvo Zweden ziet deze auto (evenals de rest van de 400-serie en de hele 300-serie) niet als echte Volvo’s, waardoor de afdeling die onderdelen voor klassieke Volvo’s levert, niks heeft voor deze modellen, maar wel voor de 200- en 700-serie, Amazons, enz. Jammer. Ten tweede heeft Ford in de tijd dat ze moesten besparen (zo rond 2008, toen moederbedrijf van Volvo) naar het schijnt afstand gedaan van enkele magazijnen inclusief voorraad. Daarbij zijn veel onderdelen verschroot. En ten slotte is de 400-serie alleen in Europa verkocht, dus er is geen wereldwijde vraag naar onderdelen. Reproducties stranden dus vaak op het rekensommetje, en als ze er wel zijn is de prijs hoog en de kwaliteit maar zo-zo. Onderdelen van de aandrijflijn zijn er nog voldoende (ook verkocht in Renaults, dus daar is een bredere vraag naar). Ophangingsdelen, verlichtingsunits, plaatwerk en carrosseriedelen (binnenbumpers vooral) worden of zijn schaars. En aangezien lichtunits dof worden, plaatwerk en bumperdelen roesten en ophangingen slijten, is daar wel vraag naar. Als die niet ingevuld wordt, is het vroeg of laat ‘einde verhaal’ voor dit model.
Problemen
De 480 heeft me één keer laten staan met een kapotte dynamo (onderweg), één keer met verlichting die het niet meer deed (thuis, toen kon ik de Mazda 6 van mijn vrouw nemen) en één keer langs de snelweg met een breuk in de kabel tussen dynamo en accu. Die verlichting was een raar verhaal: zowel binnen als buiten deed geen enkele lamp het. De centrale vergrendeling werkte wel en ook starten ging moeiteloos. ’s Avonds wilde ik kijken wat het probleem was, maar toen werkte alles weer gewoon. Daarna nooit meer last mee gehad. Rare zaak.
Tevens heb ik lange tijd geworsteld met een soms uitvallende interieurventilatie. Bleek te komen door een haarscheurtje in één van de soldeerpunten op de printplaat die de ventilatie aanstuurt. Schijnt een zwak punt van de 480 te zijn. Verder last van wat waterlekkage aan de achterzijde (regenwater dat via de achterzijruit binnenloopt). Verder geen grote problemen, buiten (voor deze leeftijd) regulier onderhoud. Keerringen in het motorblok vervangen, fuseekogel, ashoezen, koppeling, remslangen, radiateur, accu, het hoort allemaal een beetje bij de leeftijd. Toch kwam er een punt dat ik (vrij plotseling en naar mijn eigen verrassing) klaar was met deze auto. De snelheidsmeter en kilometertellers vielen af en toe uit, de achterruitenwisser haperde, de motortemperatuur was niet meer zichtbaar op het dashboard... ik had het gevoel bezig te kunnen blijven met reparaties aan deze auto, zonder dat 'ie ooit goed zou zijn. Temeer omdat de roest ook een steeds groter probleem werd. Behalve de spatbordranden achter waren er ook een zijscherm voor en een dorpel ten prooi aan het vallen. Tel daar dan de inmiddels hoge kilometerstand bij op (binnen een half jaar zou ik aan 3 ton zitten) en je begrijpt misschien dat ik vond dat het genoeg geweest was. Als hobby-auto zou ik er nog met alle plezier mee verder gegaan zijn, maar voor dagelijks intensief gebruik ging dit gewoon niet meer. En ruimte, tijd en geld om de Volvo als derde (hobby)auto aan te houden, heb ik helaas niet.
Kosten
Qua kosten is dit een prima betaalbare auto. Afschrijving is er niet (de waarde blijft ongeveer stabiel op dit moment). Belasting is ook relatief voordelig; de auto weegt minder dan 1.000 kilo. Brandstofverbruik valt voor een oud tweeliterblok ook behoorlijk mee, gemiddeld doe ik 1:13,7 ongeveer. ’s Zomers zuiniger, ’s winters dorstiger, niet alleen door lage buitentemperatuur, maar ook doordat in het donker de klaplampen omhoog moeten en die beïnvloeden de stroomlijn nogal. Verzekering kan met een WA’tje af. Dan blijft onderhoud over. Zoals gezegd: met een oude auto heb je weleens wat. Echt schokkend is het allemaal niet in mijn ogen, maar uiteraard gaat er meer geld in onderhoud zitten dan dat de auto an sich economisch nog waard is. Gedurende de tijd dat de auto in mijn bezit was (46 maanden) heb ik er ongeveer 8.100 euro in gestoken, waarbij het eerste jaar aanmerkelijk duurder was vanwege wat achterstallig onderhoud van de vorige eigenaar. Alles bij elkaar heb ik nog nooit zo voordelig auto gereden, terwijl ik op comfort, kracht, uitrusting en ontwerp geen concessies hoef te doen.
Een overzichtje van een kleine 4 jaar en 110.400 kilometer Volvo 480 rijden levert het volgende kostenplaatje op:
Brandstof: 10,5 ct/km
Onderhoud: 7,4 ct/km
Belasting: 1,3 ct/km
Verzekering en schade: 1,3 ct/km
Boetes: 0,5 ct/km
Afschrijving: 0,2 ct/km
Totaal: 21,2 ct/km
Conclusie
De Volvo 480 is een leuke, vrij bijzondere auto die toch betaalbaar op de weg te houden is, zolang er nog onderdelen voor te krijgen zijn. Dat is, samen met de roestduivel, namelijk de grootste bedreiging voor deze auto in het algemeen. Je rijdt in een technisch doordacht stukje Nederlands industrieel erfgoed, met veel van de hedendaagse gemakken. Voor de Volvo 480 bestaat een levendig forum, dat helpt bij het op de weg houden ervan. Er is kennis, er zijn onderdelen en er zijn sleutelaars, meer dan eens voor mij erg waardevol gebleken. En gezelligheid natuurlijk, niks leuker dan met een rijtje 480’s lekker toeren.
In mijn geval bleek dagelijks intensief gebruik niet meer te doen, door een combinatie van voortdurend optredende storinkjes, roest, de hoge kilometerstand en het feit dat ik de auto geen bestaan als hobby-auto kon geven. Want als dat gekund zou hebben, was 'ie nooit weg gegaan. Want als eindindruk blijft toch overeind dat zo'n 480 2.0i een ontzettend fijne auto is!
- Betrouwbaarheid
- Prestaties
- Comfort
- Kosten
- Zou u weer een auto van dit merk kopen? ja
Beoordeel deze review
Geef uw mening over schrijfstijl en bruikbaarheid. Bij tenminste vijf binnengekomen waarderingen zal de gemiddelde beoordeling getoond worden.