Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)

autoreview

Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)
Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)Volvo 240 Polar 2.3 Estate (1993)

Signalement

Uitvoering240 Polar 2.3 Estate
Versnellingen5, Handgeschakeld
Bouwjaar1993
Jaar van aanschaf2020
KM-stand bij aanschaf452.830 km
KM-stand laatst522.000 km
Lezerswaardering: 96%Keuze van de redactie
Disclaimer MyReview

De beschrijvingen en reacties in de rubriek Myreview Auto zijn gebaseerd op persoonlijke meningen en ervaringen van gebruikers. DPG Media probeert de authenticiteit van deze persoonlijke meningen en ervaringen zo goed mogelijk in te schatten, maar kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud of de gevolgen van deze meningen en ervaringen. In Myreview Auto zullen zowel goede als slechte ervaringen worden geplaatst. DPG Media betaalt geen vergoeding voor de ervaringen of laat deze op een andere manier beïnvloeden. De redactie kan uitingen die niet voldoen aan de huisregels of onrechtmatig zijn te allen tijde aanpassen of verwijderen.

Het is niet toegestaan zonder toestemming van DPG Media de informatie van Myreview Auto te gebruiken voor of te verspreiden via andere media.

Vrolijke, vriendelijke karakterbak(steen)

  • 481.000 km

* aanschaf – mei 2020, 452.800 km *
Een Volvo? Nooit gedacht nog eens in dat merk te rijden. Tot nu toe was het – genetisch bepaald waarschijnlijk – altijd Duits wat de klok sloeg. VW en Audi van huis uit. Mijn liefhebbersauto was en is een Kever, die ik nu 24 jaar in bezit heb. Door die Kever ontdekte ik dat je eigenlijk prima in oude auto’s kunt rijden. Uitstappen uit de gebruikelijk jacht naar steeds maar weer nieuwer en complexer. Liever ouder en ongecompliceerder. Wat mij betreft leuker en met veel meer voldoening. Een vorm van duurzaamheid, maar dan anders. Zo is mijn belangstelling voor youngtimers voor dagelijks gebruik geboren. Maar dan wel comfortabel genoeg, bedrijfszeker, betrouwbaar en goed te onderhouden, ook wat beschikbaarheid van onderdelen betreft.

Dus op zoek, veel lezen. Zo las ik een (Duits) artikel uit 2020 met daarin de top 5 van meest onverwoestbare, betrouwbare en betaalbare youngtimers:
1. Mercedes 190;
2. Audi 80 (B3);
3. Volvo 240;
4. VW Golf II;
5. Jeep Cherokee.
Natuurlijk kun je erover twisten of er niet andere in deze top 5 hadden moeten staan. Maar een indicatie is het wel.
De nummers 1, 2 en 4 heb ik inmiddels allemaal gehad. Een Mercedes 190 D 2.5 (7 jaar, 180.000 km mee gereden, meest betrouwbare auto tot nu toe, wel wat roestgevoelig), een Audi 80 Avant TDI (B4, zuinig en pittig), een Golf II 1.8 GT Special (helaas maar kort, moest weg vanwege milieuzone). Over alledrie schreef ik een review.
Een Jeep is cool, maar zou ik te duur en te dorstig vinden.

Dus tijd voor een Volvo 240. Ik heb het altijd al een sympathieke auto gevonden. Grote voordeel ten opzichte van de Mercedes 190: er is een stationversie, de Estate, met een gigantische laadruimte. Een goedmoedige karakterbak, de golden retriever onder de auto’s. Maar dan met een langere levensduur. De techniek is eenvoudig en robuust, de motoren zijn beresterk en legendarisch vanwege hun sleutelvriendelijkheid en hun astronomische kilometerstanden. Kortom: de overstap naar m’n eerste Zweed werd steeds aantrekkelijker.

Een tijd twijfelde ik nog tussen 240 of 850. Voornamelijk vanwege de geweldig klinkende vijfcilinder-motor – mijn lievelingsmotor. In het verleden tot drie keer toe zo’n machtige vijfpitter van Audi aangeschaft. En ook de Mercedes 190 D 2.5 had een mooi lopende vijfcilinder. Uiteindelijk toch voor de 240 gekozen: vanwege de karakteristieke oervorm, “ongeveer zo oud als de mensheid zelf” (Marc Klaver). En waarschijnlijk gunstiger in het onderhoud.

Toen begon het zoeken naar een goed exemplaar. Vanwege de parkeervergunning voor bewoners in Amsterdam moest hij jonger zijn dan juli 1992: kortom, het laatste bouwjaar. Op zich zijn dat de beste, maar het beperkt de keus aanzienlijk: van de bijna 20 blijven er slechts twee bouwjaren over.
Particulieren boden een paar keer iets aan met veel roest, garages en een enkele specialist ook. En sommige specialisten vond ik te duur voor het gebodene. Intussen wel proefritten gemaakt en zo de verschillen ontdekt.
De Super-Polar versie, geïmporteerd uit Italië, is wat luxer. Altijd metallic lak, lm-velgen, leren bekleding en airco. Op zich aantrekkelijk. Maar ik houd niet zo van leer; de airco’s schijnen weinig kracht te hebben en vaak stuk te zijn. Vaak zijn ze ook wat duurder in aanschaf.
Een mooie kleur vind ik ook belangrijk. In het algemeen ben ik geen liefhebber van van brandweer-rode auto’s, maar zo’n 240 Estate in signaal-rood, zonder chroom en met zwarte omlijsting rond de groen getinte ramen vond ik vroeger al mooi. Ik weet het: rode uni-lak heeft als nadeel dat die mat wordt en tot roze verbleekt. Maar één keer per jaar een uur goed poetsen en in de was zetten voortkomt dat, bewijst de praktijk.
Uiteindelijk vond ik bij een youngtimer-specialist in Bussum een origineel Nederlandse rode 240 Estate uit 1993 met 452.800 op de teller. Er zat sinds kort een ruilmotor in: de oorspronkelijke 2.0 was vervangen door een B230F die 175.000 gelopen had. Er had een LPG-installatie ingezeten, maar die was verwijderd. Een achteraf ingebouwd Webasto-kanteldak is waterdicht en zorgt voor een prettig ventilatie in de zomer. De hoge kilometerstand vond ik eigenlijk wel leuk en drukte de prijs. De proefrit voelde goed. Er waren wel wat gebruikssporen maar nauwelijks roest (behalve onder één portier). Kortom, hij beviel me. Na wat onderhandelen een deal gesloten. Toen snel op zoek gegaan naar passende 15” corona (!)-velgen in plaats van de stalen velgen met plastic wieldoppen. Met wat kleine zaken afgeleverd.

* eerste indrukken – 452.800 *
De auto bleek bij aflevering bepaald niet perfect. Dat was een kleine tegenvaller, maar misschien te verwachten. De grootste problemen betroffen een versleten koppeling (gek genoeg tijdens de proefrit niet opgemerkt) - en een stroomlek dat een paar keer zorgde voor een lege accu. Daarnaast nog een lijstje: toplager maakte geluid, stuurhuis lekte wat olie, koplamp-unit zat los. Alles onder coulance opgelost, maar wel extra kosten voor koppeling en waterpomp. Daarna ging het stukken beter.
Naderhand kwam mijn garage (Volvo-specialist in Diemen) er achter dat ondanks U9 op het kenteken (voor geregelde katalysator) er helemaal geen katalysator aanwezig was. Desondanks had een keuringsstation in Bussum de 240 een nieuwe APK gegeven. Het station erop aangesproken: de medewerker stotterde wat en gaf uiteindelijk toe dat zij kennelijk een fout hebben gemaakt. Die extra kosten voor de katalysator zijn naderhand – na herhaaldelijk flink aandringen – door de verkoper grotendeels vergoed.
Inmiddels werkt alles naar tevredenheid.

* design *
Design is eigenlijk een duur woord voor deze oervorm die al stamt van zijn voorloper, de Volvo 140-serie uit 1966, getekend door Jan Wilsgaard. Daarvan is de carrosserie in grote lijnen overgenomen maar onderhuids is veel verbeterd. Geraffineerd zijn die lijnen niet. Zoals een kind (althans in de jaren zestig) een auto tekende, zo ziet een 144 sedan eruit. Aan stroomlijn of Cw-waarde lijkt nog niemand te hebben gedacht. Ook niet aan kekke vouwtjes en gadgets. Doelmatigheid en veiligheid gaan boven styling en design. No nonsense.
De station-versie (145 of Estate) is feitelijk min of meer aan de sedan vast geknutseld. De achterpartij is eigenlijk te lang voor evenwichtige proporties. De eerste serie 145 had zelfs een spijltje dat de lange achterste zijruit in tweeën deelde. Dat spijltje werd na een jaar al weggehaald.
Soms schoot de doelmatigheid wat door. Zoals bij de achterportieren. Bij de sedan lopen die aan de bovenzijde met de daklijn mee licht naar beneden af. Jan Wilsgaard (of zijn superieuren?) vond het kennelijk niet de moeite waard om bij de recht doorlopende daklijn van de Estate ook passende achterportieren te ontwerpen. Een wat vreemd detail.
De koets van een 240 als geheel spreekt mij met vele anderen aan. Het is een aparte combinatie van lange rechte lijnen waarbij de hoeken en vouwen in plaatwerk en ramen niet scherp zijn maar een beetje rond, wat de auto een vriendelijke uitstraling geeft.
Het front is hoog en imposant, met een lange motorkap. Het zijaanzicht lang en rank, en met de kenmerkend uitstekende ‘schouders’ onder de ramen. De achterkant no-nonsense afgehakt, maar met een grote achterruit. Het geheel is karakteristiek, herkenbaar uit duizenden, en spreekt velen aan. Een 240 oogt onschuldig. Niet zo dodelijk streng en serieus als de toenmalige Duitse topmerken. Ik word zelf altijd vrolijk van mijn rode 240.
Ook grappig is het contrast tussen deze "oer-Volvo" (in werkelijkheid lang niet de eerste maar wel de meest bekende, denk ik) en mijn oer-Volkswagen Kever (zie foto). Waar bij de Kever werkelijk alles rond en glooiend is, is bij de Volvo alles rechtlijnig, ook in het interieur. Bij wijze van spreken zijn alleen de wielen, het stuur en enkele schakelaars rond.

* ruimte *
Een 240 is voor de bestuurder en passagiers ruim genoeg maar beslist niet overdadig. De beenruimte op de achterbank valt wat tegen. Wel is er veel hoofdruimte. Fijn is ook dat de zijramen rechtop staan waardoor er meer ruimtegevoel is en weinig instraling van de zon.
De laadruimte is in één woord: fantastisch. De leuning van de achterbank sla je makkelijk om, de constructie is heel simpel en solide. De zitting van de achterbank pak je er desgewenst ook gemakkelijk uit. Voor verhuizingen of de spreekwoordelijke IKEA-boekenkasten ideaal. Je zou er ook prima een matras van 2 meter in kunnen leggen.
Voor ons is belangrijk dat we twee stadsfietsen gewoon in de laadruimte kunnen deponeren. Op onze vintage-Eriba-caravan (zie foto) past namelijk geen fietsendrager.

* kwaliteit en afwerking *
Exterieur: De koets is zo robuust als hij eruit ziet. De portieren sluiten als een kluisdeur. Dat geldt ook voor grote delen van het interieur. Toch vallen door gebruik van kunststof ook enkele dingen negatief op. Bepaalde sierlijstjes, zoals bovenop de bumpers, zijn van plastic en raken gemakkelijk los.
Interieur: de gebruikte tweed-achtige stoffen van stoelen en achterbank, en de bekleding van bodem en laadruimte zijn oersterk. Ongelooflijk, hoe goed de stoelbekleding er na een half miljoen kilometer nog uitziet. Toch ontstaan ook hier gemengde gevoelens omdat er redelijk veel plastic is gebruikt dat na 28 jaar broos aan het worden is. Zo zijn onderdelen van het deksel van het dashboardkastje en houdertjes van de beide zonnekleppen elk aan één kant afgebroken. Maar ze werken nog wel. De speaker-kapjes zitten niet helemaal lekker in de portierbekleding, en één speaker doet het niet. De kaartenbakken onderaan de portieren zijn al vervangen. Onder het dashboard hangt de bekleding boven de pedalen wat los. De aansluiting voor de oplader van navigatie of GSM valt onregelmatig uit, lastig. Al met al jammer, maar kleinigheden die je van een oude auto verdraagt en hem graag vergeeft.

* het rijden *
Hoe rijdt zo’n 240 op leeftijd en met ervaring? De stoelen zitten prima, ondanks leeftijd en kilometerstand. Je zit niet bovenop de stoelen, maar je neemt erin plaats. Je zakt er wat in weg, maar ze ondersteunen goed en je houdt het er lang in uit.
Besturing, schakelen met de 5-bak en bediening gaan licht en gemakkelijk. De draaicirkel is super kort, wat inparkeren ondanks de lengte vereenvoudigt. Overigens is de 240 wel lang, maar zeker niet breed. Menig actueel B- of C-segmentertje oogt breder en boller.
De wegligging is niet snaarstrak of spannend, maar goedmoedig, wat deinend en comfortabel. Een 240 is geen bochtenridder: hij helt flink over. Dus rijd en stuur je kalm, met respect voor deze dame op leeftijd. Dat heeft als bijkomstigheid een prettig onthaastend effect.
De motor is prettig. Hij klinkt niet heel fraai of opwindend, maar wel vriendelijk en redelijk stil. Bij starten en optrekken hoor je het kenmerkende geblaas van de mechanische ventilator. Op B-wegen is de auto aangenaam rustig en stil. Ook soepel: je kunt vroeg opschakelen en schakellui rijden; bij 60 km/u naar de 5e versnelling gaat prima. Ergens tegen de 100 km/u is er een lichte brom. Op de snelweg klinkt mijn exemplaar tussen 105 en 120 km/u het prettigst. 130 á 140 km/u is ook nog goed te doen.
De motor houdt niet van ver doortrekken in de versnellingen. Gelukkig hoeft dat ook niet want bij lagere toerentallen levert hij al veel trekkracht. Stuwkracht is een beter woord: met de achterwielaandrijving voelt het ook echt zo. Snel gaat het allemaal niet. Maar een 240 rijd je niet om iets te bewijzen. Je komt niet eens op het idee een stoplichtsprintje aan te gaan. Je brengt je voertuig in beweging en trekt vlotjes op tot je de gewenste snelheid hebt bereikt. Het enige wat ik op dat moment (nog) mis, is cruise control.
Kortom, evident geen sportieve auto maar een echte cruiser die je kalm en comfortabel van A naar B brengt.

* caravantrekker *
Ook als caravantrekker voldoet de 240 prima. In de zomer van 2020 hebben we een tocht door Nederland gemaakt, in 2021 een tour door heel midden Frankrijk van Bretagne tot in de Vogezen. Aan de haak een Eriba Pan uit 1976. Dat is een vrij kleine, lichte caravan (zie foto), heel wat anders dan de roemruchte Solifer-caravans die de Zweden zelf achter hun auto hangen. Twee stadsfietsen achterin de Volvo en nog genoeg bagageruimte eromheen. Het gunstige koppel van de 2.3 motor (veel trekkracht bij lage toerentallen) maakt het tot een prettige, moeiteloos werkende combinatie. Ook tijdens zo'n langere reis bewijst de Volvo zijn kwaliteit. Uiteraard wat hoger brandstofverbruik: 1:10. Maar geen olieverbruik. O ja, er ging toch één ding stuk: een dimlicht-lampje. Wat je dan zelf zonder moeite kunt vervangen.

* verbruik *
Het benzineverbruik (euro 95) schommelt naar gelang snelheid tussen 1:11 en 1:13. Uitschieters naar 1: 10,5 en 1:13,5. Daarbij rijd ik meestal kalm: tussen 95 en 105 km/u, ook ‘s avonds. Van olieverbruik is nauwelijks sprake. Ik heb in 1,5 jaar en bijna 30.000 km misschien 1 liter bijgevuld.

* onderhoud tot nu toe *

De meest opvallende zaken betreffen een stroomlek, hier en daar een hapering in de elektriciteit, en opvallend voor mij: uitlaatdelen vervangen. Dat laatste is me in geen jaren meer gebeurd. Veel korte stadsritten maak ik niet. Een verklaring kan zijn de lengte van de pijp in combinatie met het feit dat ik rustig rijd, waardoor de pijp toch niet in zijn geheel goed heet wordt, zodat er condens kan blijven hangen. Ook mogelijk is dat de pijp al heel oud was en dat het euvel niet weer terugkomt. Afwachten.

December 2020: 462.000
- handgreep buiten portier linksvoor
- motorsteun rechts
- zo goed als nieuwe achterlichtunits (oude hadden beschadigingen)
- after-market centrale vergrendeling afgekoppeld en snoerrommel bij achterlichten verwijderd.

April 2021: 466.880
- grote beurt met APK
- koplampunit linksvoor vanwege barst door steenslag vervangen voor goede gebruikte
- katalysator met voorpijp
- diagnose relais verlichting vervangen, i.v.m. af en toe uitval achterlicht

November 2021: 477.000
- uitlaat midden- en achterdemper + tussenpijp vervangen
- koppelingskabel gebroken en vervangen

* conclusie na bijna 30.000 km *
+ tijdloos, herkenbaar design met vriendelijke, sympathieke uitstraling
+ kleur en vorm maken me vrolijk
+ prima stoelen
+ lichte, eenvoudige bediening
+ met kanteldak voldoende ventilatie, meestal ook in de zomer
+ onthaastende cruiser
+ laadruimte
+ robuuste, bedrijfszekere techniek
+ nagenoeg geen roest
+ hoegenaamd geen olieverbruik
+ brandstofverbruik voor leeftijd en omvang heel redelijk
+ bijna 30-jaar oude auto met bijna 5 ton op de klok probleemloos geschikt voor dagelijks gebruik

- wollige wegligging
- iets minder koersvast, (zij)windgevoelig
- plastic interieurdelen worden breekbaar
- uitlaat lijkt roestgevoelig
- aansluiting voor opladen navigatie / GSM valt onregelmatig uit

Half miljoen

  • 502.300 km

* Update - januari 2023, 502.300 *

In november heeft mijn 240 de mijlpaal van een half miljoen kilometer bereikt: 500.000 km! Eigenlijk al eerder, want sinds de zomer valt de kilometerteller af en toe uit (typisch Volvo-kwaaltje). Veel meegemaakt het laatste half jaar, vooral positieve ervaringen, maar niet alleen…

Bij die positieve ervaringen hoort de reis van afgelopen zomer met de Eriba aan de trekhaak. Het ging naar Slovenië, Bled en Ljubljana om precies te zijn. Onderweg hebben we in Oostenrijk de Grossglockner Hochalpenstrasse aangedaan. Een beroemde toeristische route door nationaal park Hohe Tauern met daarin de legendarische Edelweissspitze (2571 m) als figuurlijk en letterlijk hoogtepunt. Je moet er wel tol voor betalen maar dat is het beslist waard.
De Volvo doet alles op z’n gemak en zonder morren. Hij munt uit in betrouwbaarheid, doorzettingsvermogen, gebruiksgemak en comfort. Brandstofverbruik rond 1:12. Vrijwel geen olieverbruik.

Dan de minder positieve ervaringen.
Allereerst een aanrijding op de snelweg A4. Op een mooie zaterdagmiddag begin oktober liep een forse gans de snelweg op. Voor mij remden weggebruikers af. Ik zette mijn alarmlichten aan en remde ook af. Het leek goed te gaan, de gans liep terug naar de berm. Maar draaide opeens, geschrokken van een auto op de rechterrijstrook, weer om voor. En dook pal voor mij op de middelste rijstrook op. Nog meer remmen dus. En toen: boem! Een achter ons rijdende auto knalde erop. Kennelijk het afremmende verkeer en de knipperende alarmlichten niet opgemerkt.
Gelukkig geen persoonlijk letsel. De Kia Ceed uit 2008 zat van voren wel flink in elkaar en kon niet verder. De Volvo blijkt dan sterk te zijn: de bumper vangt veel op maar was natuurlijk wel stuk. Een klein deukje in de achterklep en een kapot rechter achterlichtunit. De carrosserie is wel wat ingedrukt waardoor aan de zijkant toch een deuk is ontstaan. Maar verder rijden ging wel. Ik had gelukkig nog een oude achterlichtunit liggen. Dus na aansluiten daarvan en goede controle kan ik de auto gewoon gebruiken. Er is een offerte gemaakt voor reparatie. Maar de afwikkeling met de verzekering duurt erg lang en is nog steeds niet klaar. Daar wacht ik op.

Enkele weken later – of er een verband met de aanrijding is weet ik niet – begon ik achterin een resonantie te voelen: afkomstig uit aandrijfas of onderstel. Het werd vrij snel erger tot getril en gedreun. Daarom naar de garage gebracht voor een grondige controle. Het kruisstuk van de aandrijfas bleek stuk en enkele reactiearmen versleten. Daarnaast bleek een remklauw linksvoor kapot te zijn. Met nog wat andere kleine dingen een prijzige reparatie. Maar de auto is er wel enorm van opgeknapt. Hij rijdt aanzienlijk beter. Ook een lichte brom rond de 100 km/u die ik altijd had, is nu weg.

* Onderhoud *

Juni 2022
- grote beurt + APK
- distributieriem met spanrollen vervangen
- kentekenverlichting vervangen

November 2022
- kruisstuk aandrijfas
- aandrijfasrubber
- silentblocks reactiearmen en draagarmen
- steenslagplaat
- koppelingsveer
- remklauw linksvoor
- stofplaten remschijven voor

Nog te doen:
- kilometerteller repareren
- achterschade repareren

Duurzaam doorgaan

  • 522.000 km

* Update: januari 2024 - 522.000 km *

Weer een jaar verder: de 240 is inmiddels bijna 31 jaar oud. Hij is duurzaam bezig te doen waarvoor hij gemaakt is: comfortabel, betrouwbaar en relaxed rijden en veel ruimte bieden aan passagiers en spullen.

De achterschade door een aanrijding in 2022 is inmiddels gerepareerd, dat is voor 95 % gelukt; goed spuitwerk, de achterkant is er met een nieuwe bumper op vooruitgegaan. Wel zie je – althans als je het weet en heel goed kijkt - nog een kleine welving in het plaatwerk boven de rechter wielkast die daar niet hoort. Dat is vermoedelijk moeilijk te verhelpen.
De kilometertellerklok is toen tevens vervangen en telt weer netjes op, al zijn er naar schatting wel een slordige 2000 km zoekgeraakt.
De verzekering van de tegenpartij heeft na lang uitstellen het volledige bedrag vergoed.

Bij de grote beurt met apk in mei toch wat tegenvallers: het stuurhuis bleek lek te zijn en ook de lambdasonde en luchtmassameter waren niet goed. Daardoor werd het alsnog een prijzige beurt.

Sindsdien zijn er verder geen bijzonderheden geweest. Sinds mei vorig jaar geen problemen meer ondervonden. De zomervakantie met caravan is dit jaar wat dichterbij huis gebleven: de Moezel in Duitsland en verder in Nederland.

Bij 514.000 km 4 nieuwe all-weather banden. De oude waren na 65.000 km aan vervanging toe.
Dat rijdt en stuurt merkbaar beter

* Onderhoud *

Februari 2023
- achterschade gerepareerd
- kilometertellerklok vervangen
- nieuwe knipperlicht-units links en rechts voor (oude waren wat dof)
- 1 nieuwe speaker

Maart 2023
- Knipperlicht relais vervangen (was stuk)

Mei 2023
- grote beurt met APK
- remblokken en -schijven achter + handremvoering
- stuurhuis vervangen
- lambdasonde en luchtmassameter vervangen

Juli 2023
- 4 nieuwe Vredestein Quatrac banden (195/70 R 14) besteld en laten monteren.

7,5
  • Betrouwbaarheid
  • Prestaties
  • Comfort
  • Kosten
  • Zou u weer een auto van dit merk kopen? ja

Lezersreacties (21)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.