De (on)zin van het internationaal rijbewijs
'Vrijwel niemand vraagt ernaar'
Voor veel landen heb je, om er auto te mogen rijden, naast je reguliere rijbewijs ook een internationaal rijbewijs (IRB) nodig. Dat document is relatief duur, oogt amateuristisch en er wordt in de praktijk zelden tot nooit naar gevraagd. Onzin dus? AvroTros Radar Radio dook erin.
Tientallen mailtjes ontving de redactie van AvroTros Radar Radio de laatste tijd over het door de ANWB uitgegeven internationaal rijbewijs (IRB). Veel mensen voelen zich bekocht. Het IRB kost € 18,95 (ANWB-leden krijgen een euro korting) en, zo klagen veel mensen, er wordt in het buitenland zelden tot nooit naar gevraagd. Een mailer vertelt dat hij in Zuid-Korea zijn huurauto niet meekreeg omdat de verhuurder het document niet kende, terwijl Zuid-Korea toch één van de landen is waar je volgens de ANWB het IRB moet hebben.
Een andere veel voorkomende klacht betreft de geldigheid van het internationaal rijbewijs. Het moet elk jaar worden vervangen, terwijl het echte rijbewijs tien jaar meegaat. Los van het ongemak (je moet elk jaar opnieuw een recente pasfoto laten maken en daarmee naar de ANWB-winkel) jaagt het je ook op kosten. Een regulier rijbewijs kost voor tien jaar € 39,45, over diezelfde periode ben je € 189,50 kwijt aan tienmaal het IRB. Daar zijn de kosten van tien pasfoto's en tien trips naar de ANWB nog niet in meegerekend.
Document
En dan het document zelf: het is een stukje drukwerk dat er knulliger uitziet dan het gemiddelde parochiekrantje van een paar decennia geleden. Schots en scheef geprint, gegevens van de houder met de hand ingevuld en de pasfoto ouderwets geniet. Een paar stempeltjes erop en klaar. Je zou het zelf thuis beter kunnen, met een printer van een paar tientjes. Fraudebestendigheid nihil, een artefact uit de vorige eeuw. Advocaat Bert Kabel van Smart Advocaten zegt tegen Radar dat het IRB een rechtsgeldig document is en dat hij het juist daarom opmerkelijk vindt dat iedereen in de ANWB-winkel het mag invullen. Hij onderschrijft de stelling dat burgers onnodig op kosten worden gejaagd.
Woordvoerder Ad Vonk van de ANWB verweert zich door te zeggen dat de bond slechts uitvoerend is. Hij legt uit dat het IRB is voortgevloeid uit het Verdrag van Genève van 1949. Toen is een termijn van één jaar afgesproken. De gemeenten en de ANWB werden door het ministerie aangewezen om het IRB uit te geven. De gemeenten zaten niet op die taak te wachten en zo kwam het monopolie bij de ANWB te liggen.
Procedure
In 1968 werd in het verdrag van Wenen de geldigheidstermijn verlengd naar drie jaar, maar Nederland deed daar niets mee en de ANWB bleef dus bij de oorspronkelijke opdracht. Radar ging te rade bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dat laat weten dat er een procedure loopt om de geldigheidsduur van het internationaal rijbewijs conform het Verdrag van Wenen uit te breiden naar drie jaar. Wanneer dit van kracht wordt, kan de woordvoerder nog niet zeggen.
De uitzending van Radar luister je hier terug.