Weblog Bas - Stekkeren voor de massa
Eindelijk stekkeren voor de massa. De goedkope stekkerkleintjes komen nu echt. Voor €20.000 tot €25.000 koop je met de Leapmotor T03, Hyundai Inster, Citroën ë-C3 en Dongfeng Box autootjes met vijf deuren, kleurenschermpjes en anders dan de grote voorganger Dacia Spring, die er in 2021 maar één scoorde, wie weet enige sterren in de Euro NCAP. Dat lijkt vier jaar na de lancering van de Spring rijkelijk laat, maar ze kunnen een beetje tot veel meer voor een vergelijkbare of marginaal hogere prijs.
Je zou er een weddenschap op willen afsluiten. Hoe gaan die auto’s vallen? Gezien de klachten over te hoge EV-prijzen zou je veel belangstelling verwachten. Knallen eind volgend jaar bij de importeurs de champagnekurken voor de stekkerdoorbraak in de budgetklasse?
Ik zou er geen keiharde voorspellingen op durven los te laten. Als de verkoopcijfers van de Spring iets zeggen over de omvang van de markt voor dit soort mini-autootjes, dan is die met 3.777 auto’s in vier jaar gering. Toch zette Dacia er in 2022 en 2023 meer dan 1.400 per jaar af, best aardig voor een spartaans en piepklein autootje met 45 en later 65 pk. Maar dat was in het aankoopsubsidietijdperk, en dat is vanaf januari echt voorbij.
Anderzijds heeft de nieuwe lichting stekkerdwergen veel meer in zijn mars met minimaal 95 pk, voldoende trekkracht en een redelijk tot zeer complete uitrusting. De Leapmotor T03 heeft me voor 20 mille al positief verrast; goed rijdend, prima uitgerust, behoorlijk efficiënt, geen ernstige missers. De Inster en de ë-C3 rijd ik binnenkort, voor de vriendelijke ogende Dongfeng Box moet ik eerst nog even het telefoonnummer van het dienstdoende pr-bureau opsporen. Komt goed. Volgens een collega wordt de Box een verkoophit. Interessante vraag: Wat zouden die auto’s moeten kunnen om het te worden?
Ik denk dat ze aan vier criteria moeten voldoen. Eén: ze hebben een reële actieradius van 250 tot 300 kilometer. Twee: ze laden 3-fasen met 11 kW en bij de snellader met minimaal 50 kW. Drie: ze zien er toonbaar uit. Vier: de prijs-/kwaliteitsverhouding is bovengemiddeld.
De WLTP-waarden kunnen ermee door: 314 km voor de Citroën, 310 km voor de Box Launch Edition, 230 km voor het instapmodel van de Dongfeng, 327 km voor de basis-Inster, 265 km voor de spotgoedkope Leapmotor. Hoort de Inster in dit rijtje? De duurste met zijn 49-kWh batterij en een bereik van maximaal 370 kilometer zit er ook qua prijsstelling vanaf rond 26 mille alweer een klasse boven, maar het basismodel rijd je dankzij een tijdelijke Hyundai Smart Bonus van voor €21.345.-, waardoor hij toch een rechtstreekse concurrent voor zijn goedkopere broeders wordt. En ook andere partijen zullen zelfs in de private lease-sfeer onvermijdelijk gaan stunten nu de koper niet meer bij de overheid kan aankloppen.
De snellaadvermogens zijn in de meeste gevallen acceptabel, behalve bij Leapmotor, dat met 45 kW echt onder de maat blijft. De Box gaat tot 60, Hyundai piekt bij 73, de ë-C3 gaat tot 100. Maar Citroën vraagt wel een meerprijs van €400 voor de 3-fasenlader die bij Dongfeng en Hyundai standaard is. Bij de Leapmotor T03 is hij zelfs geen optie.
Over smaak laat zich twisten, maar het merendeel van deze autootjes ziet er prima uit. De knuffelige Inster steekt er met zijn ronde oogjes wel met kop en schouders bovenuit maar zelfs de wat onooglijke T03 revancheert zich met een zeker schattigheidsgehalte. Mooi is geen absolute overlevingsvoorwaarde. De aartslelijke MG ZS schopte het met stevige ondersteuning van importeur Van Mossel tot behoorlijke verkoopaantallen. Voor een koopje wil de rekenende burger best te kijk staan. En ik haalde met die kleine Leapmotor bij temperaturen iets boven het vriespunt wel 230 snelwegkilometers. Niet slecht. Al laadt hij bedonderd langzaam. Maar hoe vaak moet je ver met zo’n wagentje?
En die T03 koop je, nu we zijn aangeland bij criterium vier, met alles erop en eraan voor net geen €20.000. Verbluffend veel waar voor je geld, al zal Hyundai direct wijzen op de superhippe Inster die met Smart Bonus geen €1.500 meer kost. Sterk punt. Bij Hyundai koop je bovendien een oerdegelijk dealernetwerk en solide garanties.
Het verschil met het MG-publiek en de hogere elektrische middenklasse is dat deze kleintjes ook een doelgroep moeten aanspreken voor wie €20.000 een flinke zak geld is. Die onzekere factor bemoeilijkt prognoses. Zullen potentiële gegadigden zo’n bedrag gegeven de onzekerheden over afschrijving en batterijcapaciteit, of anders wel de toekomstperspectieven van de bouwer, veiligheidshalve niet liever uitgeven aan een tweedehands Prius? Of gaan ze de groeiende occasionmarkt voor EV’s afgrazen voor iets groters? Een even dure tweedehands Model 3 met veel meer range en ruimte zal wellicht afvallen door de mrb, maar die zou bij de 1.400 kilo zware Inster eveneens een dingetje kunnen worden. Los van alle mitsen en maren staat één ding vast: geen van deze stekker-Mini’s biedt hetzelfde laagdrempelige gebruiksgemak als de benzinegestookte B-segmenters die je vroeger voor hetzelfde geld aanschafte. Met geen van deze auto’s rijd je naar Zuid-Frankrijk, tenzij je een echte avonturier bent. Bovendien heb je voor tien mille minder een uitstekende gebruikte Yaris Hybrid.
Kortom, het marktsegment dat deze autootjes betreden is extreem volatiel. Ik gok dat de nieuwkomers een bumpy ride wacht, en importeurs flink zullen moeten stunten om hun minimale of door bonussen verdampte marges met volumes op te vangen. Toch waag ik een gokje, want niets is zeker en ik vind dit echt spannend. Als van de vier nieuwkomers samen over een jaar minimaal 10.000 exemplaren zijn verkocht, scheer ik mijn hoofd kaal.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.