Waarom ik recent een diesel kocht
Tegendraadse aankoop
In het autolandschap van tegenwoordig is de diesel een uitstervend ras. Autofabrikanten zetten massaal in op plug-in hybrides en EV's en laten de zelfontbrander daarbij in toenemende mate links liggen. Toch valt er zeker nog wat te zeggen voor de aanschaf van een diesel. Graag stel ik je voor aan mijn Alfa Romeo MiTo 1.3 JTDm!
Sommige lezers hebben mijn naam wellicht al eens boven één van de vele nieuwsartikelen of een paar bijdragen in het magazine zien staan. Voor degenen die mij nog niet kennen: Ik ben Max, 25 jaar jong en ik tik sinds begin september artikelen voor dit prachtige medium. Eerst als stagiair, nu als freelancer. Toen ik begon bij AutoWeek maakte ik mijn kilometers nog in een Peugeot 206 RC: een klein bommetje met 177 pk. Helaas moest ik onverwacht afscheid nemen van die auto. Hoewel ik de Peugeot ontzettend leuk vond om mee te rijden, waren er ook nadelen: op lange afstanden miste ik cruise control, de motor draaide bij 120 km/h net geen 4.000 toeren per minuut en het verbruik was niet bepaald mals.
Met die aandachtspunten in mijn achterhoofd ging ik op zoek naar een nieuwe auto. In eerste instantie twijfelde ik tussen meerdere opties: weer een hot-hatch, of toch een leuke cabrio? Ik vond geen kanshebbers die binnen mijn budget en wensenlijstje pasten. Enige tijd later liep ik deze Alfa Romeo MiTo tegen het lijf. Ik vond dat altijd al een leuk model. Hij stond er mooi bij in zijn grijze jasje en de mooi afgewerkte bruine leren stoelen trokken meteen mijn aandacht. Ook had hij een acceptabele 150.000 kilometer onder zijn wielen voorbij zien gaan en was de prijs zeer goed. Er was alleen één 'probleem': onder de kap lag een 1.3 JTDm. Dat trok mij niet bepaald aan. Ik ben doorgaans meer gesteld op leuk klinkende benzinemotoren dan het getokkel van een diesel.
Andere tijden
De 1.3 JTDm vertegenwoordigt in een wereld van elektrificatie een compleet andere tijdgeest. Aan het begin van dit decennium hoefde je als zakelijke rijder maar 14 procent bijtelling af te tikken voor dit soort 'spaardiesels'. De MiTo pompt op papier slechts 90 gram CO2 per kilometer de atmosfeer in, wat betekende dat hij in zijn bouwjaar 2012 in aanmerking kwam voor het gunstige tarief. Als klap op de vuurpijl was de MiTo 1.3 JTDm ook nog eens belastingvrij tot 1 januari 2014. Het laat zich raden dat dergelijke diesels in die tijd razend populair waren. Inmiddels is het tij met een stijgende dieseltoeslag en milieuzones die als donkere wolken boven het hoofd van de dieselrijder hangen behoorlijk gekeerd.

Diesel vs. windmolens.
Door die donkere wolken, de relatief hoge wegenbelasting en het feit dat het motorgeluid zeker bij een koude start wel wat weg heeft van dat van een landbouwvoertuig, zag ik deze MiTo eigenlijk niet als een optie voor mij. Maar een proefritje kan nooit kwaad, toch? Wel dus. Ik stapte in, reed weg en begon de positieve punten te zien. De zitpositie is goed, hij stuurt lekker direct en de DNA-knop voegt een leuke extra dimensie toe aan de rijbeleving. In 'Dynamic' is de gasrespons lekker fel en krijgt de besturing meer gewicht. Op de snelweg tokkelde de diesel rustig voort bij relatief lage toeren en begon ik na te denken: deze auto zou best wel eens bij me kunnen passen als het financiële plaatje in mijn voordeel uitpakt.

Het interieur was een belangrijk aankoopargument.
Eenmaal thuis pakte ik de rekenmachine en de AutoWeek verbruiksmonitor erbij: wat zou het verschil zijn met een MiTo op benzine? De slotsom luidde als volgt: rekening houdend met factoren als de wegenbelasting, de verzekering, het gemiddelde verbruik en de actuele brandstofprijzen zou ik bij 20.000 kilometer per jaar ongeveer €400 per jaar besparen. Dat bedrag loopt bij meer kilometers alleen maar verder op. Daar komt nog eens bij dat deze 1.3 JTDm een stuk goedkoper was dan een vergelijkbaar uitgevoerde MiTo op benzine. Bovendien reed het nog steeds leuk, mede omdat dit exemplaar is gechipt naar 110 pk en 250 Nm koppel. Ik hakte de knoop door en zette mijn handtekening onder het koopcontract.
De toekomst
In mijn berekening nam ik één aspect niet mee: de afschrijving. Die laat zich met het veranderende milieubeleid namelijk moeilijk voorspellen. Mijn omgeving kon de keuze voor een diesel ook niet helemaal plaatsen: 'Maar dan kom je toch geen stad meer in straks?', luidde het dikwijls. Ik zie dat toch anders: de Alfa Romeo heeft Euro 5 als emissieklasse, wat betekent dat ik voorlopig nog wel even aan de veilige kant zit. Euro 4 diesels zijn immers ook nog steeds toegestaan in de steden, dus het duurt nog wel even voordat de beleidsmakers aan de stoelpoten van Euro 5 beginnen te zagen.

Rode remklauwen voor het sportieve randje.
Als dat wel eerder gebeurt: wat dan nog? Ik tikte mede dankzij deze onzekerheid ruim onder de €5.000 af voor mijn Alfa. Bij sommige auto's schrijf je dat bedrag al af als je er voor de eerste keer in plaatsneemt. Tot de verboden zich aandienen rij ik behoorlijk goedkoop: na drie tankbeurten staat mijn praktijkverbruik - gemeten aan de pomp - op 4,8 liter per 100 kilometer. Dit kan nog zuiniger, maar ik hou er ook wel van om door te rijden waar dat kan en af en toe eens een leuk B-weggetje mee te pakken. Het geluid van de 1.3 JTDm mag dan iets minder sensationeel zijn: het is nog steeds een Alfa Romeo. Ik heb hem, inclusief de positieve en negatieve eigenschappen van zijn dieselmotor, in mijn hart gesloten.

Max Veldhuis
Columnist/schrijver