Waarom ik niet zit te wachten op de Golf R
Vier uitlaateindstukken, dikke wielen, de nieuwe Golf R is zo te zien niet vies van een stukje uiterlijk vertoon. Deze week knalde hij weer eens langs onze spionagefotograaf Stefan Baldauf.
Typisch Golf R. Dikdoenerij, veel vermogen im combinatie met vierwielaandrijving, het ziet er op papier allemaal leuk uit, maar na de eerste R32 heeft geen enkele Golf met die letter me in vervoering gebracht.
Al klonk van generatie 5 de R32 met zijn dikke VR6 heus leuk, het was een zwaarlijvig ding. De GTI was toen al de fijnere snelle Golf. Bij de Golf IV voegde de R32 nog wel iets toe, want bij dat model was de GTI gewoon niet veel soeps. Alleen de Edition-uitvoering ter ere van 25 jaar GTI, die in Nederland 210 pk leverde, ging nog wel. Sinds generatie V is de GTI altijd de leukste Golf geweest en daarmee werd het bestaansrecht van een nog vettere über-Golf steeds kleiner.
Ook bij de VI was dat zo. Ik weet nog dat collega Roy en ik er voor het eerst in de laatste R stapten en elkaar al na drie bochten van het AutoWeek-pand aankeken, we dachten hetzelfde: doe ons maar een GTI. Te soft qua setup, hij helde veel te veel over, de 4Motion haalde alle spanning uit het rijden, nee, zeker de laatste Golf R had niet de scherpte van zijn GTI-broer. 270 pk, van 0 naar 100 in 5,5 seconden met DSG, cijfers die het leuk doen bij de borrelpraat maar dat was het dan ook wel qua entertainment.
De hele pk-strijd die zich in het C-segment ontwikkelt is over de top. Volkswagen vindt natuurlijk dat het van de partij moet zijn en stuwt de Golf R in de richting van de 300 pk, net als Audi, net als BMW, net als Mercedes, maar laat lekker alleen zustermerk Audi met de S3 meedoen in dat onderonsje.
Weet je welke auto allemaal weer gaat bewijzen dat je zo veel vermogen en vierwielaandrijving helemaal niet nodig hebt? Precies, de nieuwe Golf GTI met Performance Pack. 230 pk op de voorwieltjes, sperdifferentieel erop en dan heb je meer dan zat! De foto bij deze weblog belooft al veel goeds, kijk maar hoe die GTI de gecamoufleerde R op de hielen zit.

Stephan Vermeulen
Coördinator Tests
Na 20 jaar bij AutoWeek zo’n beetje alles wel gedaan en meegemaakt. Sinds 2012 chef redactie maar streeft er nog altijd naar om tien procent van zijn werk te laten bestaan uit bezigheden met auto’s zelf. Da’s tenslotte toch de reden dat -ie dit werk is gaan doen. Passie voor auto’s van kleins af aan, spelde op zijn twaalfde testjaarboeken, kocht de eerste AutoWeek een paar dagen voor zijn dertiende verjaardag van zijn zakgeld. Jawel, dat ene nummer dat in januari 1990 voor een gulden in de winkel lag. De oorzaak van dat velen nog denken dat AutoWeek de eerste jaren altijd een gulden kostte, maar op de tweede stond toch echt een prijs van Hfl. 1,95! Dat hij twaalf jaar later zelf in dienst zou treden bij het autoblad had hij nooit gedacht. Na de middelbare school bracht de opleiding HEAO-economisch linguistisch, zeg maar een soort CE met extra aandacht voor vreemde talen, hem bij de BMW-importeur, en later die van Opel. Een carrière in de autobranche was het beoogde pad, maar het liep anders. Eind 1999 zocht een journalistiek bureau een autoredacteur, en zo kwam hij terecht in de autojournalistiek. Iets meer dan twee jaar later was daar de overstap naar AutoWeek. Tests, nieuws, bijdrages aan de occasionrubriek en een jaar later ook in bezit van een racelicentie. Twintig jaar bij een werkgever, het is iets dat niet meer van deze tijd lijkt maar sowieso is het werk door de jaren heen zo vaak veranderd dat je bijna geen jaar hetzelfde doet qua werk. En de veranderingen in autoland gaan momenteel sneller dan ooit, dus ook dat maakt de werkzaamheden anders. Sinds 2021 naast chef redactie ook coordinator online.