Update: Rover 800
Bij aanschaf twee jaar geleden was de Rover niet van alle kanten even mooi - om het voorzichtig te zeggen. Meest in het oog springend zijn op dat moment de krokante spatbordranden. Verder is ook de achterste helft van de rechterkokerbalk niet bepaald in concoursstaat. De kokerbalk is in het verleden ooit 'ns opgelapt door een stuk plaat over een slechte plek heen te bakken, vrij grofstoffelijk. Maar goed, ik heb met de verkoper afgesproken dat ik de auto alleen met een verse apk zou meenemen, en die heeft-ie er keurig op gezet. Lapwerk is voor de apk blijkbaar goed genoeg (zelfs al komt de roest door de verf heen!). Het eerste jaar (zolang de apk nog geldig is) is de lelijke plek dus vooral een cosmetisch dingetje; de nadruk ligt in eerste instantie op het functioneel houden van de auto. En een jaar later blijkt de provisorische kokerbalkreparatie nog altijd hard genoeg voor wederom een verse apk. Maar hoeveel apk's gaat het nog stand houden?
Om het inwendige van de kokerbalken te kunnen controleren en indien nodig een antiroestbehandeling te geven zit er aan het eind van de kokerbalken, net voor de achterwielen een afgedopt rond gaatje. Althans aan de rechterkant was dat gat van oorsprong rond. Afgelopen juni bleek het rechter dopje verdwenen en het gat niet echt rond meer. Het eenvoudigst zou zijn om de meest storende rottigheid weg te halen en een plaatje over het gat te lassen (bij voorkeur met daarin weer een rond gaatje voor een nieuw dopje). Het hele grote kijkgat biedt plotseling heel duidelijk zicht op weinig fraais (niet dat ik iets anders verwacht, maar je soms heb je tegen beter weten in wel 'ns een klein beetje hoop).
Het zou van struisvogelpolitiek betuigen om het spontaan vergrote kijkgat in de wielkast met een plaatje dicht te lassen en door te blijven rijden alsof er verder niks aan de hand is. Tijd om in te grijpen. Het idee is om als het even kan alles zelf te doen. Uitzonderingen zijn spuit- en laswerk, om de doodeenvoudige reden dat ik niet de faciliteiten heb om die klussen hoogwaardig genoeg uit te kunnen voeren. En dit is toch echt laswerk. Maarrr … het zit niet echt in het zicht en het is redelijk rechttoe rechtaan. Een mooi weekend in de buitenlucht? Het begint te kriebelen. Ga ik een lasapparaat huren? De posts waarin lotgenoten op de Facebook-zelfhulpgroep hun kokerbalken vernieuwen inspireren. Maar wat als alle narigheid er uit geslepen is en het vervolgens toch nog erger blijkt dan het zich nu laat aanzien? Dan is een weekend niet lang genoeg. O, en het benodigde plaatmateriaal is niet meer nieuw te krijgen. Dat wordt dus zelf vouwen en buigen. Het zou moeten kunnen. Maar goed, er is ook een deadline. Ik heb de auto ingeschreven voor Roverfest, een groots evenement in Engeland waar in augustus uitgebreid het vijftig jarig jubileum van de Rover V8 wordt gevierd (en V6'en en wat er nog meer onder Rover-label gebouwd is ook van harte welkom zijn). En als het nu de hele maand juli ieder weekend regent?
Wat is wijsheid? Om me voor zelfoverschatting te behoeden (of is het om de trip naar Engeland veilig te stellen?) adviseert mevrouw Kit me weer 'ns snel koffie te drinken bij het lokale schadebedrijf dat eerder ook de voorschermen heeft gespoten. Onder het genot van een bekertje oploskoffie (gek genoeg smaakt dat spul daar wel) komen we overeen dat wanneer ik de auto bij hem achterlaat hij het voor een scherpe prijs als tussendoorklus kan doen, keurig gespoten en wel. O, en als er meer rottigheid blootgelegd wordt, zal-ie me bellen. En inderdaad: een week later belt-ie. Zo open en bloot blijkt de binnendorpel er ook best beroerd aan toe. Er zijn twee opties. Het (in eerste instantie) goedkoopste is het om de boel weer snel dicht maken, alleen sta ik dan waarschijnlijk binnen een jaar weer bij 'm op de stoep. Het alternatief is even door de zure appel heen bijten en alles in één keer goed doen. Het wordt dat laatste: alles in één keer goed, inclusief een laag zinkspray. Wanneer het nummer van het schadebedrijf een paar dagen later nog een keer in het beeldscherm van m'n telefoon verschijnt slaat de schrik me om het hart. Gelukkig, dit maal is het de mededeling dat de Rover opgehaald kan worden. Hoewel de kokkerbalk niet direct in het zicht zit, heeft er wel heel duidelijk iemand eer in z'n werk gelegd.
Eerlijk is eerlijk: uitbesteden is minder strelend voor het ego, maar de wetenschap dat ik niet alles in een vrij weekend af heb moeten raffelen (de boottickets naar Engeland waren al geboekt) is ook wat waard. De ijzeren dame is op familiebezoek geweest. Nu moet ik bij gelegenheid alleen nog even een nieuw inspectiegaatje maken en er een dopje in stoppen. Iemand trouwens een suggestie voor de beste anti-roestbehandeling?

Cornelis Kit
Autojournalist
Cornelis Kit (1971) behaalde in 1996 z’n diploma aan de HTS Autotechniek na het met succes afronden van een afstudeerproject bij NedCar in Born. Na z’n studie kwam hij al snel in de journalistiek terecht. Sinds 1999 is hij full-time autojournalist. Naast de praktische inzetbaarheid van auto’s gaat z’n aandacht vooral uit naar nieuwe technologieën en in het bijzonder naar alternatieve aandrijving. Brandstofcellen, hybride aandrijflijnen, eind vorige eeuw reed hij al met prototypes en nog steeds volgt hij de ontwikkelingen kritisch, sinds 2004 voor de tijdschriften AutoWeek en GTO. Misschien tegenstrijdig, maar z’n warme belangstelling hebben ook klassieke auto’s (veel ‘moderne’ techniek stamt vaak al uit vervlogen tijden) en de autosport (met name de techniek om zoveel mogelijk prestaties uit een druppel brandstof te halen, in wezen hetzelfde wat gebeurt bij het zuiniger maken van auto’s).