Sleutelen aan de Peugeot 205 - Oude Liefde #3 - Weblog
Nostalgie is iets bijzonders. Het kan je soms aanzetten tot acties die rationeel amper of niet te verklaren zijn. Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor wat redacteuren Jan Lemkes en Joas van Wingerden hebben gedaan. In 'Oude Liefde' verklaren ze zich nader. Na de voorstelronde, waarin Joas zijn 205 en Jan zijn Charade sedan voorstelde, legt Joas nu uit wat hij zoal aan z'n Peugeot heeft lopen 'prutsen' de afgelopen tijd.
Toen ik m'n vuurrode pracht twee weken geleden voorstelde, zei ik al dat ik behalve van het ermee rijden ook kan geniet van het 'prutsen'. De Peugeot 205 is wat dat betreft geen vreemde voor me. De vorige 205 die ik tien jaar geleden een jaartje reed, heb ik ook meermaals met gereedschap, verf, plakkers en nieuwe onderdelen bestookt. Niet omdat het zo'n slechte auto was, maar omdat het altijd beter kon. Hoewel ik mijn huidige 205 qua staat en qua uiterlijk behoorlijk liep op te hemelen in m'n vorige weblog, zag ik direct na aanschaf ook bij dit exemplaar weer voldoende ruimte voor verbetering. Helaas gaf de auto echter ook spontaan twee keer een reden om ermee aan de slag te gaan, maar daarover zo meer.
Deuk
Om te beginnen had de 205 op z'n verder nog bijna puntgave koetsje één heel vervelend in het oog springende deuk, voorop de motorkap. Het plaatwerk van de 205 is vrij dun en dus liggen deuken altijd op de loer. Tegelijkertijd is het daarom gelukkig ook redelijk makkelijk aan te pakken. Voor een andere 205 die mijn ouders jaren geleden hebben gereden, heeft mijn vader om die reden ooit een uitdeukset gekocht. Die kwam nu wederom goed van pas. Met een bijgeleverd lijmpistool lijm je een dopje van een passend formaat op de deuk, waar je vervolgens een deukentrekker op kunt zetten of een slagtrekker voor het lompere werk. Helemaal verdwenen is de buts niet, maar je moet er inmiddels wel van weten dat-ie er zit óf heel scherp kijken om 'm snel te spotten.
Geluid
Eén van de andere zaken die me wat tegenvielen aan deze 205, was het geluid dat uit de speakers kwam. In mijn vorige 205 was dat beduidend beter, al heb ik nooit gecheckt wat voor speakers daar achter de roostertjes verscholen zaten. Hier echter een hoop gekraak en weinig volume, duidelijk aan het einde van hun latijn dus. Nadat ik samen met collega Lars Krijgsman een nieuwe 'cd-speler' mét bluetoothontvangst in de auto had gemonteerd (en daarbij nog een bon met productiegegevens uit de fabriek vond), moesten er nieuwe speakertjes in. Gelukkig is dat in de 205, net zoals zoveel klusjes, zo gepiept. Met twee torx-schroeven zit het roostertje voor de speakers vast en als je die er eenmaal uit hebt, trek je het zo aan de kant. Op bovenstaande foto zie je één van de nieuwe speakers op z'n plek hangen, simpelweg met vier kruiskopschroeven in de deur gehangen. Heerlijk, die eenvoud. Probeer maar eens een speaker te vervangen in een moderne auto: d halve deur moet uit elkaar.
Gele lampen
De derde 'upgrade' was er weer eentje met veel resultaat voor erg weinig werk. Hoewel mijn 205 stamt van na het afschaffen van de gele koplampen in Frankrijk, stamt het model nog wel uit die tijd. Bij een wat oudere Franse auto is het in mijn ogen een leuk karakteristiek extraatje. Het doet me bovendien denken aan de - eveneens rode - Citroën DS waar ik als jong ventje achterin zat. Er moesten dus gele lampjes in de 205. Zoals zoveel op de 205 zitten ook de koplampen vrij simpel in elkaar en dus kun je er makkelijk bij. Aan de linkerkant moest ik alleen nog even de bij de auto geleverde krik weghalen, die daar boven de wielkast in de motorruimte ligt te rusten. Die zag er overigens - gelukkig - nog als nieuw uit. Al met al straalde de 205 na nog geen tien minuutjes geel in plaats van wit licht uit. En zo was het lijstje met beoogde aanpassingen bijna leeg.
Bumpers
Het laatste punt dat ik gepland had, was het zwartmaken van de bumpers. Nee, niet ze publiekelijk afkraken, maar ze weer mooi donker van kleur maken. Je raadt het al: een klusje van niets met een heel leuk resultaat. De verchroomde biesjes uit de bumpers klik je er zo uit met een platte schroevendraaier. Vervolgens hoefde ik alleen de omgeving van de bumpers met schilderstape af te plakken. Ik had namelijk een verfachtig goedje gevonden dat hier speciaal voor is gemaakt en heel simpel met een sponsje op de bumpers wordt aangebracht. Zoals je op de tweede foto hierboven ziet, mag het resultaat er zijn. Als het goed is, blijft dit minstens een jaar zo zitten. Zo niet, is het in een halfuurtje weer opnieuw aangebracht.
Pech
Hoewel ik er daarmee wel was wat betreft het geplande 'prutsen' aan de auto, was de auto er kennelijk nog niet klaar mee. Toevallig had ik de 205 na het werk net aan collega Jan Lemkes laten zien toen ik onderweg naar huis een vreemd geluid hoorde op de snelweg. Een vreemde snerptoon aan de rechterkant van de auto, heel kort het geluid van staal op staal. Ik kon het totaal niet plaatsen. Aangezien de auto verder geen enkele krimp gaf, nog prima reed, ik in m'n spiegels niets vreemds zag gebeuren en ik bijna thuis was, ben ik maar doorgereden.
Het is alweer even geleden, maar ik kan me niet herinneren dat ik vervolgens bij thuiskomst heb gekeken of er iets te zien was aan de auto. Ik heb de auto geparkeerd, ben uitgestapt en heb waarschijnlijk alleen bij het terugkijken de linkerkant gezien. Een dag later zag ik bij het uitstappen op een andere locatie ineens dat er rechtsvoor een wieldop miste. Vreemd genoeg kwam de herinnering van het snelwegvoorval ook toen niet naar boven en ben ik langs de korte route die ik die dag had gereden in m'n woonplaats gaan zoeken naar de wieldop. Niet gevonden natuurlijk, die was er immers een dag eerder op de A12 al z'n eigen weg gegaan.
Goed, een wieldop, kan erger. Toch baalde ik wel, want de 205 heeft z'n originele wieldoppen nog en aftermarket-exemplaren komen er zeker niet op. Na een paar weken geduldig zoeken, vond ik een gebruikt setje te koop aangeboden. Volledig schadevrij, in tegenstelling tot de doppen die er oorspronkelijk op zaten. Is-ie er toch weer iets van opgeknapt!
Ik bied maar direct mijn excuses aan als je je koffie over je scherm hebt gesproeid bij het zien van bovenstaande foto. Dit gebeurde wederom op weg naar huis vanaf kantoor (woon-werkverkeer brengt kennelijk ongeluk bij deze auto). Het tafereel werd gelukkig direct vastgelegd door mijn schaterlachende collega Lars, die achter me reed. Bij het aanzetten van de achterruitenwisser besloot deze nieuwe wegen te verkennen. Het zag er komisch uit, maar dit soort kwaaltjes vind ik stiekem wel een beetje spannend. Bij mijn vorige auto's was een probleem met elektronisch aangestuurde zaken immers vaak erg kostbaar en ingewikkeld. Bij de 205 gelukkig niet. Toen ik de ruitenwisser op z'n plek zette, bleef-ie weer even normaal doen. Twee weken later waren de voorste exemplaren echter aan de beurt. Op de snelweg draaide m'n linkerwisser plots slag na slag verder door, om door de wind vervolgens half over de zijspiegel gevouwen te worden. Snel zette ik 'm uit, maar het zag er al hopeloos uit. Op een parkeerplaats zette ik 'm terug en bij het testen ging het gewoon weer mis.
Thuis leerde ik via een forum dat de complete ruitenwissermotor vervangen zou moeten worden. Gelukkig bleek het - alweer - een stuk eenvoudiger. De ruitenwisser was namelijk 'gewoon' van de bout die 'm aan het motortje verbindt gelopen. Even vastdraaien met een moersleutel en klaar is Kees. Dat heb ik gelijk ook maar even met de achterruitenwisser gedaan, die zat nog een beetje vast, maar daar bleek dat ook het euvel te zijn.
Tot zover mijn 'gesleutel'. Voorlopig mag de 205 gewoon kilometers maken in deze staat en zal het eerste gesleutel waarschijnlijk regulier onderhoud bij m'n garagebedrijf zijn. Volgende week vertelt Jan wat hij allemaal al aan z'n Charade sedan heeft gedaan. Spoiler: Jan ging nog even een stapje verder.

Joas van Wingerden
Columnist/schrijver
Als vijfjarig ventje stond Joas zich al samen met zijn vader te vergapen aan moderne en vooral klassieke auto's op de beursvloer van de Rai in Amsterdam. Toen zijn ouders vervolgens ook nog een puntgave Citroën DS gingen rijden, was de liefde voor auto's voor altijd in zijn ziel geëtst. Hij moest en zou er later iets mee gaan doen. Aanvankelijk was het idee om automonteur te worden, maar dat plan verwaterde in de loop der jaren. Tijdens zijn Journalistiekopleiding begon het toch weer te borrelen en kwam hij als stagiair voor het eerst terecht bij AutoWeek. Inmiddels zijn we alweer aardig wat jaren verder en is het toch gelukt om de passie voor auto's te combineren met een vaste baan. De droom om ooit zelf ook een DS te rijden is alleen nog niet vervuld, al staat er in de vorm van een Peugeot 205 wel een oude Fransman voor de deur.