In de provincie snappen ze het
Gisteren was ik 'in de provincie', zoals Randstedelingen alles wat buiten hun territorium ligt plegen te noemen. Nu heeft het wonen 'op het platteland' waarschijnlijk net zoveel voor- als nadelen als vertoeven 'in de bewoonde wereld' maar wat ik een absoluut pluspunt vindt van eerstgenoemde plek is dat je er auto's ziet rondrijden die 'bij ons' al lang en breed uitgestorven zijn. Zo had ik ter plekke een triotest kunnen maken met een Audi 80, Opel Ascona en Volkswagen Jetta uit vervlogen tijden. Ze stonden hemelsbreed nog geen honderd meter bij elkaar vandaan geparkeerd. Een kilometer verderop spotte ik een Renault 25 in het wild – geen rijdend museumstuk maar gewoon dagelijks vervoer - en niet veel later reed ik zomaar een Ford Sierra tegen het lijf. De laatste keer dat ik die zag, was volgens mij tijdens de racecursus op Zandvoort tien jaar geleden.
Het zijn allemaal auto's uit mijn jeugd, stuk voor stuk karren die je in Randstedelijke contreien haast nooit meer tegenkomt. Hier lijkt het wagenpark louter te bestaan uit nieuw leaseblik, afgetrapte belastingvrije Mercedessen en wat dertien-in-een-dozijn stadsgebakkies. De broodnodige afwisseling vind je in de vorm van een sporadische (semi-)klassieker van het kaliber Citroën DS of Volvo 240 Estate en bij mooi weer komen de gepoetste échte verzamelobjecten naar buiten. Maar wat ik hier mis, is zo'n lekkere dwarsdoorsnede van het Hollandse wagenpark zoals dat er in de jaren '80 van de vorige eeuw bij stond. Kadettjes, Golfjes, Escorts, Corolla's, BX- en, 205-jes, dat soort werk.
Aan de ene kant is het hartstikke logisch dat het straatbeeld door de jaren heen compleet ververst is, en milieuridders zul je ook niet horen klagen over het uitsterven van eerdergenoemde auto's. Maar aan de andere kant ben ik blij dat men zich 'in de provincie' nog wél bekommert om de Ascona's en Sierra's van deze wereld; auto's die destijds zó gewoon waren, dat niemand de moeite nam er een paar te conserveren. In de provincie lachen ze het laatste, da's wel duidelijk.

Michiel Willebrands
Coördinator AutoWeek Classics
Begin 2001 binnengekomen als stagiair, aan het einde van de stage ‘blijven hangen’ en een maand of vier op de eindredactie gewerkt. Daarna doorgeschoven naar de schrijvende redactie, waar ik – naast het maken van tests - samen met Damiaan Hage en later Stéphan Vermeulen verantwoordelijk was voor de invulling van het Journaal. In 2006 kreeg ik de Occasion-rubriek onder mijn hoede – naar mijn bescheiden mening de leukste pagina’s van AutoWeek! In 2012 weer teruggekeerd op de newsdesk en sinds 2016 verantwoordelijk voor AutoWeek Classics. HOBBY’S: Muziek, gitaarspelen, autosport, fotografie, reizen en natuurlijk auto’s. EERSTE AUTO: Lancia Thema 2.0 ie uit 1990 DROOM: Een roadtrip van een jaar door de VS met een Chevrolet Impala uit 1967. EIGENAARDIGHEDEN: Ongetwijfeld, het benoemen ervan laat ik aan anderen over.