Test: Volvo C70 (2006)

Transformer

Volvo C70
Volvo C70Volvo C70Volvo C70Volvo C70Volvo C70Volvo C70Volvo C70Volvo C70
AutoWeek 4 2006
AutoWeek 4 2006

Je leest het in AutoWeek 4 2006

De Volvo C70 heeft een nieuwe gedaante aangenomen; twee gedaanten in een eigenlijk. Werd hij voor de modelwisseling gebouwd als coupé of als cabriolet, voortaan kan hij in dertig seconden van coupé naar cabrio transformeren – en omgekeerd natuurlijk.

Je ziet ze wel in de televisiereclame: auto's die de gedaante aannemen van een mensachtige robot of een mens die verandert in een auto. Jaren geleden speelden die 'transformers' al de hoofdrol in animatiefilms en ze bestaan ook als speelgoed. Wanneer de transformers van gedaante veranderen, verhuizen allerlei onderdelen van plaats tot de nieuwe vorm is bereikt. De nieuwe Volvo C70 doet aan die transformers denken. Sterker nog, hij is eigenlijk een transformer, want hij kan twee verschillende gedaanten aannemen: die van coupé en die van cabriolet. Met een enkele druk op een knop kan het transformatieproces in werking worden gezet. Daarna voeren het kofferdeksel en de drie delen waaruit de hardtop bestaat binnen dertig seconden een aantal gecompliceerde bewegingen uit die er in resulteren dat de nieuwe C70 van een coupé in een cabrio verandert of andersom. Zelfs de mensen die de C70 hebben ontworpen, kijken nog steeds met verwondering toe terwijl het transformatieproces zich voltrekt. "Het is een uniek gezicht om het dak zich voor de helft te zien openen, waarna het de andere helft als het ware opslokt", zegt Fedde Talsma, het Nederlandse hoofd van de designafdeling die verantwoordelijk is voor de nieuwe C70. De verwantschap met de andere Volvo-modellen en speciaal die met het duo S40/V50 valt de C70 overduidelijk aan te zien; dezelfde karakteristieke neuspartij, dezelfde afgeronde hoeken, dezelfde kenmerkende Volvo-achterlichten en dezelfde stevige schouderlijn. Die schouderlijn loopt naar achteren iets omhoog. Deze manier van vormgeven levert niet alleen een dynamisch effect op, maar bezorgt de mensen achterin – de C70 is berekend op vier volwassenen – een veilig, beschermd gevoel. Het is Volvo gelukt de nieuwe coupé-cabriolet er goed te laten uitzien, of hij nu open is of dicht. Maar Fedde Talsma maakt er geen geheim van dat het zeker geen gemakkelijke opgave is geweest. "Het was niet eenvoudig om van alle lijnen – zowel met als zonder dak – een harmonieus geheel te maken", legt hij uit. "Daarom zijn we begonnen met het ontwerpen van de coupé. Toen we tevreden waren over het resultaat, hebben we dat aangepast aan de eisen die een cabriolet aan het ontwerp stelt."

Dwars door de achterruit

Een belangrijk punt waarmee ontwerpers van een cabriolet rekening moeten houden, is dat het koetswerk van een cabrio, vergeleken bijvoorbeeld met dat van een sedan, extra versterkt moet worden. Het dak, dat een duidelijke bijdrage levert aan de stijfheid van de carrosserie, ontbreekt immers. Voor een coupé-cabriolet geldt – in ieder geval in open toestand – hetzelfde. Daarom zijn de langsbalken, de portieren en de dorpels verstevigd. De carrosserie van de C70 is daardoor heel stijf. Dit kan niet voorkomen dat hij af en toe toch een klein beetje tordeert. Enorm versterkt zijn ook de A-stijlen. Omdat een coupé-cabriolet geen B- en C-stijlen heeft, krijgen de A-stijlen het bijzonder zwaar te verduren als de wagen over de kop mocht slaan. Om die reden zijn ze gemaakt van een heel sterk soort staal en lopen ze door tot op de dorpels van de carrosserie. Dankzij die sterke A-stijlen kunnen bestuurder en bijrijder bij een koprol nog goed wegkomen, maar hoe zit het met de achterpassagiers? Die worden als de auto over de kop slaat beschermd door sterke metalen balken achter de achterbank, die bij zo'n ongeval razendsnel omhoog komen. Dat gebeurt als de C70 met open dak rijdt, maar ook als het dak dicht is. Door de plek waar ze gemonteerd zijn, moeten ze in dat geval dwars door de achterruit van echt glas heen breken. Om dat makkelijker te maken, zijn ze voorzien van kleine metalen punten. Een andere veiligheidsvoorziening die speciaal voor de open Volvo werd ontwikkeld, is de aangepaste gordijnairbag; belangrijk voor de bescherming van opzij als de wagen over de kop slaat. Normaal zijn de gordijnairbags bevestigd aan de dakbalken. Maar die heeft een coupé-cabriolet niet. Daarom komen de gordijnairbags bij de Volvo C70 uit de portieren omhoog.

Turbulentie

Goed om te weten, maar de veiligheidsvoorziening zijn toch niet de eerste dingen die je bezighouden als je er met open dak op uit gaat. Wanneer we wegrijden is de C70 zo open als het maar kan; alle vier de ramen zijn omlaag. Dat we nauwelijks last hebben van de rijwind danken we niet alleen aan de ver naar achteren lopende voorruit, maar ook aan het als optie leverbare windschot dat boven de achterbank is gemonteerd. Nadeel van het windschot is dat er geen achterpassagiers mee kunnen. Laat je het weg, dan wordt het in de open auto een stuk minder windstil. Achterpassagiers kunnen nu mee, maar ze moeten wel tegen een (wind)stootje kunnen. Wanneer het wat sneller gaat krijgen we van opzij toch met wat turbulentie te maken en beginnen de veiligheidsgordels een beetje te klapperen. Vind je dat hinderlijk, dan doe je gewoon de zijruiten omhoog. De C70 oogt dan wel minder sexy, maar dat is de prijs die je als 'watje' betaalt. Maar natuurlijk moet je zelf weten hoe open je wilt rijden. De C70 is niet speciaal gebouwd voor uitgesproken sportieve types die er een Spartaanse levensstijl op na houden. Oké, het chassis is, vergeleken met het standaard­chassis van de S40/V50, aan de voorkant 10 mm en aan de achterkant 15 mm verlaagd, maar het onderstel is toch eerst en vooral afgestemd op comfort. En de besturing werkt eerder vanzelfsprekend dan communicatief. Wil je echt sportieve prestaties, dan bestel je de C70 met T5-motor die een top van 240 km/h en een acceleratie 0-100 in 7,6 seconden mogelijk maakt. Dat wil zeggen, als hij gekoppeld is aan de handgeschakelde zesversnellingsbak die werd ontwikkeld voor de S60 R en V 70 R. Wordt het vermogen overgebracht via een schokvrij schakelende vijftrapsautomaat, dan is de C70 T5 nog altijd goed voor 235 km/h en een sprint van nul naar 100 in 8,0 s.

Zakencoupé

Een coupé en een cabriolet ineen, dat heeft z'n voordelen. Met het dak dicht is het in het interieur ongeveer even comfortabel als in een sedan. Bovendien wordt de carrosserie met gesloten dak stijver; een effect dat niet bereikt kan worden met een gesloten stoffen kap. Volvo ziet nog een heel ander voordeel: in coupé-gedaante 'kan' de C70 ook als zakenauto. De meer frivole cabriokant van z'n karakter kan gereserveerd blijven voor de vrije tijd. Het formaat van de kofferbak is geen beletsel om de C70 zakelijk of als reiswagen in te zetten. Want als het dak gesloten is, heeft de kofferruimte een volume van 400 liter. Is het dak open en in het achteronder verdwenen, dan blijft er nog 200 liter bagageruimte over. Een 'divider' (verdeler) laat zien hoe ver de kofferbak beladen mag worden wanneer het dak open is. Heb je het dak open, dan is de ruimte die voor bagage overblijft niet zo makkelijk te bereiken. Daar hebben ze bij Volvo het volgende op gevonden. Als je het kofferdeksel geopend hebt, kun je het hele opgevouwen dak door een elektromotortje twintig centimeter laten optillen. Nog een consequentie van het open rijden is dat losse spullen in de auto voor het grijpen liggen, als je hem ergens parkeert. Maar ook daar is iets aan te doen. Het dashboardkastje en de met een klep uitgevoerde portiervakken gaan met de centrale deurvergrendeling dicht.

Eind maart hebben de Volvo-dealers de nieuwe C70 in de showroom. Kopers kunnen dan kiezen uit een drietal benzinemotoren: 2.4; 2.4i en T5. Halverwege de zomer wordt het leveringsprogramma aangevuld met een diesel, de D5, die standaard gekoppeld is aan vijftrapsautomaat.