Toyota Yaris (2006) - Test

In de plus

Toyota Yaris
Toyota YarisToyota YarisToyota YarisToyota YarisToyota YarisToyota YarisToyota YarisToyota YarisToyota Yaris

Toyota presenteerde in Frankfurt de tweede generatie van de Yaris. Met de nieuwe versie wil Toyota het toch al mooie succes van zijn voorganger evenaren. Dat moet gebeuren met tal van verbeteringen en, niet onbelangrijk, met nieuwe motoren. Op welke punten de nieuwe Yaris in de plus komt, onderzocht AutoWeek in de eerste rij-impressie.

Hij is niet meer Toyota's benjamin: die rol werd afgelopen zomer overgenomen door de Aygo. Maar de Yaris is nog wél de meest gekoesterde telg van het Japanse merk op Europese bodem. Het aantal van meer dan 1,2 miljoen verkochte exemplaren geeft een goede indicatie van het succes van de in 1999 geïntroduceerde eerste generatie Yaris. In 2003 werd de kleine Toyota gefacelift en vorig jaar werd zelfs een verkooprecord gevestigd met 227.616 stuks. Toyota is nu vast van plan om in 2006 met de nieuwe versie dat aantal met maar liefst 10 procent op te schroeven naar 250.000 exemplaren. En mocht de vraag hoger zijn, dan kan de Toyota-fabriek in het Franse Valenciennes er op jaarbasis 270.000 bouwen.

Dat klinkt allemaal heel ambitieus, maar zal de nieuwe Yaris dat ook kunnen waarmaken? Toyota heeft hem in elk geval op alle fronten opgewaardeerd. Dat begint natuurlijk al met het gemoderniseerde uiterlijk, dat net als van zijn voorganger is ontworpen door Toyota's Europese designstudio ED2 in Nice, volgens de nieuwe Vibrant Clarity designfilosofie.

De Yaris was altijd al een gemakkelijk herkenbaar model en dat is met de nieuwe generatie niet anders. Aan de voorkant zorgt de grille met het meer geprononceerde Toyota-embleem voor herkenning bij de eerste oogopslag. Met geïntegreerde bumper en scherpe verticale lijnen en grote lampen is de nieuwe Yaris vooral eigentijds. Opvallend is dat de motorkap een stuk korter is dan vroeger. Dat heeft vooral te maken met de veiligheidseisen voor de bescherming van voetgangers: de nieuwe motorkap ligt op grotere afstand van de motor en kan beter vervormen. Opzij zien we een duidelijk oplopende taillelijn met bredere heupen en aan de achterkant lijkt de klep dieper te vallen dan bij de oude versie.

Speelruimte

De nieuwe Yaris is in alle opzichten een maatje groter dan zijn voorganger. De wielbasis van de nieuwe bodemplaat is 9 cm langer (2,46 m), de lengte is met 11 cm toegenomen tot 3,75 m, de breedte meet met 1,70 m nu 3,5 cm meer en de hoogte groeide 3 cm tot 1,53 m. Al die extra centimeters zie je vooral terug in het interieur, dat voor zijn klasse ronduit ruim genoemd kan worden. Maar ook de bagageruimte met een inhoud van 272 liter is niet bekrompen en zelfs de grootste in de klasse. Als je de achterbank in de voorste stand schuift, bedraagt die inhoud zelfs 363 liter en door de achterbank neer te klappen krijg je 737 liter ter beschikking.

De zit voorin is prima, al vinden we de stoelzittingen wat aan de korte kant. Maar de rugleuningen zijn lekker lang en bieden ook een goede zijdelingse steun. De beenruimte voor de bestuurder is er dankzij de naar voren verplaatste pedalen ook op vooruitgegaan en met het in hoogte en diepte verstelbare stuur is het niet moeilijk snel een goede rijpositie te vinden.

Achterin is het achter een bestuurder van 1,75 m lengte zelfs uitstekend gesteld met de beenruimte. Daarbij moet dan de deelbare (60:40) achterbank wel in de achterste stand staan. Die is over 15 cm verschuifbaar, maar in de voorste stand is er alleen spillebeenruimte over. Ook de rugleuning van de achterbank is 10 graden verstelbaar en het geheel is met één beweging neer te klappen, waarna een vlakke laadvloer ontstaat. Toyota noemt dat het Easy Flat-systeem.

Sfeer

Het sfeertje binnenin is opgeruimd en modern. De gebruikte materialen zien er goed uit en voelen niet goedkoop aan. Leuk is de naar achteren oplopende taillelijn, die binnenin wordt geaccentueerd door de vorm van de armleuningen in de voorportieren. Doordat de raamlijn aan de voorkant lager is, heb je goed zich op de spiegels en op de ruimte vlak naast de auto. Voor- en achterkant zijn echter minder overzichtelijk bij het inparkeren, maar je als het je eigen auto is, ben je daar natuurlijk binnen de kortste keren aan gewend.

Het dashboard is symmetrisch met de opstelling van het digitale instrumentenpaneel boven de middenconsole. Met de opbergruimte is het goed gesteld. De bovenste klep van het dubbele dashboardkastje gaat 'gedempt' open. Aan de bestuurderskant is in het dashboard eveneens een kastje en Toyota heeft aan beide zijden van de middenconsole twee handige vakjes gemaakt, waar je een mobiele telefoon onder handbereik kunt opbergen. Een bekerhouder links van het stuur is eigenlijk overbodig, want een flesje bronwater past in de portiervakken, die naar achteren toe een beetje nauw toelopen.

De Yaris is leverbaar met het Smart Entry & Start System, waarbij je de sleutel in je zak houdt en op de knop drukt om te starten. Het is alleen als optie leverbaar op de Linea Luna, maar het is natuurlijk een leuke gimmick.

Voor liefhebbers kan de Yaris als eerste Toyota nu ook geleverd worden met een radio/cd-speler, waarbij bestanden in mp3- en wma-formaat kunnen worden afgespeeld.

Zonnetje

De Yaris krijgt de beschikking over de 87 pk sterke 1,3-liter VVT-i-motor die we al kennen van zijn voorganger. Hij krijgt nu orders via een elektronisch gaspedaal. Ook kennen we sinds 2001 al een Yaris 1.4 D-4D. Daarvan heeft Toyota nu een nieuwe versie ontwikkeld. Hij is uitgerust met common-railinspuiting, zesgaats injectoren en een turbocompressor met variabele geometrie, voor een goede respons over een breed toerengebied. De diesel levert 90 pk bij 3.600 tpm en heeft een maximumkoppel van 190 Nm over een bereik van 1.800 tot 3.000 tpm.

Nieuw is verder de 1,0-liter driecilinder met 69 pk en een koppel van 93 Nm. Die motor debuteerde in de Aygo en is met 69 kg de lichtste in zijn soort.

Alle drie motoren worden gekoppeld aan een vijfversnellingsbak, maar ze zijn ook te combineren met de halfautomatische M-MT-transmissie.

We reden eerst met de 1.3, die in de bergen goed op toeren gehouden moet worden om optimaal te presteren, want onder de 3.500 tpm gebeurt er niets en de maximale trekkracht is pas beschikbaar bij 4.200 tpm. We vonden hem ook wat rumoerig bij 120 km/h: je hoort vooral een donker gebrom.

Nee, dan de 1,0-liter driecilinder. Wat een lekker naaimachientje. Je weet aan de hand van de cijfers dat de prestaties minder zijn dan bij de 1.3, en natuurlijk zou hij de stoplichtsprint verliezen, maar zelfs in de bergen loopt het eenlitertje als een zonnetje en heb je nu niet bepaald het gevoel dat 't maar behelpen is. Wie niet dagelijks – buiten de filetijden om – met de Yaris op de snelweg hoeft te rijden, zal aan deze versie een prima autootje hebben. Een minpuntje dat alle drie door ons gereden uitvoeringen hebben, is dat de slag van de koppeling wat aan de korte kant is.

Soepel en snel

Toch denkt de Nederlandse Toyota-importeur dat maar tien procent van de Yaris-kopers zal kiezen voor de 1,0-literversie. Dat komt dan ook door de prijsstelling. Alleen de 1.0 is er in de basisuitvoering en kost E 12.490. Hij is er verder als Linea Terra en Linea Sol. De basisversie moet het als enige doen met rubber in de maat 165/170R14. Alle andere versies staan op 185/60R15-banden. Ten opzichte van de Linea Terra mist de instapper bovendien de thuiskomer, elektrische raambediening, zijairbags, centrale vergrendeling en kindersloten op de achterportieren. Nieuw in de klasse is de knie-airbag die in de Linea Sol en de Linea Luna wordt geleverd. De 1.3 is er als Terra, Sol en de luxe Luna, Het prijsverschil tussen de 1.0 Linea Terra en de 1.3 met dezelfde uitrusting bedraagt dus slechts 600 euro en dat zal voor velen toch de doorslag geven om in de 1.3 te stappen. Voor het verschil in gewicht van 30 kg hoef je dat niet te laten, ze vallen met respectievelijk 955 en 985 kg in hetzelfde tarief, al blijft er natuurlijk een verschil in brandstofverbruik, dat voor de 1.0 gemiddeld op 6,4 liter op 100 km ligt en voor de 1.0 en 7,2 l/100 km voor de 1.3.

Het spreekt bijna vanzelf dat je met het dieseltje soepel en snel vooruitkomt. De trekkracht onderin is vooral heuvelop lekker en ook tijdens inhalen is de dieselversie vlot. Desondanks zal de D-4D geen groot deel van de verkopen voor zijn rekening nemen: gedacht wordt aan 8,2 procent. Maar het blijft op een geplande jaarlijkse verkoop in Nederland van 9.000 exemplaren in 2006 nog altijd een behoorlijk aantal.

Praat verder op het forum