Subaru Legacy Outback 3.0 H6
Sixpack
- Arno Böckling
- Eerste rijtest
'Outback' is een Australisch woord. Australiërs duiden er de uitgestrekte dunbevolkte gebieden buiten de 'bewoonde wereld' mee aan. In de Outback vind je enorme schapenfarms. Hoe groot die kunnen zijn, maakt een mopje over twee boeren duidelijk. Zegt de ene boer: 'Mijn farm is zo groot, als ik er met de auto omheen wil rijden, ben ik twee dagen onderweg.' Zegt de andere boer: 'Zo'n auto heb ik ook eens gehad.' De auto is in de Outback net alleen onmisbaar, hij moet z'n mannetje kunnen staan; een stoere automobiel, die wel raad weet met slechte wegen en daarbuiten ook uit de voeten kan. Het is dus niet zo gek dat Subaru de mannetjesputter in het modellenprogramma Outback heeft genoemd.
Avontuurlijk
Subaru's Outback is in principe een Legacy Touring Wagon. Maar dan wel een met een avontuurlijke inslag. Hij staat hoger op z'n wielen, waardoor je meer bodemvrijheid hebt. En dat is natuurlijk precies wat je wilt als je van plan bent het terrein in te gaan. Wat je dan ook nodig hebt, is vierwielaandrijving. Maar dat een Subaru die meekrijgt, spreekt eigenlijk vanzelf, want dit Japanse merk is sinds jaar en dag 4WD-specialist. In principe heeft elke Subaru vierwielaandrijving, al is de fabrikant ook niet te beroerd om versies te leveren waarbij de aandrijving naar de achterwielen is weggelaten. Alleen worden die bij ons niet meer geïmporteerd. Subaru Benelux prijst 4WD aan - zelf spreekt het merk van AWD - als een kenmerk waarmee het zich van de concurrentie onderscheidt. AWD is door Subaru wel gepresenteerd als een stuk extra veiligheid; een voorziening die in dezelfde categorie valt als airbags en ABS. Daar is wat voor te zeggen, want met AWD heb je meer grip en dat kan in diverse situaties goed van pas komen. Die extra grip helpt niet alleen bij bijvoorbeeld sneeuw en gladheid, hij maakt het ook makkelijker een auto snel en stabiel door de bocht te sturen. En wanneer je een caravan of een andere aanhanger wilt trekken, heb je van die extra grip ook plezier. Om het makkelijk te maken, heeft Subaru ervoor gezorgd dat extra grip altijd aanwezig is, want AWD staat voor permanente vierwielaandrijving. Een viscokoppeling verdeelt de aandrijfkracht steeds optimaal over de vóór- en achterwielen, zonder dat de bestuurder er ook maar iets voor hoeft te doen.
Platte krachtbron
Tot nu toe werd de Outback aangeboden met één type motor; een 2,5-liter viercilinder. Volgens de Subaru-traditie is dat een boxermotor; een platte krachtbron, waarbij de cilinders twee aan twee tegenover elkaar liggen. Die machine is zeker geen doetje; hij levert een vermogen van 115 kW/156 pk en ontwikkelt een koppel van 223 newtonmeter. Dat is voldoende om de wagen met een gewicht van een kleine anderhalve ton een top van 197 km/h te geven en hem in 9,5 seconden van nul naar honderd te laten optrekken. We hebben het dan over de uitvoering met handgeschakelde vijfversnellingsbak. Neem je hem met viertrapsautomaat, dan haalt hij nog altijd 195 en kan hij in 10,6 seconden van nul naar honderd accelereren.
Flat-six
De Outback is nog altijd leverbaar met 2,5-liter viercilinder boxermotor, met of zonder automaat. Maar nu heeft Subaru een nog ruimer bemeten krachtbron aan het Outback-programma toegevoegd: een 3,0-liter zescilinder. Dit is ook een boxermotor. Nieuw is een dergelijke krachtbron niet voor Subaru. Al eerder bracht het merk een sportwagen - de SVX - met zo'n zespitter op de markt. Een succes werd het niet, en de SVX verdween roemloos en geruisloos van de markt. Nu moeten we niet denken dat de oude zescilinder weer van stal is gehaald en in het vooronder van de Outback is gestopt. De 'flat six' die nu aan het gamma is toegevoegd, is kleiner, want de SVX-motor kwam aan 3,3 liter. Maar met de nieuwe zespitter kom je ook een heel eind. De 3,0-liter boxer is goed voor 154 kW/209 pk en 282 Nm koppel. Hij geeft de stoere Subaru een topsnelheid van 210 km/h en kan hem in 8,9 s vanuit stilstand naar honderd brengen. En dat met een viertrapsautomaat, want de 3.0 Outback H6 AWD is alleen leverbaar met automatische transmissie. Die doet z'n werk - zoals je van een moderne automaat mag verwachten - netjes zonder schokken. Dat zorgt voor rust. Rustig is ook de motor. Hij loopt mooier rond dan de viercilinder en hij is keurig stil. Ook al omdat hij met z'n flinke vermogen en ruimbemeten koppel niet hard hoeft te werken. Bij het snelwegtempo waar we ons in Nederland aan moeten houden, blijft het toerental laag. En de Outback ligt rustig en zeker op de weg. Hij voelt aan als een echte doordouwer. Wel een beetje looiig, maar het is ook geen lichtvoetige automobiel. Zwaar sturen is er overigens niet bij. Daar zorgt de bekrachtiging wel voor; gelukkig zonder door te slaan naar de andere kant en licht en ongevoelig te worden. Als chauffeur weet je waar de wielen heen gaan, en dat is netjes in de richting die je bedoelt.
Sportstuur
Als topmodel heeft de zescilinder-Outback zo ongeveer alles in huis wat Subaru maar bieden kan. Daar hoort ook actieve stabiliteitscontrole bij. Dat elektronisch gestuurde systeem treed corrigerend op wanneer de wielen - ondanks de AWD - hun grip dreigen te verliezen. In bochten zal de wagen daardoor 'vanzelf' de opgegeven koers blijven volgen. Andere extra's die we allen bij H-6 3.0 vinden zijn: crèmekleurige lederen bekleding; een audio-installatie met cassette- en cd-speler; een op acht manieren elektrisch verstelbare bestuurdersstoel en een Momo-sportstuur. Zaken als ABS, airco, airbags voor bestuurder en bijrijder en zij-airbags zijn op alle uitvoeringen van de Outback standaard. 'Standaard' zijn ook altijd een bagageruimte die kan oplopen van 528 tot 1.646 liter en de mogelijkheid om een geremde aanhanger van 1.800 kg te trekken.
Zo'n Outback met alles erop en eraan kost wel een paar centen. Als je een ton op tafel legt, geeft de dealer je nog vijf piek terug. Inderdaad, veel geld, maar voor een vergelijkbare wagen als een Volvo V70 XC ben je ongeveer net zoveel kwijt.