Subaru Forester
In de beste traditie
- Maurice de Bouvère
- Eerste rijtest
Ruim tien jaar geleden maakten wij kennis met de Subaru Forester. Een auto die je nu niet direct vol begeerte richting dealer van het Japanse merk deed snellen. En dat was te wijten aan het enigszins merkwaardige uiterlijk; de Forester zag eruit als een hoog op z'n wielen geplaatste stationwagon. Feitelijk hield het model het midden tussen zo'n stationwagon en een SUV, en met de introductie was een nieuw segment geboren; dat van de crossover. Ook de tweede generatie van de Forester werd gekenmerkt door een uiterlijk dat een opzienbarende mix was tussen twee autotypen. Bij de nieuwe ligt het allemaal iets anders. Het fysiek van de komende Forester is wat afgeronder en de wat moeilijk op het netvlies liggende lijnen die de vorige edities hier en daar hadden, heeft Subaru nu achterwege gelaten. Al met al oogt de Subaru gestroomlijnder dan voorheen. De grote, hoge, verchroomde grille en de uitgeklopte wielkasten verlenen het ontwerp de gespierde uitstraling die bij een SUV hoort. De nieuwe Forester ziet er namelijk meer dan ooit uit als een SUV, en schurkt voor wat z'n uiterlijk betreft nu meer tegen concurrenten als de Toyota RAV4 en de Honda CRV aan. Maar hiermee is de Forester nog altijd geen allemansvriend geworden. Subaru blijft een niche-merk dat zich voornamelijk profileert op technisch gebied.
Platte motor
Als een van de weinige fabrikanten houdt Subaru vast aan de boxermotor. Deze platte motor biedt als belangrijk voordeel dat hij laag in de auto gebouwd kan worden en zodoende het zwaartepunt laag houdt. Subaru heeft de krachtbron in de jongste versie van de Forester nog wat dieper in het motorruim gestopt, zodat de grotere bodemspeling die het model heeft ten opzichte van z'n voorganger geen negatieve gevolgen heeft voor de wegligging op asfalt.
Daar waar de concurrentie op z'n SUV's meestal de keuze biedt tussen twee- of vierwielaandrijving, levert Subaru z'n semi-SUV louter en alleen met integrale aandrijving, Symmetrical All Wheel Drive, zoals Subaru dat zelf noemt. Een hydraulische meerplatenkoppeling verdeelt de aandrijfkrachten al naar gelang de rijomstandigheden over de voor- en achteras.
De unique selling points (USP's) van Subaru; permanente vierwielaandrijving en een laag geplaatste boxermotor geven de Forester z'n personenauto-achtige rijkwaliteiten. De rechtuitstabiliteit van de auto schenkt je minstens zoveel vertrouwen als de balans in de bocht. Uiteraard wil de carrosserie overhellen in een curve, maar de neiging daartoe is zo nihil dat je soms vergeet met een SUV-achtige op stap te zijn. Onderstuurreacties kent de Forester nauwelijks. Voor de komende versie heeft Subaru het onderstel danig gemodificeerd. De spoorbreedte is toegenomen en de producent heeft de ophangingsgeometrie gewijzigd. Hun ingrepen werpen duidelijk hun vruchten af. Maar ook dankzij z'n vierwielaandrijving blijft de Sub verregaand neutraal. Slechts als je op grove wijze aandringt, wil de voorkant gaan glijden. Maar lang krijgt-ie niet de kans. Het standaardstabiliteitscontrolesysteem grijpt onmiddellijk in en dwingt 'm weer in het gareel. De Subaru kan overduidelijk stukken meer vermogen aan dan de 150 pk sterke 2,0-liter boxer in de aanbieding heeft. Ergens in de aandrijflijn lijken tal van paardenkrachten verloren te gaan. Vooral in combinatie met de viertraps automatische transmissie heeft de krachtbron moeite de gang in de Forester te krijgen, en te houden. De sprint van 0 tot 100 km/h neemt volgens de fabriek 12,7 seconden in beslag. Met zijn slechts vier gangen reageert de automaat traag op het intrappen van het gaspedaal en heeft zeker een seconde nodig om een tandje terug te schakelen. Waarna het versnellen onder begeleiding van een loeiende motor nog moet beginnen. Opmerkelijk is dat de kenmerkende boxersound uitblijft. Helaas, want dat had het motorgeluid nog aanvaardbaar gemaakt. Op de langere duur begint het te irriteren en geeft het de indruk dat de krachtbron eigenlijk te licht bewapend is voor de Forester. Op onze vlakke wegen zal het best gaan, maar in geaccidenteerd gebied komt de Forester 2.0 al snel amechtig over. Je kunt de automatische transmissie ook handmatig instructies geven, waardoor je het schakelgedrag en het toerental van de motor letterlijk meer in eigen hand hebt. Maar dit biedt slechts gedeeltelijk soelaas.
Kwiekere indruk
De kaarten liggen heel anders wanneer de tweeliter boxer gekoppeld is aan een vijfversnellingsbak. De Forester maakt een kwiekere indruk; hij spurt in elf seconden rond van 0 naar 100 km/h, en is dus bijna twee volle seconden rapper dan de versie met automaat. En zowaar, het typische boxergeluid keert terug in de handgeschakelde tweeliter. De vijfbak maakt van de Forester geen strepentrekker, maar wel degelijk een fijnere auto. Daarenboven gaat de handbak vergezeld van een extra reductie, waar je je voordeel mee kunt doen naast het asfalt. Wanneer de boswachter z'n nieuwe Forester gaat bestellen, moet hij dus zeker gaan voor de handgeschakelde versie. Voorlopig biedt Subaru slechts één motorisering aan in de Forester. De 2,5-liter turbomotor uit de vorige editie keert niet terug in de nieuwe. Althans niet officieel op de Nederlandse markt. Da's jammer, want die geeft de Subaru nu net dat beetje extra dat we nu missen. Aan het einde van het jaar komt de tweeliter diesel boxermotor die onlangs debuteerde in de Legacy beschikbaar voor de Forester. Een goede keuze van Subaru, gelet op de omstandigheid dat het ook in de zakelijke markt wil scoren met de auto. De Japanners hadden nog niet eerder een diesel in het motorenpalet en moesten er een van de grond af ontwikkelen. Daarin zijn ze geslaagd; in de Legacy maakte de zelfontbrander kort geleden al een goede indruk op ons. De diesel heeft dezelfde boxervoordelen als de benzineversie: een lager zwaartepunt en minder trillingen. Met een vermogen van 150 pk ontwikkelt hij net zo veel vermogen als de benzinemotor van de Forester. Maar het maximale koppel ligt met 350 Nm belangrijk hoger (de benzine wekt maximaal 196 Nm op). Er is met z'n curriculum vitae in het achterhoofd weinig fantasie voor nodig om te voorspellen dat het de oliestoker geen moeite zal kosten de Forester te doen versnellen. Door de forse trekkracht hoeft de motor niet steeds op de toppen van z'n kunnen te opereren, wat wonderen zal doen voor de rust aan boord. In de Legacy toonde de dieselboxer zich op kruissnelheid al aangenaam stil, en krachtig. Op papier moet de Legacy vanuit stilstand in 8,7 tellen op de 100 km/h zitten; een schot voor de boeg over de prestaties van de Forester 2.0 diesel.
Sofa
Ten opzichte van zijn voorganger is de Forester 11 centimeter hoger en 4,5 centimeter breder. De wielbasis is 9 centimeter toegenomen en dat betekent veel goeds voor de binnenruimte. Zowel in de hoogte als in de breedte heeft de Subaru z'n inzittenden nu meer bewegingsvrijheid te vergeven. Ook de beenruimte is gegroeid. Op de achterbank bedraagt die 11 centimeter meer dan voorheen. De laadruimte is eveneens toegenomen. Een derde zitrij overweegt Subaru niet voor de Forester. Desgevraagd meldt de fabrikant dat het van de Forester geen peoplemover wil maken. In de toekomst zou eventueel een nieuw model die functie kunnen vervullen. SUV-trekjes als rugleuningen van de voorstoelen die volledig achterovergeklapt kunnen worden en dan in combinatie met de achterbank een sofa vormen, heeft de Forester wel. De gebruikte materialen aan boord kunnen de toets der kritiek probleemloos doorstaan. Dat is goed te zien aan het dashboard, waar producenten die kwalitatief minder goede materialen gebruiken door het ijs zakken. Dat van de Forester is opgebouwd uit zacht uitziend en - aanvoelend kunststof. Een glooiende, metaalkleurige strip die het dash horizontaal in tweeën deelt, zorgt voor een elegant accent. De layout van het dashboard is overzichtelijk. Het audiosysteem bevindt zich boven in het middendeel, zodat het dus prima onder handbereik zit. Met behulp van drie draaiknoppen, die door de hoge plaatsing van de audio ook gemakkelijk bereikbaar zijn, bedien je de airco.
Subaru levert de Forester als Comfort en als Luxury. Alle twee hebben ze verwarmbare voorstoelen, een verstelbare achterbankleuning en een in twee richtingen verstelbaar stuurwiel. De afstand waarover het stuur te verschuiven valt, zou echter wat groter mogen zijn. Voorts hebben beide uitvoeringen zaken als een stabiliteitscontrolesysteem en koplampsproeiers. De Luxury krijgt bovenop de uitrusting van de Comfort voorzieningen als een uittrekbaar plateau met bekerhouder op de achterbank en xenon-verlichting. Voor de Comfort is bovendien een groot glazen schuifdak beschikbaar. In mei staat de nieuwe Subaru Forester bij de dealer voor een vanafprijs van € 32.495.
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen