Rij-impressie - Porsche 718 Boxster

De nieuwe naam is wellicht even wennen, maar net als met de overgang van BMW M3 naar M4 is het een kwestie van tijd voordat we niet beter weten. Voortaan heet zowel de Boxster als Cayman '718', een naam die verwijst naar de 718 roadster uit jaren 50 en 60. Waarom ineens die verandering? Dat heeft alles te maken met de grootste technische wijziging van de auto's: voortaan geen atmosferische zescilinderboxers meer, maar vier cilinders met een turbo. Dat is nogal een overgang. De 911 Carrera was al aan de beademing gegaan, maar bij de 718 zijn er bovendien twee cilinders verdwenen. De 718 uit het verleden had óók een viercilinder middenmotor, dus leek het Porsche een goed idee een heritage-sausje over de gefacelifte Boxster te gooien om zo de downsizing wat te verzachten, want uiteraard wordt er weer moord en brand geschreeuwd door de liefhebbers. Dat deden ze ook toen de 996-generatie van de 911 een watergekoelde motor kreeg, toen de Cayenne verscheen, toen Porsche met een dieselmotor kwam, toen de GT3 een automaat kreeg en waarschijnlijk nog wel vaker. Ze zijn bij Porsche dus wel wat gewend. Als je naar de mondiale verkoopcijfers kijkt, heeft de fabrikant het keer op keer bij het rechte eind gehad, dus zal het met de 718 en zijn vierpitter uiteindelijk ook wel loslopen. Voor de diehard-fans is het wellicht geruststellend dat ook van deze generatie wat heftiger versies zullen komen, als opvolger van bijvoorbeeld de Boxster Spyder. Een fijne atmosferische motor is daarmee nog niet volledig van de baan.

Om het gemis van de zescilinder wat te verwachten, is er uiteraard een vermogens­stijging. De 'gewone' Boxster kreeg een 2,0-litermotor die 300 pk produceert, de Boxster S doet het met een dikke 2,5-liter die 350 pk produceert. Beide blokken zijn overigens nog altijd boxermotoren, dus Subaru heeft niet langer het monopolie op viercilinderboxers. Wij rijden de S, die dankzij dat forse vermogen in 4,3 seconden naar 100 km/h snelt. Los van de vermogens-toename heb je dankzij de turbo natuurlijk veel meer koppel over het hele toeren­gebied. Zoals we vaker zien in deze tijden, heeft Porsche zijn best gedaan het karakter van een atmosferische motor na te bootsen. Zo draait het blok maximaal 7.500 toeren, wat indrukwekkend veel is voor een turboblok. De Boxter S heeft bovendien een turbo met variabele geometrie, die sneller opspoelt, terwijl hij bij hoge toerentallen toch veel punch heeft. Na een tijd snel rijden over leuke wegen hebben we nog totaal geen turbogat gevoeld. Als we er vervolgens bewust naar op zoek gaan (gas los, wachten, vol gas), is de bekende korte aarzeling van een turbomotor duidelijk aanwezig. Wil je echter voluit knallen en daarbij soms heel even wat liften, dan komt de reactie als je weer op het gas gaat echt extreem snel. Porsche houdt namelijk bij vollast de luchtaanvoer open en stopt alleen de brandstof­injectie, waardoor de turbo blijft draaien. Hierdoor verlies je geen druk en reageert de motor onmiddellijk. Dit werkt uitstekend en draagt zeker bij aan het rijplezier op het scherpst van de snede. Het geluid is een ander pijnpunt. Het mechanische gehuil van de atmosferische zescilinder is verdwenen. Wat krijgen we ervoor terug? Porsche is duidelijk aan het sleutelen geweest om de motor indrukwekkend te laten klinken en heeft dat vooral gedaan door de intensiteit van het blok op te voeren. De auto dondert, pruttelt en knalt en is allesbehalve zachtaardig. Daar komt bij dat de boxerroffel zeer goed hoorbaar is, wat het blok bij hoge toerentallen een vleugje vijfcilinder geeft. Soms voelt het wat geforceerd en het is minder puur dan het was, maar niet veel viercilinders met turbo klinken zo goed als deze.

Het onderstel heeft ook een upgrade gehad en de altijd al subliem rijdende Boxster is hiermee nog iets scherper geworden. De besturing is iets directer en fijner, de remkracht is bovengemiddeld voor dit segment en de balans in de auto is subliem. De technische perfectie is gek genoeg het grootste nadeel, een 911 of Jaguar F-type V6 (met zijn 340 tot 380 pk nu echt een harde concurrent) bieden meer rijbeleving en sensatie, ook al zijn ze op papier wellicht minder 'goed'. Maar wie de Boxster altijd kocht vanwege zijn geslepenheid, kan gerust zijn. Met viercilinders is het nog altijd een auto met vijf sterren.