Rij-impressie Audi A5

De herintroductie van indirecte injectie lijkt een stapje terug in de tijd, maar volgens Audi scheelt het in verbruik zeven procent ten opzichte van de vorige 1.8 TFSI. De cijfers lijken die beweringen vooralsnog te staven, want volgens z'n makers heeft de lichtst gemotoriseerde A5 genoeg aan 5,8 (Coupé 5,7) liter benzine per honderd kilometer. Om de auto zo efficiënt mogelijk te laten functioneren, rust Audi de achttienhonderd uit met een innovatief systeem dat het koelwater en de (versnellingsbak-) olie zo snel mogelijk op bedrijfstemperatuur brengt, terwijl alle versies – inclusief de S5 – voortaan standaard een stop/startsysteem en terugwinning van de remenergie aan boord hebben.

Dat klinkt goed allemaal, die efficiency. Maar betekent die lagere bijtelling bij de instapper ook dat je als zakelijke rijder wordt opgezadeld met een ondermaats presterende A5? Wel de looks, niet de power? Dat valt gelukkig mee. Met 170 pk kom je op papier al weinig te kort, maar ook in werkelijkheid voelt de basismotorisering niet als een stakker; Audi claimt een 0-100 tijd van 8,2 seconden (Coupé 7,9) en een topsnelheid van 230 kilometer per uur. De viercilinder heeft een fijn karakter, al was het mooi geweest als hij onder de tweeduizend toeren iets alerter was geweest. De kracht komt er nu vrij plotseling in, terwijl een vloeiende vermogensafgifte tot op heden een groot pluspunt was van TFSI-motoren. Met de souplesse is daarentegen weinig mis; ook in de hogere versnellingen blijft bokken uit en draait de viercilinder tevreden. Het koppelingspedaal maakt nog steeds een vrij lange slag, maar de standaard aanwezige handgeschakelde zesbak laat zich licht en doeltreffend bedienen. Al met al een fijne keuze.

Dáág, V8…

Voor menig prijsbewuste Nederlander is de viercilinder instapmotor het meest interessant, maar bij de A5 facelift is nog een opvallende motorwissel te melden, en wel bij de S5 Coupé. Tot op heden had de op één na dikste A5 Coupé namelijk een ongeblazen 4,2-liter V8 in de neus, maar die is naar de eeuwige jachtvelden gestuurd ten gunste van de drieliter compressormotor die we ook al kennen uit de S5 Cabriolet en Sportback. Ook hier slaat downsizing dus toe. Waar je vroeger de beschikking had over 354 pk, staan er voortaan 'slechts' 333 voor je klaar. En toch is de achteruitgang bij lange na niet zo groot als je op grond van die informatie zou vrezen. Al was het alleen al door het feit dat de S5 – hou je vast – twintig ruggen goedkoper is geworden dan de versie met V8, met dank aan de CO2-uitstoot die is verlaagd van 288 naar 190 gram per kilometer. Dat zijn flinke stappen!

En toch voelden we ons een tikkeltje weemoedig, want wij waren grote fans van de verdwenen achtpitter. Dat heerlijke geluid, die bijna Amerikaans fijne souplesse… Die weemoedigheid speelde echter vóórdat we kennismaakten met de vernieuwde S5, want we kunnen niet anders dan concluderen dat de V6T (laat je niet van de wijs brengen door die T, de motor heeft echt een mechanische compressor en géén turbo) de honneurs met veel smaak waarneemt. Audi zou Audi namelijk niet zijn als ze niet veel werk hadden gemaakt van het geluid; uiteraard gorgelt de zescilinder minder diep dan z'n voorganger, maar er komt nog steeds veel lekkers uit de S-typische vier eindpijpen.

Bovendien blijft de zescilinder een heerlijke motor, juist omdat z'n compressor hard z'n best doet om veel mogelijk lucht in de verbrandingskamers te proppen. Gecombineerd met de snel schakelende zeventraps S-Tronic, desgewenst te bedienen met flippers aan het stuurwiel, levert dat een bijzonder alert reagerende machinekamer op. Geen moment hoef je te wachten tot er genoeg kracht is verzameld, trap op het rechter pedaal en de S5 trakteert je vrijwel ogenblikkelijk met een fijne sprong voorwaarts. Bovendien voelt de afstelling van de sportieve A5 zeer uitgekiend; het onderstel is stevig maar comfortabel genoeg en de besturing is opmerkelijk direct zonder erg zenuwachtig te worden. Dat past goed bij de auto en de S5 vormt zodoende een beter kloppend pakket dan de 'normalere' A-vijven.

Geen enorme verbetering

De S5 maakt namelijk een duidelijke keuze; stevig en direct. De versie zónder S doet dat niet en hinkt juist te veel op twee gedachten; hij wil graag sportief zijn, maar blijft altijd erg comfortabel. Daarbij is de A5 tijdens plotselinge koerswijzigingen nog steeds behoorlijk onderstuurd (zeker wanneer je een van de dikkere diesels in de neus hebt) en is er bij hogere snelheden sprake van heel wat bodyroll. Hoewel Audi claimt de A5 sportiever te hebben gemaakt blijft het vooral een gemoedelijke auto die tussen neus en lippen ook best hard kan, bij uitstek een heerlijk apparaat voor op de snelweg.

Als één van de hoogtepunten van deze facelift noemt Audi de nieuwe stuurbekrachtiging; voortaan heeft elke A5 een elektromechanisch systeem dat zich aanpast op de gereden snelheid. Bij eerdere tests hebben wij altijd al kritiek geuit op de besturing van de auto, dat was nooit zijn sterkste punt, maar ook het nieuwe systeem is geen enorme verbetering. De grootste klacht is dat het verschil in de mate van bekrachtiging aanzienlijk is; bij rangeren of parkeren stuurt de A5 prettig licht (wel zo handig) maar zodra je vervolgens tempo maakt, voel je de besturing letterlijk zwaarder worden. Alsof de auto zich ineens realiseert dat-ie harder gaat en de boel moet aanpassen… Dat levert nog steeds een vreemd en kunstmatig gevoel op, bijvoorbeeld op het moment dat je een bocht uitaccelereert; door de relatief lage snelheid ín de bocht stuurt de auto vrij licht, maar zodra je op het gas gaat neemt de tegendruk exponentieel toe. Het verschil is ons te groot, zeker wanneer je het Drive Select in Dynamic zet. Dat het ook anders kan, bewijst bijvoorbeeld BMW met het vergelijkbare Variable Sport Steering; dat systeem past de bekrachtiging ook aan op de snelheid, maar werkt veel meer lineair en daardoor haast onmerkbaar.

Volwaardige achterbank

Nee, nog steeds koop je een Audi A5 niet voor het betere stuurwerk. Maar dat neemt niet weg dat de opgefriste Duitser er genoeg andere zaken tegenover zet. Zo is de kwaliteit van afwerking en materialen nog onverminderd indrukwekkend, is er volop keuze uit moderne hulpsystemen zoals radargestuurde cruise control, maar ook fraaie multimediasystemen mét levensechte kaarten uit Google Maps. Dat soort functies leent de A5 voortaan van z'n grotere broers A6, A7 en A8, maar ze zorgen er wel voor dat hij in alles net weer wat moderner voelt. En hoe we het ook wenden of keren; er is heus wat op aan te merken, maar Audi zet met de bijgepunte A5 opnieuw een prima pakket neer.

Dat laatste geldt helemaal voor de Sportback met 1.8 TFSI-motor, die wat ons betreft de boeken in kan als de meest Hollandse A5 tot nu toe. Ten eerste omdat hij voortaan ook leverbaar is met een volwaardige achterbank, waar voorheen slechts plaats was voor twee mensen of kinderzitjes. Hij is dus praktischer dan ooit, en in vergelijking met de Coupé en Cabriolet betaal je ook nog eens minder geld voor een grotere auto, die toch dezelfde soort flair uitstraalt. Combineer die zaken met de fiscale voordelen die de nieuwe viercilinder voorlopig biedt, en je krijgt een geheel waar volgens ons heel wat Nederlanders voor te porren zijn…