Renault Twingo Electric vs. Seat Mii Electric - Vergelijkende Test

We dekken ons meteen in: echte koopjes zijn deze auto’s niet. Waar EV’s in hogere segmenten langzaam maar zeker de prijs van hun conventioneel gemotoriseerde equivalenten weten te benaderen, heeft de meerprijs van het accupakket in de kleinste klasse nog steeds grote gevolgen voor de consumentenprijs. De Renault Twingo Electric is er vanaf € 20.690, terwijl de Seat Mii Electric start bij € 23.400. Die tarieven zijn grofweg het dubbele van de oorspronkelijke aanschafprijzen van deze modellen, die met benzinemotoren al jaren onder ons zijn. De huidige, derde generatie van de Twingo is er al sinds 2014, de Seat Mii zelfs al sinds 2011. Bovendien veranderde er in al die jaren nauwelijks iets aan de Seat. Je buren zullen daardoor niet snel zien dat je een nieuw exemplaar hebt gekocht, tenzij ze het in sierletters aangebrachte electric op de achterklep of de deuren ontwaren. Dat is meteen de enige aanwijzing dat het hier gaat om de elektrische versie van de Mii, die de benzinevarianten compleet vervangt.

Renault doet het anders, en plaatst de Twingo Electric naast zijn traditioneel gemotoriseerde broertjes op de prijslijst. Hoewel, die kwalificatie is misschien niet op zijn plaats; er is immers weinig traditioneel aan de huidige Twingo. Met zijn achterin geplaatste motor en achterwielaandrijving is deze auto totaal anders dan alle andere compacte hatchbacks – de technisch verwante neefjes van Smart uitgezonderd. Ook bij Renault is de elektrische variant aan de buitenzijde nauwelijks te onderscheiden van de benzineversies. Zelfs de luchthapper boven het linker achterwiel mocht blijven. Die deed zijn intrede in 2019, toen Renault zijn kleinste aan een vrij uitgebreide facelift onderwierp. Koplampen en achterlichten met led-accenten, strakker gelijnde bumpers en andere kleuren en wielen maken de Twingo een stuk moderner dan voorheen. Een soortgelijke behandeling had de Mii wat ons betreft goed gedaan, maar het was hem niet gegund.

TRUCJE

Het feit dat deze auto’s al zo lang mee gaan, onderstreept hoe moeilijk het is voor autofabrikanten om geld te verdienen in dit marktsegment. Wellicht geeft de elektrische aandrijflijn hier een positieve impuls. Renault heeft de driecilinder benzinemotor onder de bagageruimte vervangen voor een elektromotor met 82 pk en 160 Nm. Voor de stroom zorgt een accupakket(je) van 22 kWh, wat volgens de WLTP-cyclus genoeg zou moeten zijn voor 190 elektrische kilometers.

Seat gaat wat voortvarender te werk en monteert een batterij met een capaciteit van maar liefst 36,8 kWh. Ter vergelijking: dat is ongeveer gelijk aan de accu van de veel grotere e-Golf. In de Mii resulteert deze capaciteit in een theoretisch bereik van 260 km. Bovendien kan de auto daarna aan de snellader. Met 40 kW gaat het laden niet heel hard, maar met een halfuurtje moet de accu toch weer aardig op krachten zijn.

De Twingo ontbeert een CCS-aansluiting, waarmee de auto zich nog meer terugtrekt in het hoekje van de echte stadsauto’s. Toch heeft de Renault een trucje achter de hand: zijn geavanceerde 3-faselader, goed voor een laadvermogen van maximaal 22 kW aan een laadpaal die daartoe in staat is. De accu kan daarmee in theorie in een uur van volledig leeg naar volledig vol worden opgeladen, terwijl de Seat in het gunstigste geval 5,5 uur nodig heeft om hetzelfde te bereiken. Wie veel korte stukjes op één dag rijdt en tussendoor kan opladen, heeft bij de Twingo daardoor niet snel met een lege accu te maken. Voert de rit wat verder, dan is dat juist wél heel snel het geval.

In de wat herfstachtige omstandigheden die in Nederland normaal zijn in december, is het vaak al na 100 kilometer tijd om een lader te gaan zoeken. Dat is toch wel een groot verschil met de Seat, die het zelfs op dat soort dagen zeker 150 kilometer volhoudt zonder voor acute paniek te zorgen. Wel heel hinderlijk is de bemoeizucht van de auto; met nog 10 procent op de teller besluit de Seat om de inzittenden de toegang tot alle verwarmingsmogelijkheden te ontzeggen. Wie met 20 kilometer aan vermelde actieradius nog 15 kilometer te gaan heeft, zit daardoor mooi een kwartier in de kou. Bovendien is de Mii dan tergend traag; het lukt hem nauwelijks om nog boven de 80 km/h te komen.

ZOEM

Met een vollere accu is snelheid geen enkel probleem. Goed, een topsnelheid van 130 (Mii) of 135 km/h (Twingo) is weinig indrukwekkend, maar accelereren doen deze kleintjes vlot en ogenschijnlijk moeiteloos. Zeker de Mii rijdt met 83 elektrische pk’s duidelijk beter dan zijn benzinegestookte voorganger, die zich met 60 pk de zwakste auto van de Nederlandse prijslijst mocht noemen. Vlotte Twingo’s waren er al wel, maar in vergelijking met de turboloze instapversie doet ook de Franse Electric het een stuk beter. Eenmaal op snelheid valt op dat de elektromotor van de Renault duidelijk hoorbaar is; op de snelweg is de lichte zoem niet te missen. Wellicht komt dat door de positie onder de bagageruimte.

De Mii is stiller en voelt sowieso wat volwassener aan. Dat zit ’m in de lagere en prettigere zitpositie, maar ook in de zwaardere en preciezere besturing. De Twingo blijkt zich opnieuw volledig te richten op stadsgebruik. De hoge zit is prettig bij veel inen uitstappen en de lichte besturing en zeer kleine draaicirkel zijn fantastisch bij het manoeuvreren. Eenmaal op snelheid is de erg indirecte besturing minder fijn en is het de Mii die stabieler en voorspelbaarder aanvoelt. Dat de auto’s in elektrische vorm behoorlijk zwaarlijvig zijn, is tijdens het rijden geen nadeel. Sportief was dit duo toch al niet; vering en demping kunnen het gewicht in beide gevallen goed aan en als het harder waait of regent, wat allemaal aan de orde was in de testweek, voelen ze toch wat onverzettelijker aan dan een conventionele stadsauto van 850 kg. De Twingo is evengoed zijwindgevoeliger dan de Mii, maar beide auto’s blijven onder barre omstandigheden verrassend stoïcijns.

EENVOUDIG

Tot nu toe gaat het vooral over de aandrijflijn en het rijden, dat zijn immers de enige verschillen tussen de nieuwe, elektrische types en de varianten van de Mii en de Twingo die we al jaren kennen. Beide fabrikanten zijn erin geslaagd om de interieurruimte intact te houden. Maar goed ook, want op dat vlak waren het natuurlijk al geen uitblinkers. Het enige wat je inlevert, is de ruimte die de laadkabels in beslag nemen. Bij de Mii passen ze mooi onder de (optionele) dubbele vloer van de bagageruimte, die net even groter is dan die van de Twingo. Bij Renault is er geen plek voor zo’n ‘kelder’ en moet de kabel gewoon los in het kofferbakje liggen.

De Mii en de Twingo zijn allebei strikte vierzitters en voor beide geldt dat de achterbank leuning bij de instapversie alleen als één geheel neerklapbaar is. Duurdere varianten, zoals de exemplaren die wij rijden, krijgen wel een in delen neerklapbaar exemplaar mee. Het interieur van de Mii is erg eenvoudig uitgevoerd. De oplossingen die Volkswagen (de Mii blijft gewoon een Up) heeft bedacht om het binnenste zo simpel mogelijk te houden, zijn hier en daar bijna charmant te noemen.

Zo is de telefoon-app als vervanger van het infotainmentscherm leuk bedacht, maar toch scoort de Twingo met zijn touchscreen meer punten. Verder heeft de Renault gewoon geheel beklede deurpanelen, waar de Mii zijn lakkleur ook aan de binnenzijde uitgebreid toont. Bovendien is de Twingo ook vanbinnen met meer fantasie vormgegeven, al kunnen we ons prima voorstellen dat de strakke en zakelijke toon van de Mii meer in de maak valt. Ook is de kwaliteits indruk in de Seat wat beter, vooral vanwege de meer solide aanvoelende knoppen en schakelaars.

OPLEUKEN

De prijslijst van de Seat Mii Electric is bijzonder overzichtelijk: er zijn twee uitvoeringen. De eenvoudigste heet simpelweg ‘Mii Electric’ en de duurste voegt daar een ‘Plus’ aan toe. Dat is de auto die op deze pagina’s prijkt en ook de versie die het aantrekkelijkst is. Voor € 1.500 extra biedt hij onder meer een in delen neerklapbare achterbank, 16-inch lichtmetaal, lichten regensensoren, stoelverwarming en een veel uitgebreider audiosysteem mét de genoemde app-connectie. Bovenop die versie zijn er nog vier optiepakketten, waarin onder meer ook de belangrijke cruisecontrol is te vinden. Vink het allemaal aan en er staat een auto van € 25.495.

Bij Renault zijn er veel meer mogelijkheden om de auto aan te kleden en op te leuken; met stickers, interieurpakketten en zelfs een stoffen vouwdak laat de auto zich verregaand naar eigen smaak aanpassen. De prijslijst telt drie reguliere uitvoeringen en een actiemodel. De testauto is een Intens, die met € 23.590 bo venaan het rijtje prijkt. Voor dat geld krijg je onder meer al het Easy Link-multimediasysteem, stoelverwarming en een leuk aangekleed interieur met witte accenten. Voeg daar een wat opties aan toe en er staat een Twingo die nog steeds zo’n € 1.000 goed koper is dan een afgeladen Mii.