Renault Clio (2005) - Test
Maatje groter
- Maurice de Bouvère
- Eerste rijtest
Renault roert zich nadrukkelijk in het B-segment, dat van de compacte auto's. Vorig jaar zag de Modus het levenslicht, en nu presenteren de Fransen de geheel nieuwe Clio; uiteraard weer een tik langer, breder en hoger dan z'n voorganger.
Créateur d'automobile noemt Renault zich enigszins hoogmoedig. Maar met de jongste versie van de Mégane heeft de Franse fabrikant wel een opvallend en gedurfd ontwerp op de weg gezet, waarmee het die slogan eer aan doet, eerlijk is eerlijk. De nieuwe Clio heeft designkenmerken van de Mégane, maar oogt stukken minder extravert. Vooral de neus heeft trekken van die van de grote broer van de Clio III. En profile en recht van achteren maakt de compacte hatch een stuk traditionelere, ingetogener indruk. De naar achteren toe aflopende daklijn verleent het ontwerp iets sportiefs, terwijl de achterlichtunits, die van opzij gezien uit de carrosserie lijken te puilen, de kont eigenheid geven. De achterruit vertoont aan de onderzijde een speelse V-vorm. Net als bij de vorige editie van de Clio, bestaat de keuze uit een 3- en een 5-deurscarrosserie. Hoewel de driedeurs het leeuwendeel van de verkopen voor z'n rekening zal nemen, gaat onze voorkeur uit naar de versie met twee portieren extra. De vijfdeurs oogt het meest volwassen, en doet je bij de kennismaking vluchtig denken met een auto uit een klasse hoger te maken te hebben. De Nieuwe Clio is dan ook bijna net zo groot als de vorige Mégane.
Touch design
Met een lengte van bijna vier meter, een breedte van 1,7 meter en een hoogte van 1,5 meter (58 mm meer dan de Clio II) is de Clio in alle richtingen gegroeid ten opzichte van z'n voorganger. Ook de wielbasis is toegenomen tot 2,6 meter, en die extra centimeters komen vooral de beenruimte van de achterpassagiers ten goede. Ook de hoofdruimte is achterin toegenomen, hoewel die door de genoemde aflopende daklijn nog altijd niet overhoudt. De zitpositie voor de bestuurder is fors verbeterd. Niet in de laatste plaats omdat het stuurwiel veel minder vlak staat dan in de vorige Clio. In alle versies is het in hoogte verstelbaar en de uitvoeringen met de inmiddels bekende handsfree Renault Card, waarmee je zonder sleutel de portieren opent en de motor start, kennen tevens een axiale verstelmogelijkheid van het stuurwiel. De in hoogte te verstellen bestuurdersstoel biedt voldoende zijdelingse steun dankzij geprononceerde wangen van de leuningen, maar heeft een iets te korte zitting, waardoor de bovenbenen steun tekortkomen. Het dashboard ziet er een stuk volwassener uit en is van typische Renault-snit met een instrumentarium met achteroverhellende meters. De bedieningsstengels aan de stuurkolom zijn kort; we herkennen ze uit de Mégane. Datzelfde geldt voor de bedieningsorganen in de middenconsole. De bovenkant van het dash is bekleed met zacht aanvoelend materiaal. Renault spreekt in dit verband van Touch Design, dat zachtheid moet uitstralen. Om deze gedachte luister bij te zetten, heeft de constructeur de bedieningsknoppen van de uitstroomopeningen van het ventilatiesysteem de vorm en het gevoel van een squashbal gegeven. De vormgeving is origineel en ziet er geinig uit. Het dashboardkastje heeft een inhoud van 9,4 liter; daar kun je nog eens wat kwijt. Bovendien is het kastje in de versies met airco gekoeld.
Omvangrijk motorenpakket
De Clio III is 133 kilogram zwaarder dan z'n voorganger. Circa 65 kilo komt voor rekening van items die de actieve en passieve veiligheid verhogen. De Clio III heeft hiermee vijf sterren behaald bij de Euro NCAP-crashtest. Afhankelijk van de uitvoering heeft het model zes tot acht airbags aan boord; twee adaptieve frontairbags, vier zijairbags en twee antiduikairbags (op de driedeurs). Daarnaast heeft Renault diverse verstevigingen aan de carrosserie aangebracht om de kreukelzones te versterken, die moeten zorgdragen voor een betere bescherming van de inzittenden bij een aanrijding. De stuurkolom is inschuifbaar en het rempedaal wegklapbaar, zodat de bestuurder in geval van een calamiteit z'n enkels niet verwondt. De Clio heeft standaard ABS, en op de optielijst voor de Renault staat ESP. Ook het onderstel heeft de nodige aandacht van de ingenieurs gehad. Stabilisatorstangen en nieuwe schokdemperkleppen verhogen de stabiliteit .
Het onderstel is – net als dat van de Modus - afgeleid van dat van de Mégane. De voortrein van de Clio is van het type pseudo-McPherson en achter heeft het model net als de Mégane een geometrisch geprogrammeerde as in combinatie met schroefveren. De Clio heeft een goedmoedig rijgedrag dat zich in rap genomen bochten kenmerkt door vertrouwd onderstuur. Daarbij wil de carrosserie wel wat rollen over z'n lengteas, maar overhelneigingen worden nimmer onrustbarend. De achterzijde blijft lang stoïcijns bij gas los en komt niet vervaarlijk opzetten. Slechts de neus draait dan scherper in. De balans tussen vering en demping is in orde. Op verkeersdrempels wil de neus van met name de 105 pk diesel wel even nadeinen, maar voor het overige pareert het onderstel oneffenheden goed. De besturing reageert voldoende direct, maar tamelijk gevoelloos. De elektronische stuurbekrachtiging filtert helaas veel informatie over wat er met de voorwielen gebeurt weg.
Renault offreert voor de Clio een omvangrijk motorenpakket dat zeven verschillende krachtbronnen omvat. Het aanbod aan zestienkleps benzinemotoren bestaat uit twee varianten van een 1,2-liter, die respectievelijk 65 pk (komt eind dit jaar) en 75 pk sterk zijn, een 1,4-liter van 100 pk en een 1,6-liter die 110 pk opwekt. In het eerste kwartaal wordt het motorgamma aangevuld met een 2,0-liter zestienklepper van 140 pk. Van de 1,5-liter dCi dieselmotor zijn drie varianten beschikbaar, van 70, 85 en 105 pk. De motoren zijn gekoppeld aan dezelfde versnellingsbakken als in de Modus. De 1.6 16V is tevens leverbaar met een automatische versnellingsbak. Een gerobotiseerde versnellingsbak met flippers achter het stuur komt in de loop van 2006.
In het bergachtige gebied van Sardinië komt de 1,2-liter nu en dan wat te kort. Amechtig probeert 'ie de Clio tot aansprekende prestaties aan te zetten. In ons vlakke landje zal de Clio met de 75 pk sterke 1,2 echter best een aangenaam, adequaat gemotoriseerd maatje zijn. De 65 pk-variant is wat magertjes voor de Clio. De op dit moment sterkste benzinemotor, de 1,6 met 110 pk is afkomstig van de Mégane en weet goed raad met de Clio. Hij maakt de Renault kwiek en levendig. Negentig procent van het koppel van 151 Nm is beschikbaar tussen 2.000 en 5.750 tpm.
De drie 1,5-liter diesels kennen we uit de Clio II en de huidige Mégane. De sterkste 105 pk-variant is natuurlijk de meest begeerlijke. De krachtbron heeft een dubbel vliegwiel dat het gebrom bij lage toerentallen vermindert, en ook de dieselklop is teruggedrongen dankzij de toepassing van een nieuw multipoint injectiesysteem met een inspuitdruk van 1.600 bar en een turbocompressor met variabele geometrie. Het koppel bedraagt 240 Nm en is bij 2.000 tpm beschikbaar. Je kunt deze Clio diesel schakellui rijden; de zesbak, die deze versie als enige rijk is, hoef je niet frequent te beroeren. Hierdoor blijf je grotendeels verstoken van de kenmerkende dieselnagel. Onder vollast wil je de dieselmotor nog best horen, maar op kruissnelheid verdwijnt het motorgeluid naar de achtergrond.
De Clio is er in eerste instantie in vier ambiances; Authentique, Expression, Dynamique en Privilége. Deze ambiances zijn weer te koppelen aan drie uitrustingsniveau's: Basis, Comfort en Luxe. Op de Dynamique kan bijvoorbeeld gekozen worden voor het Comfort- of het Luxe-uitrustingsniveau. Tijdens de introductieperiode levert Renault een introductiemodel, de Team Spirit. En voor wie nog erg gehecht is aan de vorige Clio, is er goed nieuws; die blijft vooralsnog in productie als Campus.
PRIVATE LEASE Renault Clio
